De pijn bepaalt hoeveel morfine u nodig heeft. Daarbij is het goed om te weten dat de dosis van morfine in principe geen bovengrens heeft. Er zijn mensen die het honderdvoudige van de dosering waarmee ze gestart zijn, krijgen toegediend. Fabel: Morfine werkt levensbekortend.
Volwassenen: Begindosering 10–30 mg 2×/dag, bij een lichaamsgewicht > 50 kg doorgaans 30 mg 2×/dag en bij een lichaamsgewicht < 50 kg, als ook bij ouderen, 20 mg 2×/dag; de dosering zo nodig verhogen met 30-50% op geleide van de pijn.
De richtlijnen schrijven 2,5 tot 5 milligram morfine voor als beginhoeveelheid om benauwdheid te bestrijden. Ik dien, als dat niet voldoende is, na vier uur weer 5 milligram toe. Ik dien nooit meer dan 20 milligram morfine toe. Als de benauwdheid blijft, krijgen patiënten meestal een permanent infuus.
Artsen gaan er vaker dan nodig is van uit dat morfinegebruik in de stervensfase het levenseinde bespoedigt. Meestal wordt de dosering van morfine gedurende de laatste levensdagen niet of alleen geleidelijk opgehoogd; bij 2,1% van de patiënten is de dosering hoger dan nodig om pijn of andere symptomen te verlichten.
Morfine wordt gebruikt tegen pijn en benauwdheid, doordat het hart minder goed pompt. Als tabletten, capsules, drank of zetpillen niet meer goed werken, kan de arts injecties geven of een infuus aanbrengen.
Morfine en morfineachtige pijnstillers kunnen bijwerkingen hebben, zoals verstopping, misselijkheid en overgeven, en sufheid. De meeste bijwerkingen gaan na een paar dagen tot weken vanzelf over. Wanneer de dosis verhoogd worden, komen deze bijwerkingen weer tijdelijk terug. Ook deze gaan weer over.
De veronderstelling dat morfine levensverkortend werkt, is niet juist. Morfine wordt niet gegeven om de dood te bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt gebruikt door patiënten met langdurige, chronische ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen als pijnstiller worden voorgeschreven.
Palliatieve sedatie en euthanasie
Palliatieve sedatie wordt wel ten onrechte verward met euthanasie. Palliatieve sedatie verlaagt het bewustzijn, terwijl euthanasie het leven beëindigt.
Bij opioïdnaïeve patiënten wordt een dosering van 2,5 mg morfine s.c. of i.v. aanbevolen. Bij patiënten die al een opioïd gebruiken wordt 1/6 van de dagdosis aangehouden (omgerekend naar morfine en naar subcutane of intraveneuze toediening.
De arts kan je dan zijn zeer sterke pijnstillers geven (opioïden). Als niets helpt tegen de pijn, kan palliatieve sedatie een mogelijkheid zijn.
Combinatie van pijnstillers
Morfine of morfineachtige pijnstillers kunnen gebruikt worden in combinatie met paracetamol. Helpt paracetamol in combinatie met zo'n zeer sterke pijnstiller onvoldoende, dan kan de arts je ook nog een ontstekingsremmende pijnstiller (NSAID) voorschrijven (zie eerder).
Onrust en verwardheid
Het lijkt alsof iemand van alles beleeft of ziet, maar wat precies is niet duidelijk. Dit komt nogal eens voor in de laatste levensdagen en vooral in de laatste uren. Vaak maakt de stervende kleine (hand)bewegingen, alsof hij iets wil plukken of aanwijzen.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, leidt het ophogen van morfine ook niet tot het bespoedigen van de dood. Morfine is wel geschikt om pijn en benauwdheid te behandelen en kan dus wel een belangrijke rol spelen in de fase van het levenseinde.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
Het is in bijna de helft van de gevallen de huisarts die besluit om over te gaan tot palliatieve sedatie. Meestal is de patiënt gewoon thuis. Gemiddeld duurt het een tot drie dagen voor de patiënt overlijdt. Hoe langer het duurt, hoe minder positief mensen zijn.
Het middel is twee keer sterker dan morfine en dus ook extreem verslavend. Oxycodon werkt erg goed bij het onderdrukken van pijn, maar tolerantie treedt al snel op. Het afbouwen van oxycodon is daarom heel moeilijk als de pijn is geweken. Deze vorm van drugsverslaving noemen we een medicijnverslaving.
Fentanyl, buprenorfine, oxycodon, hydromorfon, methadon of tapentadol. Deze medicijnen werken ongeveer even goed.
Een koude neus, reutelen en troebele ogen. Het zijn enkele symptomen die bij mensen die terminaal ziek zijn, wijzen op een naderende dood. Iemand die gaat sterven na een ziekbed, voelt zich steeds zwakker worden en heeft het gevoel dat alle kracht uit het lichaam wegvloeit.
Minder goed kunnen horen of zien
Gehoor en zicht nemen af. Toch kunnen veel stervenden nog heel lang horen dat er iets tegen hen gezegd wordt. Iets terugzeggen is moeilijker. Een kleine handbeweging of een beweging in het gezicht lukt vaak nog wel.
Wanneer mensen aan het sterven zijn is een stokkende ademhaling een teken dat de dood dichterbij komt. De ademhaling kan stil vallen en daarna weer met een diepe zucht op gang komen. De tijd tussen de ademteugen wordt langer en langer, dit kan soms oplopen tot wel 30 seconden.
De fysiotherapeut helpt u om rustig in beweging te komen én te blijven. In veel gevallen zal de arts ook een pijnstiller voorschrijven. Omdat paracetamol vaak goed werkt, is dat de eerste keus. Vermindert paracetamol de pijn onvoldoende, dan krijgt u een sterkere pijnstiller.
Het effect van codeïne en tramadol is dan ook minder sterk dan morfine zelf, vandaar dat ze zwakwerkende opioïden worden genoemd. De pijnstiller codeïne zorgt ervoor dat de pijnprikkels de hersenen niet of bijna niet bereiken. Codeïne wordt soms ook in lichtere dosis voorgeschreven bij een kriebelhoest.