Netspanning is wisselspanning van minder dan 1000 volt die via het elektriciteitsnet aan de kleinverbruikers wordt geleverd. Gewoonlijk wordt met netspanning de elektriciteit die thuis uit het stopcontact komt bedoeld, met een spanning van circa 220 tot 240 volt.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
De stroom wisselt dus continu van richting. Hoe vaak dit binnen 1 seconde gebeurt, noem je de frequentie. In Europa wisselt de stroom 50 keer per seconde van richting en is de frequentie dus 50 Hertz. Het Nederlandse energienet is gebaseerd op wisselspanning en een stopcontact werkt dan ook op basis van wisselspanning.
Gelijkspanning in huis
Apparaten in huis krijgen via de stekker wisselstroom uit het stopcontact. De meeste onderdelen in die apparaten, zoals ledlampen, motortjes, beeldschermen en computerelektronica, werken op gelijkstroom.
Batterijen en accu's leveren een gelijkspanning. Gelijkspanning kan bijvoorbeeld worden opgewekt met zonnecellen. In Nederland en België rijden de trams, trolleybussen en de meeste treinen op gelijkspanning. Wisselspanning kan worden opgewekt door een generator, zoals een (fiets)dynamo.
220 volt). Netspanning (oude benaming = lichtnet) betreft wisselspanning met een netfrequentie van 50 Hz. Als u thuis de spanning (wat uit het stopcontact of wandcontactdoos komt) gaat meten dan is de spanning niet altijd exact 230 volt. Er zit een minimale en maximale marge op.
Onder invloed van Edison is in de Verenigde Staten gekozen voor circa 110 V bij 60 Hz, terwijl onder invloed van onder andere Siemens in Europa is gekozen voor 220 V bij 50 Hz. Voorheen was er meer variatie. Tot in de jaren zestig kwam in Nederland en België zowel 127 V als 220 V voor.
Typische voorbeelden van aparaten op een fase wisselspanning zijn een stofzuiger, een haardroger en de pomp van een koelkast. Een andere soort van wisselspanning is krachtstroom (400 V). Krachtstroom is een driefasenspanning (3x een fasedraad in plaats van 1).
Elektriciteit bestaat uit spanning en stroom, maar ook heb je elektriciteit in twee verschillende soorten: gelijkstroom en wisselstroom.
Om een zo nauwkeurig mogelijke DC-spanningsmeting te doen, meet en registreert u eerst de AC-spanning. Vervolgens meet u de DC-spanning door (met de toets RANGE) een DC-spanningsbereik te selecteren dat gelijk is aan of hoger is dan het AC-spanningsbereik.
De lengte van de draad de dikte van de draad en de soortelijke weerstand van de draad bepaalden samen met de stroomsterkte en de spanning het uiteindelijke vermogen dat bij eenzelfde lengte van de koperdraad aan het einde van die draad nog over was Op de korte afstand bleek dat 220 V er beter vanaf kwam dan 110 V.
Bij een even hoge spanning is gelijkstroom minder gevaarlijk dan wisselstroom. Een wisselspanning van 50 Volt of een gelijkspanning van 120 Volt worden beschouwd als een veilige spanning.
Uiteindelijk won de wisselspanning, omdat een wisselspanning makkelijker in een andere spanning om te zetten is en er minder verliezen bij transport optreden. Zo werd wisselspanning de basis voor de elektriciteitsdistributie.
230 volt in Nederland
In Nederland staat er 230 Volt op het stopcontact. Daar de stroomsterkte hier 16 Ampère is, betekent dit dat er een vermogen van 3680 Watt geleverd kan worden. Het vermogen wordt immers berekend door de spanning te vermenigvuldigen met de geleverde stroomsterkte.
Wat is wisselstroom
Wisselstroom is de stroom die uit het stopcontact komt. Het hele Nederlandse energienet en vrijwel alle apparaten in huis werken dus op wisselstroom. Van de televisie tot het koffiezetapparaat. Wisselstroom heeft zijn naam te danken aan het feit dat de elektronen steeds van richting wisselen.
In het Engels wordt voor wisselstroom de term alternating current gebruikt, afgekort tot AC. Op veel elektrische apparaten voor aansluiting op het elektriciteitsnet staat deze aanduiding op het typeplaatje aangegeven.
b) Wisselspanning (V~)
Voor wisselspanning (en -stroom) wordt vaak de afkorting AC gebruikt. AC staat voor: Alternating Current (Engels). Tip: vaak worden de tekens = en ~ gebruikt om aan te geven wat voor soort spanning het is.
De meeste omvormers werken via het volgende principe: de gelijkspanning (DC) wordt met behulp van een wisselrichter, die uit halfgeleiders in een brugschakeling bestaat, omgezet in een wisselspanning (AC). Daarna wordt de wisselspanning (AC) getransformeerd naar de gewenste spanning.
Wisselspanning wordt opgewekt in een elektriciteitscentrale met drie fasen, die onderling 120 graden in fase verschillen (driefasenspanning of draaistroom). Een wisselspanning kan onder andere worden opgewekt door een magneetveld in een spoel te bewegen.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting. Een grotere aansluiting is vaak nodig bij een warmtepomp of zonnepanelen.
Gelijkstroom en de elektrische auto
De batterij van je auto werkt op gelijkstroom. Het elektriciteitsnet, daarentegen, werkt dus op wisselstroom. Dit betekent dat de stroom uit je stopcontact niet hetzelfde is als de stroom die je nodig hebt voor je auto.
Wisselstroom of gelijkstroom ventilatiebox
Sinds enkele jaren zijn afzuigunits beschikbaar met een gelijkstroom motor voor de ventilator. Een gelijkstroom motor zoals in moderne Itho Ecofan afzuigunits verbruikt tot maar liefst 83% minder stroom ten opzichte van oudere modellen met een wisselstroom motor.
Maar omdat er een lange tijd tussen heeft gezeten voordat de netspanning veranderde van een voltage van 220 naar 230, zal dit weinig problemen leveren. Inmiddels zijn bijna alle apparaten vervangen door varianten die met een voltage van 230 om kunnen gaan.
Werkt uw apparatuur op zowel 120 (110) als 230 (220) volt, dan kunt u deze zonder omvormer gebruiken. Wel zult u een andere stekker nodig hebben. Hiervoor zijn reisadapters in de handel.
Door één groep mag maximaal 16 Ampère aan stroom lopen. Nu kan u het vermogen uitrekenen door middel van de spanning en de stroom, waarbij u de stroom, 16 Ampère, vermenigvuldigt met de spanning, dat ofwel 220 Volt ofwel 230 Volt is. Hierbij is de uitkomst 16 Ampère x 220 Volt = 3520 Watt.