Elk geheel getal b = 0 is uiteraard deelbaar door 1,−1,b en −b. We noemen deze soms de onechte delers van het getal. Al de andere delers worden de echte delers van het getal genoemd. Dus 1 is een deler is van elk geheel getal, en elk geheel getal verschillend van 0 is een deler van 0.
Een getal is deelbaar door 2 als dat getal even is. Dit zijn getallen die eindigen op een: 0, 2, 4, 6 of 8. Een getal is niet deelbaar door 2 als dat getal oneven is.
Volgens een kennis is, vanuit de wiskundewetten gezien, 1 gedeeld door 0 gelijk aan oneindig.
Delen door nul is bij het gewone rekenen niet toegestaan als rekenkundige bewerking. Het gaat om een deling waarbij de deler het getal nul is. Bij het gewone rekenen kan geen zinnige betekenis gegeven worden aan het resultaat van een deling door nul.
Het getal 0 heeft een aantal unieke eigenschappen: vermenigvuldigen met nul geeft altijd nul; delen door nul is niet toegestaan en ook allerlei andere rekenkundige bewerkingen zijn niet gedefinieerd voor het getal 0.
Het getal een, weergegeven door het enkele cijfer 1, is het natuurlijke getal dat nul opvolgt en aan twee voorafgaat. Het representeert een enkele entiteit in de eenheid van tellen en meten. Het Romeinse cijfer voor één is de letter I.
Daarom heet 0:0 een onbepaaldheid, je kan het niet berekenen, enkel benaderen, maar zelfs dan hangt het resultaat af van de situatie, en kan dat resultaat om het even wat zijn. Kort gezegd: 0:0 bestaat niet.
Reëel getal
Hoe groot de teller ook is, de uitkomst is altijd 0.
Het tegengestelde van een getal
Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn even ver van 0 af. De som van twee tegengestelde getallen is dus 0! -4 is het tegengestelde getal van 4 want -4 + 4 = 0. En zo is -3 het tegengestelde getal van 3 en -12 het tegengestelde getal van 12.
Oneindig is deelbaar door elk getal. Door de definitie van oneindig, zal de uitkomst van élke deling ook oneindig zijn. Dus oneindig / 2 = oneindig.
Een (geheel) getal is deelbaar door een ander (geheel) getal als bij de deling de rest 0 is. Zo is 125 deelbaar door 5, want 125 : 5 = 25 rest 0 en is 128 niet deelbaar door 7.
Een getal dat je kunt delen door alle getallen bestaat niet. Een trucje om uit te vinden of een getal door 6 gedeeld kan worden is als volgt: het getal moet je kunnen delen door 6 als het laatste cijfer even is EN de som van de cijfers deelbaar door 3.
Deelbaarheid door 7
Een algoritme om te bepalen of een getal deelbaar is door 7: Haal het laatste cijfer van het getal af. Verdubbel dat getal en trek het af van het nieuwe getal. Herhaal dit zo lang mogelijk.
Een getal staat voor een waarde. Bijvoorbeeld 10 appels, of de waarde van pi. Oneindig heeft geen waarde en is daarom geen getal.
In de wis- en natuurkunde heeft oneindig een min of meer kwantitatieve betekenis en wordt als symbool voor oneindig een lemniscaat (∞) gebruikt (ongeveer een liggende acht, en daarom ook wel zo genoemd).
De Nederlandse versie van Siri kan overigens geen antwoord geven op de vraag wat de uitkomst van 0 gedeeld door 0 is. In dat geval zal de persoonlijke assistent aangeven: 'Helaas kan ik daar nog geen antwoord op geven.
Een googolplexian is een 1 met een googolplex nullen, ofwel 10 tot de macht googolplex.
Maar waarom is 0 dan zo belangrijk in de wiskunde, in de ICT, etc? Het getal 0: het is zowel wel/niet positief als negatief, je kan er niet door delen, vermenigvuldigen met 0 levert ook niets op. Eigenlijk is het dus een zinloos getal.
Er bestaat een uitbreiding (de Gamma-functie) die toelaat de 'faculteit' van niet-natuurlijke getallen te berekenen en uit deze functie volgt precies dat 0! gelijk is aan 1.
Het is een afspraak, we stellen 0! per definitie gelijk aan 1. In dat opzicht is het enigszins vergelijkbaar met x^0 gelijkstellen aan 1.
Engelen getallen zijn getallen die gebruikt worden door de engelen om met ons te kunnen communiceren. Zo zijn er meestergetallen, drievoudige getallen, enkele getallen en dubbele getallen. Voorbeelden van engelen getallen zijn 333, 2222, 12:34, 11 11.
Op 'een' worden accenttekens gezet als het om het telwoord gaat én als het telwoord met het lidwoord verward kan worden. De accenttekens worden ook gezet als het telwoord speciale nadruk krijgt: één, niet twee of meer. De twee lettertekens vormen één klank.