Sommige mensen krijgen er pas op latere leeftijd last van. Omdat de ritmestoornissen meestal niet vanzelf overgaan (behalve bij jonge kinderen), is een behandeling vaak noodzakelijk.
De hartritmestoornis doet zich plotseling voor en kan ook plotseling weer verdwijnen. AVNRT kan hinderlijk zijn, vooral als de hartritmestoornis zich regelmatig voordoet. Soms wordt AVNRT behandeld met medicijnen of eventueel met een ablatie .
Hartritmestoornis symptomen
Het kan zijn dat je altijd een afwijkend ritme hebt of slechts af en toe. Zo'n aanval kan dan bijvoorbeeld een paar uur duren, maar kan ook na een paar minuten weer over zijn.
Bij veel ritmestoornissen kun je je werk en hobby's blijven doen.Maar dit geldt niet voor iedereen. Soms is een onderzoek op je werkplek nodig, bijvoorbeeld als je een pacemaker of ICD hebt. Als de hartritmestoornis onder controle is, kun je vaak je gewone werk of hobby's weer oppakken.
Oorzaken. De oorzaak van een hartritmestoornis is niet altijd duidelijk. Een hartritmestoornis kan bijvoorbeeld ontstaan door een schildklierziekte, een longontsteking, na een zware inspanning, door het drinken van veel alcohol of door veel koffiegebruik.
Koffie, en in mindere mate cola en thee, kunnen klachten van boezemfibrilleren veroorzaken. Dit komt door de aanwezigheid van cafeïne in het bloed. Cafeïne heeft een 'adrenerg effect': het stimuleert onder andere de hartslag. Hierdoor lokt het aanvallen van boezemfibrilleren uit.
Zoals eerder beschreven is bij een hartritmestoornis de meest voorgeschreven bètablokker; sotalol. Bloedverdunners zijn effectief voor een hartritmestoornis. Dit komt omdat er een grotere kans op het ontstaan van een bloedpropje bestaat, wanneer je een hartritmestoornis hebt.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Hartritmestoornissen geven niet altijd duidelijke klachten, maar ze kunnen behoorlijk gevaarlijk zijn. Zeker als u ouder bent dan 65 jaar, moet u alert zijn voor alarmsignalen: tijdig behandelen is de boodschap. Bij hartritmestoornissen klopt het hart te snel, te traag of onregelmatig.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
In het kort
Uw hart bonst hevig, de hartslag is snel of onregelmatig (het hart klopt ineens sneller en dan ineens weer langzamer). Meestal kunnen hartkloppingen geen kwaad. Bel direct uw huisarts of huisartsenpost als u bij hartkloppingen ook andere klachten heeft.
Als je hartritme altijd afwijkt van normaal, is dit te zien op een hartfilmpje (ECG).
Bij ritmestoornissen klopt het hart te snel, te langzaam of onregelmatig. Dit vraagt meer inspanning van het hart. Bij langdurige ritmestoornissen, zoals boezemfibrilleren, kan dit leiden tot hartfalen.
Herstel. Na een katheterablatie kan het genezingsproces wel drie maanden duren, en na een chirurgische ablatie zelfs wel zes maanden. Vanwege dit genezingsproces kan het boezemfibrilleren de eerste tijd na de ablatie opnieuw optreden.
Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis en wordt ook wel atriumfibrilleren genoemd. Bij boezemfibrilleren heeft uw hart een onregelmatige hartslag die veel te hoog is. Bij een normaal hartritme ontstaat een elektrische prikkel in de sinusknoop.
Mits tijdige detectie en een correcte behandeling van VKF is een normale levensactiviteit perfect mogelijk en kunnen embolieën worden voorkomen. Door een goede behandeling hebben patiënten met VKF zelfs vijf keer minder kans op een beroerte.
Vaak worden medicijnen voorgeschreven en/of er is aanvullende behandeling nodig (bijvoorbeeld cardioversie, pacemakerimplantatie). Hartritmestoornissen kunnen levensbedreigend zijn en in sommige gevallen een hartstilstand veroorzaken. Het is belangrijk altijd met uw klachten naar de huisarts te gaan.
Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam. Na verloop van tijd werken kalmeringsmiddelen niet meer. Gebruik kalmeringsmiddelen daarom niet langer dan 2-4 weken.
Medicijnen bij hartritmestoornissen
Voorbeelden zijn metoprolol (Selokeen), bisoprolol (Emcor) en nebivolol. Dit behoudt het goede hartritme en voorkomt aanvallen. Voorbeelden zijn sotalol (Sotacor), flecaïnide (Tambocor), propafenon (Rytmonorm), disopyramide (Ritmoforine) en amiodaron (Cordarone).
Voorbeelden zijn acebutolol, atenolol, bisoprolol, carvedilol, landiolol, metoprolol, nebivolol en propranolol. De calciumblokkers verapamil en diltiazem regelen de hartslag en heffen verschillende stoornissen in het hartritme op. Hierdoor wordt de hartslag langzamer. Voorbeelden zijn diltiazem en verapamil.
Als de ablatie littekens rustig geworden zijn, verdwijnen de ritmestoornissen meestal. Als kort na de ingreep de ritmestoornis weer terug komt, wil dat dus niet zeggen dat de ingreep mislukt is.