In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen. Bij grotere zonnestroominstallaties, zoals je die graag op jouw dak wilt hebben, zijn er dus meerdere strings nodig. Dit kan al snel een behoorlijke puzzel worden, dus is het belangrijk dat je een stringplan maakt.
Om een goed rendement te halen uit je zonnesysteem, heb je minimaal 6 panelen nodig. Minder dan 6 panelen geeft zelden een positief resultaat.
Wat moet je echt weten: hoeveel panelen kun je plaatsen? Een standaard systeem van zonnepanelen met een stekker bestaat uit 2 panelen met een maximaal vermogen van 600 Wp. Dat komt doordat je niet meer dan dit vermogen op een stopcontact mag aansluiten als er ook andere apparaten op die stroomgroep zijn aangesloten.
Stel, je hebt 1 fase:
Stel je hebt een hoofdzekering van 40A, dan is de maximale groepenkastzekering 40/1,6A = 25A. Op die groep kan je dan een zonne-installatie plaatsen (lees, omvormer) van 25A * 230V = 5750 Watt.
Dit heet een string. In 1 string passen zo'n 20 tot 25 panelen. Bij grotere zonnestroominstallaties, zoals je die graag op jouw dak wilt hebben, zijn er dus meerdere strings nodig.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Omvormers hebben een aantal ingangen. Dit is vanaf 1 string tot en met 8 strings voor de grotere omvormers. Een veld zonnepanelen vormt een string. Wanneer velden van hetzelfde type zonnepaneel zijn en in de zelfde helling en oriëntatie liggen kunnen deze parallel aangesloten worden op de omvormer.
Installatiedraad met een diameter van 2,5 mm2 (millimeter-kwadraat) voor 12 en 24 volt installaties, en tevens voor 230 volt installaties. Geschikt voor maximaal ca. 10 ampere in 12 en 24 volt installaties.
Wanneer er grotere elektrische ingrepen plaats gaan vinden dan is het volgens de regelgeving wel verplicht om deze oude stoppenkast te laten vervangen. In het geval van zonnepanelen aansluiten moet dit volgens de regelgeving dus worden vervangen voor de moderne groepenkasten.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
Wanneer je meer energie wilt opwekken (en er is nog plek op het dak) is het mogelijk om je zonnepanelensysteem uit te breiden. Dit kan door een aantal zonnepanelen bij te plaatsen of door een tweede zonnepanelensysteem neer te leggen. Aan beide opties zitten voor- en nadelen.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Een gemiddeld huishouden gebruikt per jaar zo'n 3000 kWh aan stroom. Voor dit stroomverbruik heb je 10 gemiddelde zonnepanelen nodig. Maar dit is een gemiddelde van grote en kleine huishoudens. Ook de hoeveelheid apparaten, hoe zuinig deze zijn en of je elektrisch rijdt speelt een rol.
Met 6 zonnepanelen van 365 Wp wek je in je eerste jaar al gauw 1862 kWh op. Dat is al bijna de helft van wat een gemiddeld huishouden aan stroom verbruikt (3500 kWh per jaar). Een set van 6 zonnepanelen helpt je qua opbrengst dus al besparen op jouw energierekening.
Moderne PV panelen zijn thans zo'n 300 WP (Mono en Poly Kristalijn) en brengen, indien goed geplaatst en zuid gericht, 270 kWh per jaar op. Dat betekend dat we 5293 kWh : 270 kWh = 20 PV panelen moeten plaatsen om met deze woning tot nul op de meter te komen.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Ruwweg: 10A per vierkante mm. Lengte van de kabel heeft ALLEEN invloed op de spanningsval over de kabel (dus NIET op de werktemperatuur van de kabel).
String omvormers houden het simpel
(een beetje schaduw kan namelijk goed opgevangen worden met OptiTrac Global Peak). Wanneer panelen naar verschillende kanten gericht staan, of wanneer er nogal veel schaduw is, dan is een systeem met optimizers (of anders met micro-omvormers) de beste oplossing.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
Hoeveel panelen mag ik maximaal plaatsen op een monofasige aansluiting? Het maximum omvormervermogen op een monofasige aansluiting is 5 kW. Dit komt overeen met een maximum van ongeveer 5,46 kWp aan panelen.
Een 1 fase omvormer kan zonder problemen op een driefasige aansluiting worden aangesloten. De netbeheerder adviseert daarin op welke fase uw zonnepanelen dan aangesloten dienen te worden.