Kinderen in deze fase hebben al een woordenschat van ongeveer 200 woorden, terwijl ze al zo'n 300 woorden begrijpen.
Rond de 2e verjaardag mag je van je kind verwachten dat het zich met 2 woorden duidelijk kan maken. Het is niet erg als je kind dan nog letters weglaat of verkeerd uitspreekt. Rond de 3e verjaardag mag je van je kind verwachten dat het zinnetjes kan maken van 3 tot soms al 5 woorden.
Een kind van 1,5 jaar kent minimaal 5 woordjes, bijvoorbeeld 'mama', 'papa', 'eten'. Een kind van 2 jaar oud spreekt in zinnetjes van 2 woordjes, bijvoorbeeld 'koek hebben', 'poes ook'. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen).
Rond de leeftijd van twee jaar heeft uw kind waarschijnlijk een kernwoordenschat opgebouwd van ongeveer een tot tweehonderd woorden , en heeft hij geleerd om twee woorden aan elkaar te verbinden. Het is belangrijk om te onthouden dat kinderen in deze fase woorden vaak niet duidelijk uitspreken, en dat dit volkomen normaal is.
Er is sprake van bredere ontwikkelingsproblematiek, waardoor het kind er langer over doet om de functie van taal te ontdekken en gebruiken taal daarom nog weinig op jonge leeftijd. Ongeveer 10 tot 15% van de tweejarigen is wat later met praten zonder dat er verder iets aan de hand is. Dat stelt misschien wat gerust.
Lees met je peuter, zing liedjes en reciteer kinderliedjes.Speel met speelgoed dat je peuter leuk vindt, bijvoorbeeld treinen, theeserviezen, blokken, simpele puzzels of zacht speelgoed . Dit zal je peuter vaak aan het praten krijgen. Herhaal en bouw voort op de woorden van je peuter.
Kenmerken van dysfasie zijn: Een kind met dysfasie begrijpt anderen wel, maar praat zelf erg weinig of erg slecht. Het kind moet zoeken naar de juiste woorden en zegt dan net iets anders dan het had bedoeld. Het uitdrukken van gedachten en gevoelens gaat moeizaam.
De meeste kinderen experimenteren op tweejarige leeftijd met onomatopee (oftewel het gebruiken van woorden die geluiden beschrijven, zoals "piep piep!") en beginnen vragen te stellen ("Waar is Dada?"), maar verbaal gevorderde kinderen kunnen al langere zinnen spreken met veel werkwoorden , zoals "Ik speelde en ik sprong en ik zong!", zegt Fujimoto.
Kinderen in deze fase hebben al een woordenschat van ongeveer 200 woorden, terwijl ze al zo'n 300 woorden begrijpen. Het is belangrijk om je bewust te zijn van wat je zegt in de nabijheid van je kind, want ze imiteren veel woorden.
18 maanden - 2 jaar Op de leeftijd van twee jaar zouden de meeste kinderen in staat moeten zijn om: - zelfstandig te lopen en te beginnen met rennen - speelgoed achter zich aan te trekken tijdens het lopen - een groot stuk speelgoed of meerdere stukken speelgoed te dragen tijdens het lopen - op hun tenen te staan - een bal te schoppen - zonder hulp op en van meubels te klimmen - de trap op en af te lopen met behulp van steun.
Ergens tussen de 18 en 24 maanden zal ze haar eigen naam leren zeggen – voornaamwoorden volgen later pas. Hier kun je meer lezen over voornaamwoorden gebruiken.
Corrigeer je kind op een korte, duidelijke, maar rustige manier. Dus zonder boos te worden. Ga naar je kind toe, maak contact door te knielen, oogcontact te maken of je kind aan te tikken en geef de grens aan:“Slaan doen we niet, dat doet pijn” of “Bijten mag niet, dat doet pijn”.
Je kind gaat steeds meer echte woorden gebruiken, tussen zijn gebrabbel door. De meeste kinderen zeggen hun eerste woorden wanneer zij één tot anderhalf jaar oud zijn. Dit wordt de één-woordfase genoemd. Die ontwikkeling verschilt sterk per kind.
Hoe moeilijker de activiteit, hoe meer meebewegingen. ' Naarmate het kind opgroeit, raakt de samenwerking tussen hersendelen beter afgestemd. Vereist een taak echter genoeg concentratie, dan willen zelfs bij volwassenen andere spieren nog weleens meedoen. Van die spieren is de tong het bekendste geval.
Peuter van 2 jaar
Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook 'zinnetjes' maken van twee woorden, zoals 'mama eet'. Dit kan betekenen dat jij aan het eten bent, maar ook dat je kindje eten wil. Hij kan daarnaast zinnetjes met drie woorden al goed begrijpen.
Rond de leeftijd van twee jaar kan je kind beginnen met 'tellen' door te wijzen en daar getallen bij te zeggen, om na te doen wat jij doet wanneer je telt.
Niet of nauwelijks spreken
Elk kind ontwikkelt zich in z'n eigen tempo. Het kan echter zijn dat er een oorzaak is waarom het leren spreken moeizaam gaat. Mogelijke redenen kunnen zijn: een gehoorprobleem, een oorontsteking, een ontwikkelingsstoornis (bijvoorbeeld autisme) of een te klein aanbod van taal.
Er is geen eenduidige maatstaf of test voor begaafdheid.
Toch zijn er een aantal signalen waar experts op letten. Bij peuters kan dit eruit zien als het vroeg behalen van mijlpalen in de spraak, het hebben van een grote woordenschat voor hun leeftijd, of het zijn van een ongelooflijk snelle leerling .
Beginnen met voorlezen
Vanaf ongeveer vier maanden kun je je baby al boekjes voorlezen. Bij jonge kinderen benoem je vooral wat je op de plaatjes ziet. Als je kind iets aanwijst, kun je vertellen wat dat is en er nog iets aan toevoegen: 'Kijk daar, een eend! De eend zegt kwak, kwak, kwak.
Bij een vertraagde spraakontwikkeling , verbale ontwikkelingsdyspraxie of een spraakstoornis blijft de spraak van het kind duidelijk achter bij die van leeftijdsgenootjes.
moeite met het aanleren van kruipen, lopen, zwemmen, fietsen, e.d.moeite met organiseren en ordenen. problemen met de fijne motoriek. problemen met de grove motoriek en het evenwicht.
De leerlingen met een type 7 stos attest zijn de kinderen met spraak- taalontwikkelingsstoornissen. Taal is niet altijd gemakkelijk voor hen. De taalproblemen kunnen heel verschillend van aard zijn. Er zijn kinderen die weinig van taal begrijpen waardoor hun omgeving en de wereld rondom hen, heel complex overkomt.