Om te herstellen zijn deze dingen heel belangrijk: structuur geven aan uw dag: op tijd opstaan, elke dag naar buiten gaan, gezond eten, op tijd naar bed gaan. actief zijn: ga elke dag sporten/bewegen, blijf aan het werk. contact met andere mensen.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel. Depressiviteit worden niet altijd tijdig herkend.
Mensen die depressief zijn, zijn langdurige tijd somber en hebben vrijwel nergens zin in. Ze verliezen vaak interesse in de dingen om zich heen en kunnen niet echt meer genieten. Men spreekt van een depressie als de gevoelens van neerslachtigheid minstens twee weken duren. Hierbij hoort ook een gebrek aan motivatie.
Een gebrek aan vitamine D leidt dus niet alleen tot een hogere kans op depressiviteit, maar toediening van extra vitamine D blijkt ook depressieve klachten te kunnen verminderen. Magnesium is een mineraal met meer dan 200 functies in het menselijk lichaam. Tekorten aan magnesium komen veelvuldig voor.
Dat zijn de zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen. Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de stemming. Bij depressie zie je vaak een te lage concentratie van deze stoffen in de hersenen.
Toediening van vitamine D aan personen met een depressie leidde tot vermindering van de klachten. Zelfs bij gezonde proefpersonen bleek inname van vitamine D aan het einde van de winter, al in enkele dagen de stemming te kunnen verbeteren.
U voelt zich triest voelen of hulpeloos, tot niets in staat. Het lukt niet meer om ergens nog plezier aan te beleven, u verliest interesse in onderwerpen en het is lastiger om zich te concentreren. Andere gevoelens die vaak voorkomen bij depressies zijn prikkelbaarheid, of juist een dof en leeg gevoel van binnen.
Chronische depressie
Maar een depressie kan ook chronisch – langdurig – worden. We spreken van een chronische depressie wanneer de verschijnselen langer dan twee jaar duren en de klachten ernstig zijn. Periodes met zware klachten worden soms afgewisseld met periodes waarin het beter gaat.
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI's genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor vermindert de depressie en verbetert de stemming. Voorbeelden zijn citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
Een depressie zit meestal niet alleen in het hoofd, maar brengt vaak ook lichamelijke gevolgen met zich mee. U kunt hierbij denken aan het hebben van hoofdpijn of het veranderen van de eetlust met een gewichtstoename of -afname tot gevolg. Ook in de hersenen zijn fysieke veranderingen terug te vinden.
Hoe lang duurt een depressie? Een depressie kan een paar weken of zelfs maanden duren. Sommige mensen raken in hun leven één keer depressief, andere mensen krijgen vaker last van een depressie. Bij ongeveer 50% van de mensen duurt een depressieve periode korter dan drie maanden.
Hersenactiviteit en volume kunnen gemeten worden met behulp van een MRI scanner. Er wordt gedacht dat mensen met een depressie- of angststoornis een verstoorde verwerking, reactie en geheugen hebben voor emotionele prikkels uit de omgeving.
Veel depressieve mensen melden zich in eerste instantie bij de huisarts met onverklaarbare lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, buikpijn of spierpijn, problemen met de ontlasting, slaapproblemen, verandering van eetlust of een verminderd libido.
Niet alleen suiker, maar ook andere voedingsmiddelen vergroten de kans op een depressie. Mensen die veel worsten, croissants, gebakken aardappelen, friet en ander bewerkt voedsel eten hebben 41 procent meer kans op het ontwikkelen van een depressie.
Opname in de ggz kan nodig zijn wanneer je psychische problemen zodanig groot zijn dat het je leven ontwricht en ambulante behandeling niet effectief genoeg is. Klinische opname kan vrijwillig zijn of gedwongen. Als je zelf de keuze maakt om opgenomen te worden, noemen we dat vrijwillige opname.
Een depressie is een psychische stoornis waardoor je je bijna dagelijks neerslachtig voelt. Je hebt geen zin in de dag en voelt je constant moe en gespannen. Als je depressief bent, staat niet alleen de huishouding van je emoties op z'n kop. Je functioneert doorgaans ook slechter op lichamelijk en cognitief gebied.
Depressies kunnen zeer ingrijpende gevolgen hebben voor de persoon en hun omgeving. Naast het psychisch lijden en de beperkingen in het sociale leven van de cliënt, hebben depressies vaak grote gevolgen voor relaties. Partners kunnen overbelast worden of de relatie met de kinderen raakt mogelijk verstoord.
Antidepressiva zijn medicijnen die kunnen helpen bij een depressie of angststoornis, vooral bij ernstige klachten. U merkt pas na 4 tot 6 weken of de medicijnen bij u goed werken. U kunt al wel eerder bijwerkingen krijgen, zoals slaperigheid en duizeligheid. Sommige mensen worden eerst tijdelijk meer somber of angstig.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Een depressie die niet behandeld wordt kan leiden tot moeilijkheden op professioneel vlak, absenteïsme, relatie- en familieproblemen. Er is ook een belangrijk toegenomen risico op zelfdoding. Een zware depressie leidt in 1 op 15 gevallen tot zelfmoord.
PSYCHOLOGIE Medicijnen tegen depressie – de zogenaamde antidepressiva – nemen niet alleen de depressieve gedachten weg bij mensen, maar zorgen ook voor persoonlijkheidsveranderingen. Een nieuwe onderzoek toont aan dat patiënten minder neurotisch worden. Ook gedragen mensen zich extraverter dan voorheen.