Voor voeding en ontspanning is een leefgeld vereist van circa 70 euro per week. Om gezond te koken, hebben kotstudenten minimaal 6,7 euro per dag nodig, becijferde CEBUD een jaar geleden. Rekening houdend met 15% voedselinflatie is dat nu 7,7 euro per dag of 38,5 euro per week.
Een kotstudent zal volgens het CEBUD 2.430 euro per jaar aan voeding besteden, een pendelstudent 2.122 euro.
Denk bijvoorbeeld aan een campuskaart voor de trein, poetsmateriaal op kot en een printbudget. Daarvoor wordt in totaal gerekend op 5,10 euro per week. En dan is er nog de ontspanning. Reken op een budget van 31 euro per maand om mee naar een fuif te gaan en wat te drinken op café.
Wanneer we focussen op enkel voeding, ontspanning en onderhouden van relaties, blijkt er geen groot verschil te bestaan tussen het weekbudget voor een kotstudent en een pendelstudent: 4.523 euro per jaar versus 4.252 euro per jaar. Wie pendelt, kan 's avonds thuis warm eten.
Veel ouders leggen al geld apart voor een studie later als een kind nog jong is. Een richtbedrag voor de kosten van studeren is ongeveer 1000 euro per maand. Het hangt er ook vanaf of studenten uitwonen of thuis wonen en of ze een studie doen op mbo-, hbo- of wo-niveau.
Wettelijk minimum leefgeld
Indien het budget het toelaat, wordt er wel rekening gehouden met een normbedrag van 40 euro per week voor de eerste persoon. Voor elk extra gezinslid komt er nog 10 euro bij. Voor een tweepersoonshuishouden geldt dan dus een normbedrag van 50 euro per week.
Uitwonende studenten ontvangen gemiddeld €339 per maand, thuiswonende studenten krijgen €109 per maand (Nibud studentenonderzoek 2021).
Ouders staan zowel voor gewone als buitengewone kosten in. De “gewone” kosten, “verblijfsgebonden” kosten genoemd, zoals voeding, kleding, water en elektriciteit worden betaald door de ouder waar het kind bij is. Indien de andere ouder een onderhoudsbijdrage betaalt, gebruikt men deze hier ook voor.
Op basis van de tabel van het Nibud komen wij uit op de volgende gemiddelde boodschappenkosten per maand: 1 persoon: € 237. 2 personen: € 432. 3 personen: € 439 of € 496 (1 kind van 4-8 jaar vs.
Vermindering van de inschrijvingskosten
Beursgerechtigde studenten hebben recht op een verlaagd inschrijvingsgeld. Studenten die niet in aanmerking komen voor een beurs maar over beperkte financiële middelen beschikken, worden 'bijna-beursstudenten' genoemd.
Kinderen die hoger onderwijs volgen, gaan soms op kot. Dat kost behoorlijk veel geld. Afhankelijk van de financiële situatie thuis heb je recht op een financiële bijdrage, de zogenaamde kottoelage. Je krijgt meer info bij de sociale dienst van de hogeschool of universiteit waar de student is ingeschreven.
Een jobstudent mag maximaal 14 514,29 euro verdienen in 2023. Dit is het brutobedrag na de inhouding van sociale bijdragen. Als je onder dit bedrag blijft, betaal je geen belastingen. Toch zijn er ook andere bedragen waar je rekening mee moet houden om fiscaal ten laste te blijven van je ouders.
Voorlichtingsinstituut Nibud adviseert om vanaf het 12e jaar met kleedgeld te beginnen. De meeste kinderen ontvangen maandelijks een bedrag tussen de 25 en 50 euro. Slechts 2 procent krijgt meer dan 100 euro. Uiteraard zegt dit bedrag pas iets als ook bekend is wat kinderen ervan moeten kopen.
Alleenstaande ouders die kinderalimentatie ontvangen, moeten vanaf het moment dat het kind 18 jaar wordt de kinderalimentatie betalen aan het kind! Dit geld moet elke maand overgemaakt worden op de bankrekening van het kind. Kinderen hebben tot hun 21ste levensjaar recht op de kinderalimentatie.
Kunnen je ouders niet meebetalen aan de studie? Dan kan je een aanvullende beurs aanvragen. De aanvullende beurs is er voor studenten op het mbo, hbo en universiteit. Met de rekenhulp van DUO kan je kijken wat de hoogte is van je studiefinanciering inclusief aanvullende beurs.
Veel mensen denken dat zij recht hebben op leefgeld of dat wij (wettelijk) verplicht zijn om leefgeld te betalen. Dat is dus absoluut niet zo. Als het kan, dan zullen we het altijd betalen, maar als er onvoldoende geld overblijft, dan moeten we het beperken of zelfs in zijn geheel inhouden.
Dichterbij streeft ernaar dat je zoveel mogelijk zelfredzaam bent. Daarom ontvang je leefgeld als je zelf voor je maaltijden zorgt. Dat leefgeld is € 8,05 per dag. Die vergoeding bestaat uit € 7,50 voor eten en € 0,55 voor hygiëne.
Maandelijks tien procent van je inkomen opzijzetten, dat adviseert het Nibud. Zo bouw je een buffer op en daarmee heb je minder kans om in financiële problemen te komen.
Voor het eerst sinds 2018 is het normbedrag in de werkkostenregeling (WKR) voor een lunch of andere maaltijd in de bedrijfskantine gestegen. Het normbedrag is per 1 januari 2023 € 3,55 per maaltijd.