Een ton is in het Nederlands spreektaal voor honderdduizend geldeenheden, bijvoorbeeld honderdduizend euro (€ 100.000,-).
Een miljoen euro weegt in biljetten van 500 euro ongeveer twee kilo, in biljetten van 100 euro is dat tien kilo.
Een tien-eurobiljet weegt 0,72 gram, de uitvoering van twintig euro is met 0,80 gram iets zwaarder. Dit betekent dat je met alleen twintigjes bijna 17 kilogram moet sjouwen (21 duizend x 0,80 gram = 16.800 gram). Met tientjes is het met ruim 30 kilogram (42 duizend x 0,70 gram = 30.240 gram) wel wat zwaarder.
Er kunnen dan ook grote hoeveelheden geld discreet mee worden vervoerd. Zo heeft Europol becijferd dat één miljoen euro in biljetten van 500 euro 2,2 kilo weegt, tegenover 22 kilo in biljetten van 50 euro.
De benaming kon in later tijden niet meer letterlijk worden genomen, want zoveel zilver zat er in de gulden niet meer. Behalve zilver verloor de munt ook zijn naam, in 2002, maar 'ton' bleef in gebruik, nu dus voor 100.000 euro. Van oorsprong is ton, zoals het woord doet vermoeden, een inhoudsmaat.
Een ton is in het Nederlands spreektaal voor honderdduizend geldeenheden, bijvoorbeeld honderdduizend euro (€ 100.000,-).
Een kiloton komt overeen met de explosiekracht van 1000 ton (1 miljoen kilogram) TNT.
Dit heeft immers gevolgen voor verklaringen over coupures van € 100 en € 200. Coupures van € 500 worden al sinds 2019 niet meer in omloop gebracht en kunnen dus niet worden gepind sindsdien. Verklaringen dat 500 euro is gepind zijn dus daarmee sinds 2019 op voorhand hoogst onwaarschijnlijk.
Bekijk het volgende voorbeeld: Hoe wordt drieënveertig miljoen euro genoteerd in cijfers? Een miljoen = 1.000.000, dit heeft dus 6 nullen.
Er zijn ruim 29 miljard eurobankbiljetten in omloop, met een totale waarde van meer dan € 1,5 biljoen. We zorgen ervoor dat elk biljet aan de hoogste kwaliteitsnormen beantwoordt, bestand is tegen vervalsing en overal ter wereld veilig kan worden gebruikt.
Euro biljetten wisselen en omwisselen
Er zijn weinig instanties en winkels die deze grote biljetten accepteren. De Nederlansche Bank heeft dan ook aangegeven dat de €500 biljetten eind 2018 niet meer worden uitgegeven. Bij het Geldwisselkantoor kunt u deze grote biljetten wisselen tegen een kleine commissie.
Er zijn 7 verschillende eurobankbiljetten: van € 5, € 10, € 20, € 50, € 100, € 200 en € 500. De afbeeldingen op de biljetten zijn in alle eurolanden hetzelfde. Ieder biljet heeft een serienummer.
Hoe de financiële betekenis van ton ontstaan is, is onduidelijk. Het Etymologisch woordenboek van Van Dale (1997) relateert haar aan 'het feit dat het gewicht van de gulden van 1840 tot 1945 10 gram was, zodat iem. die een ton bezat 1000 kg geld had'.
1 ton = 1000 kilo.
Biljetten opnemen
Als de limiet en het saldo voldoende zijn kunt u per betaalpas maximaal € 10.000 per dag opnemen via een pinautomaat. Tot € 10.000 betaalt u de reguliere kosten per opname. Een pinautomaat geeft biljetten uit van € 50, € 20 en € 10. Enkele pinautomaten hebben biljetten van € 5 beschikbaar.
Biljetten storten kan bij een stortautomaat met uw betaalpas en pincode. Geld storten kan alleen in euro's. De invoerlade kan per keer 200 biljetten verwerken.
Opnemen tot € 5.000
kun je eenvoudig een geldautomaat van Geldmaat vinden en/of geldautomaten van andere banken. Per dag kun je maximaal € 500 per dag opnemen.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf. Dat is 10 euro waard.
Breng je de muntjes binnen in een zak van maximum tien kilogram, dan betaal je er vier euro voor. Tenzij je een jongerenrekening (min achttien) hebt of het voor een spaarrekening is met minderjarige titularis. Dan is het gratis. * KBC: Jongeren (min 25 jaar) kunnen gratis munten binnenbrengen.
Op dit moment zijn de speciale biljetten alleen te koop op een paar plekken in Frankrijk en Duitsland. Voor twee à drie euro kun je in souvenirwinkels een waardeloos biljet kopen met bijvoorbeeld de Dom van Keulen erop, de Londense Big Ben of het Colosseum in Rome.
Hoeveel kilo is een ton? 1000 kilo is gelijk aan een ton.
1 liter stemt overeen met 0,85 kilogram.
Wat is 30.000 kilo? Denk aan het gewicht van 30 kleine autootjes of 10 olifanten.