Mond-op-mondbeademing bij mensen met een hartstilstand is niet de beste methode. Alléén hartmassage redt twee maal zoveel levens als een combinatie van mond-op-mondbeademing én een hartmassage. resultaten vrijdag zijn gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet.
Mond op mond beademing is een cruciaal onderdeel van reanimeren, samen met het gebruiken van een AED of het geven van borstcompressies. Mond op mond beademing zorgt ervoor dat er voldoende zuurstof in het bloed van het slachtoffer met een hartstilstand aanwezig blijft.
Beadem 2 keer
Adem normaal in en adem in 1 seconde gelijkmatig uit in de mond van het slachtoffer. Kijk daarbij uit je ooghoek of de borstkas van het slachtoffer omhoog komt. Onderbreek de borstcompressies hiervoor nooit meer dan 10 seconden.
Dit heeft te maken met het percentage zuurstof in de lucht (21 procent) en de hoeveelheid die we daar weer van uitademen (ongeveer 17 procent). De uitgeademde lucht bevat meer dan genoeg zuurstof om in de longen van het slachtoffer ook nog voldoende zuurstof uit op te nemen.
Reanimeren is van levensbelang om de tijd te overbruggen tot de AED de schok geeft. Het zorgt ervoor dat er zuurstof naar de hersenen blijft gaan. Al na 4 tot 6 minuten zonder zuurstof raken hersencellen onherstelbaar beschadigd. Toch kan niet in alle gevallen de AED iemand redden.
1 jaar na de hartstilstand heeft ongeveer de helft nog last van vermoeidheidsklachten en ongeveer 30% heeft emotionele problemen. veel mensen kunnen na verloop van tijd hun werk weer hervatten. 1 jaar later is ruim 70% weer aan het werk, waarvan een deel wel minder uren werkt.
Hierbij valt te denken aan een reanimatie, een zeer ernstig ongeval of vanwege tilassistentie. Om de noodzakelijke handelingen zo snel en kundig mogelijk uit te kunnen voeren worden er soms twee ambulances gestuurd. Twee verpleegkundigen en twee chauffeurs voeren dan gezamenlijk de nodige handelingen uit.
Ook kan door de beademing een klaplong (pneumothorax) ontstaan. Verder is het bekend dat door beademing het risico op een longontsteking (pneumonie) toeneemt. Bij niet-invasieve beademing bestaat het risico op drukplekken aan het hoofd/in het gezicht als gevolg van het masker en is er een verhoogde kans op verslikken.
De belangrijkste risico's van intubaties zijn weefselschade (keel, stembanden en luchtpijp) en schade aan gebitselementen (meestal de boventanden). Daarnaast bestaat het risico op verslikken, waarbij maaginhoud in de longen terechtkomt.
Omdat er ook risico's verbonden zijn aan kunstmatige beademing probeert men de duur van beademen zo kort mogelijk te houden. Beademing is geen behandeling op zich maar geeft de tijd om van de aandoening of verwonding te genezen. Het is nooit volledig te voorspellen hoe lang iemand kunstmatig beademd moet worden.
Mond-op-mondbeademing bij mensen met een hartstilstand is niet de beste methode. Alléén hartmassage redt twee maal zoveel levens als een combinatie van mond-op-mondbeademing én een hartmassage. resultaten vrijdag zijn gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet.
Mond-op-mondbeademing is een vorm van kunstmatige ademhaling, die als eerste hulp kan worden toegepast bij iemand die zelf niet meer in staat is te ademen. Na het openen van de luchtweg door middel van de kinlift blaast men het slachtoffer lucht in de longen, zodat diens bloed toch van zuurstof wordt voorzien.
De overlevingskansen tijdens een hartstilstand zijn klein. Onacceptabel klein. Gemiddeld overleeft maar 10% van de mensen een hartstilstand. Toch zijn de overlevingskansen in sommige gebieden bijna 30% en soms zelfs wel 50%.
Daarom wordt uw naaste de eerste 24 uur na opname gekoeld op de IC als zijn of haar lichaamstemperatuur boven de 36 graden komt. Uw naaste is dan 24 uur lang in een koeldeken gewikkeld, ligt aan de beademing en wordt in slaap gehouden.
Een reanimatiepoging wordt gestopt onder de volgende omstandigheden: - indien de hulpverlener te vermoeid is om de handelingen voort te zetten; - wanneer het slachtoffer normaal gaat ademen of ademt - als professionele hulpverleners de reanimatie overnemen; - als men er niet binnen 20 minuten in slaagt om in contact te ...
Midden jaren '90 was de overleving 9 procent. Inmiddels is dit percentage gestegen tot bijna 25 procent. Meerdere factoren zijn van invloed op de overleving: het hoge percentage omstanders dat start met reanimatie voor de aankomst van de ambulance (in 75% van de gevallen)
Soms blijkt het tijdens een standaard intubatie onmogelijk om de tube in de trachea te plaatsen. Dan spreken we van een moeilijke intubatie. Mensen zijn vaak geneigd om de moeilijke luchtweg en de moeilijke intubatie door elkaar te gebruiken, alsof er hetzelfde mee wordt bedoeld, maar dat is niet correct.
De patiënt ligt aan een beademingsapparaat. Daardoor blijven de longen nog zuurstof opnemen en blijft het hart nog kloppen. Als de beademing stopt, stopt ook het hart en de bloedsomloop.
Hoe lang de patiënt op de buik verpleegd moet worden is bij iedere patiënt verschillend en hangt af van de reactie op buikligging. Het kan variëren van een aantal uren tot enkele dagen.
Meestal wordt een patiënt de eerste tijd van de beademing door medicijnen in slaap gehouden. Een patiënt kan dan beter herstellen van de ziekte en beter beademd worden. U kunt gewoon praten tegen de patiënt en deze aanraken.
Artsen brengen een patiënt in coma met een verdoving of door zijn lichaamstemperatuur beneden de 33 °C te brengen. Deze toestand is reversibel, wat betekent dat de arts de patiënt weer uit het coma kan halen door de behandeling stop te zetten.
Om de hypoxemie te bestrijden zijn er twee opties: de zuurstofconcentratie van de inademingslucht en/of de hoeveelheid PEEP. Bij deze patiënten starten we de beademing vaak met 50-80% zuurstof en een hoge PEEP (10-20 cm H2O).
Dit kan te maken hebben met veiligheid van het personeel (bijvoorbeeld bij steek -of schietpartijen) of omdat de politie veel sneller ter plaatse kan zijn en al handelend kan optreden (bijvoorbeeld door het beginnen met reanimeren). Bij meldingen op privé adressen wordt de politie (in principe) niet mee gestuurd.
Reanimatie door de brandweer
Dit omdat de brandweer vaak zeer snel ter plaatse kan zijn bij een vermoedelijke reanimatie. Een brandweervoertuig rijdt dan met zwaailicht en sirene naar het adres. Natuurlijk zal ook de ambulancedienst met zwaailicht en sirene aankomen.
Als een politievoertuig zwaailichten en sirene gebruikt, is het een voorrangsvoertuig. Als weggebruiker dient u dan onder alle omstandigheden het politievoertuig vrije doorgang te verlenen. Bij het gebruik van zwaailicht en sirene is het politievoertuig over het algemeen onderweg naar een spoedgeval.