Type, formaat, leeftijd en gezondheid van je plant zijn allemaal van belang. Als vuistregel kun je aanhouden om je plant 5-10% van de capaciteit van zijn pot in water te geven. Er zijn meerdere manieren om te weten of het al tijd is om water te geven. Je zou bijvoorbeeld een vochtigheidsmeter gebruiken.
De meeste planten krijgen liever in één keer wat meer water dan elke keer een klein beetje. Zorg er wel voor dat je niet te veel geeft, dit merk je als de aarde altijd vochtig blijft. Je maakt dan kans op wortelrot en dan is het al snel gedaan met je plant. De juiste hoeveelheid is zoveel als de grond kan opnemen.
De kamerplanten welke altijd in vochtige grond moeten staan, krijgen water wanneer de bovenkant van de grond lichter van kleur wordt. Nog beter; steek een vinger in de grond, plakt er aarde aan je vinger? Dan is de grond nog vochtig genoeg. Wacht nog even met water geven.
Als je je plant te veel water hebt gegeven, herken je dat vaak aan blad dat geel wordt en afvalt. Maar het kan ook zijn dat bladeren juist verdrogen en bruin worden. Altijd goed dus om onder de grond te checken hoe het staat met de vochtigheid als je ziet dat je plant ongelukkig wordt.
Een gezonde volwassene heeft ongeveer 35 ml water per dag per kilogram lichaamsgewicht nodig. Deze richtlijn wordt u aanbevolen door wetenschappelijke organisaties. Een persoon van 50 kilo heeft dus 1,7 liter nodig, bij 60 kilo 2,1 liter, bij 70 kilo 2,4 liter en bij 80 kilo 2,8 liter.
Water dat je hebt gekookt, bevat minder kalk. Het water is dus minder hard. Dit komt ten goede aan je (kamer)planten. Wij koken er niet speciaal water voor, maar er blijft toch best vaak water achter in de waterkoker.
Over het algemeen vinden planten kraanwater prima, maar worden ze extra gelukkig van regenwater. Dat komt omdat er in ons kraanwater allemaal extra mineralen zitten die niet in regenwater voorkomen. Een mineraal dat in hoge mate in kraanwater zit is bijvoorbeeld kalk.
Dan doe je er goed aan om 'm te dompelen: zet je vetplant dan met kluit en al in een bak met water (plant boven water houden), wacht twee uur tot de kluit helemaal lekker volgezogen is. Daarna kun je weer een à twee weken wachten met water geven.
Hoe langer je weggaat, hoe meer je planten je zullen missen. Althans, de meeste van hen. Vetplanten vinden het bijvoorbeeld prima als je langer dan een week weggaat, maar bloeiende planten zullen daar minder blij mee zijn. Die kunnen namelijk echt niet langer een/twee weken zonder verzorging.
Meestal heeft dit te maken met te weinig of te veel water. Ook kan het te maken hebben met seizoensgebonden veranderingen, mijt of verandering van omgeving of plek in huis. Gele bladeren bij planten is gelukkig niet iets waar je je enorm veel zorgen om hoeft te maken.
Je krijgt meestal het advies om je planten buiten 's avonds water te geven. 's Avonds koelt het af, water kan diep de grond in zakken, en de planten hebben meer tijd om water op te nemen voordat het verdampt.
Als je plant al wat langer te veel water krijgt kan je dat zien aan de bladeren. Ze zullen lichtgroen of geel worden en uiteindelijk van de stam afvallen. Heeft je plant al wortelrot door een overschot aan water, dan is de kans groot dat de bladeren juist verdorren en van de plant afvallen.
Afwaswater… … gaat meestal direct de put in, zonde. Je kunt het zeker gebruiken om vaste planten en wortelgewassen mee te besproeien.
Reacties. Dat betekent dat de grond waarin ze staan nooit helemaal mag uitdrogen. De plant moet echter ook niet te nat staan.
Regenwater is beter voor planten omdat het minder kalk en mineralen bevat. Regenwater bevat van nature nauwelijks opgeloste stoffen, waardoor meststoffen beter in het water oplossen en de plant ze beter kan benutten.
De belangrijkste tip voor de meeste kamerplanten is: wacht tot de potgrond droog is voordat je water geeft. Zet de plant op een grote schotel of in de gootsteen, zodat het water kan weglopen. Geef water totdat alle potgrond vochtig is. Zet de plant terug in de sierpot wanneer er geen water meer onder uit de pot komt.
Een waterbol (soms ook waterdruppelaar of self watering globe genoemd) is een bol met een lange tuit, meestal van plastic of van glas. Het idee is dat je de bol vult met water en deze onder een hoek (dus niet volledig rechtop) in de potgrond steekt, zo'n 10 centimeter naast de stam van je plant.
Cactussen en vetplanten hoef je maar heel weinig water te geven: geef in de zomer af en toe een flinke plens water in een keer en laat de grond daarna bijna helemaal uitdrogen. In de winter hoef je maar eens in de 4 weken een beetje water te geven. Controleer wel regelmatig.
Eens per twee weken water geven
Veel planten kunnen normaal gesproken wel zonder extra water. Maar tijdens lange perioden van droogte hebben ze wel wat meer water nodig. Het is beter om een keer per twee weken een flinke hoeveelheid te geven dan wat vaker een klein beetje.
Planten dompelen betekent het onder water duwen van de pot van de plant. De plant zuigt zich dan vol met water. Planten als een Hortensia of Azalea moet je dompelen.
Flessenwater is niet gezonder dan water uit de kraan. Maar veel mensen verkiezen de smaak van flessenwater, omwille van het chloorluchtje van leidingwater. Flessenwater is wel veel duurder en de flessen zorgen voor een gigantische afvalberg.
Als je water kookt verdampen er watermoleculen, maar de mineralen, zoals kalk, blijven juist achter. Hierdoor is er minder water, waar in verhouding juist meer kalk in zit. Er zal een beetje kalk neerslaan in je pan of waterkoker, dat is de kalkaanslag, maar er zit nog steeds kalk in je water.
Het is essentieel dat je plant in een pot met gaten onderin staat, anders kan het water niet worden opgenomen. Je kunt je plant op een schoteltje met water zetten. Laat je plant hier een half uurtje in staan en vul het water aan als het op is. Hierna kun je je plant even laten uitdruppelen en weer terug zetten.