Aan de hand van onderzoek is bepaald dat bij normale omstandigheden 50 V wisselspanning en 120 Volt gelijkspanning als veilige spanningen worden beschouwen.
Het aanraken van een onder spanning staand deel met wisselspanning boven de 50V is gevaarlijk. Wanneer je in aanraking komt met zo een onder spanning staand deel kan de stroom door het lichaam van deze persoon gaan.
Een hoog voltage, maar een relatief lage stroomsterkte veroorzaakt een pijnlijke scheut in het lichaam, maar het geeft geen permanente schade. Zou de ampère hoger zijn geweest dan was het vele malen gevaarlijker geweest. De eenheid van stroomsterkte is ampère.
Op een gewone vaste telefoonlijn staat in rust ongeveer 50 V gelijkspanning, wat als veilig wordt aangemerkt. De meeste mensen zullen deze spanning niet eens voelen.
Wat is het? Als een elektrische stroom in contact komt met het lichaam en door het lichaam passeert (= elektrocutie), ontstaat lichamelijke schade. Dit wordt elektrische verwonding genoemd. De ernst van de verwonding is afhankelijk van de sterkte, de duur en de weg door het lichaam van de elektrische stroom.
Bij spanningen zoals 230 VAC van het lichtnet is er echter sprake van zowel een enorme stroomsterkte die kan worden geleverd (in de orde van honderden tot duizenden ampères) als een spanning die hoog genoeg is om een dodelijke stroomsterkte door de persoon te laten lopen.
Met een droge huid kun je best 230V aanraken, bij zweet of ander vocht kan 110V al dodelijk zijn. Voor veiligheid worden spanningen tot 48V als ongevaarlijke laagspanning beschouwd maar bij een natte huid kan het toch een pijnlijke schok opleveren.
Normaal (in droge toestand) is de weerstand van een menselijk lichaam vrij hoog (10-tallen kilo-ohms) en is de stroom die er zal vloeien bij aanraking van 12V erg klein en en zal je die zelfs niet voelen.
Gelijkstroom-installaties werken over het algemeen met spanningen van 12-24 Volt. Dat is zelden dodelijk, maar er zijn meer gevaren. Het betekend namelijk ook dat de stroomsterktes kleiner zijn. Te klein om, zelfs bij kortsluiting, een stop te laten springen.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Over het algemeen worden spanningen onder de 24 Volt als zwakstroom aangemerkt. Deze stroom kan je veilig aanraken met de blote huid. Door de lage spanning en de gemiddelde weerstand van de menselijke huid kan de stroom door je lichaam niet hoog genoeg oplopen om schade aan te brengen.
Het kan raar klinken, maar van de volts (de spanning) ga je niet dood. Een weidraad bijvoorbeeld kan een schok geven van 60.000 Volt.
De maximale spanning van het stroomstootwapen is 50.000 Volt. De kracht zit niet in de hoge spanning (het voltage), maar in de stroomsterkte, die 1,3 mili-ampère (0,0013 A) per seconde bedraagt.
Maximaal staat er op zo'n aansluiting een netspanning van 400 volt. Dit komt omdat er ook spanning tussen de fasen is. Volgens de wet mag de spanning 10 procent meer of minder zijn.
De hoogte van de spanning. Deze is in het Nederlandse net ongeveer 230 Volt met een frequentie van 50 Hertz. De grenzen waarbinnen spanning mag variëren. Hoe snel en in welke mate de variatie plaats mag vinden.
Met veilige spanning wordt bedoeld een wisselspanning tot 50 Volt, of een gelijkspanning tot 120 Volt. Verwar deze term niet met laagspanning. Laagspanning heeft betrekking op een spanning lager dan 1000 Volt wisselspanning of 1500 Volt gelijkspanning.
Welnu, ons thuisnetwerk werkt onder een eenfasige spanning van 240 volt en onder een driefasenspanning van 400 volt. Die spanning is dus potentieel dodelijk. De stroom die door een metalen draad loopt, warmt deze bovendien evenredig op: hoe meer stroom, hoe warmer de geleider.
30 mA door de hart (arm 1 door je hart en via andere arm terug, bijvoorbeeld als je met beide handen een stroomdraad met spanning vastpak) is genoeg om eraan te overlijden. 1 A overleef je niet. Heel je spierenstelsel zou dan verbranden. Je kan het zien als overbelasting.
DC-spanning is constant en kent geen piek- of effectieve waarden. Daarom geldt een wisselspanning van 50V als veilig, terwijl bij gelijkspanning de grens ligt op 120V. Dat geldt voor droge situaties. Bij natte huid is de veilige spanning de helft lager, dus respectievelijk 25V en 60V.
De nuldraad of de nulleider is de draad die meestal elektrisch gekoppeld is met de aarde, hij wordt daarom ook wel de neutrale geleider genoemd. Omdat de nuldraad elektriciteit terugleidt staat deze onder spanning, het is daarom belangrijk dat je de draad niet aanraakt, tenzij de stroom eraf is gehaald natuurlijk.
Vóór 1989 had de netspanning een voltage van 220. In 1989 werd besloten om de hoogte van de spanning te verhogen tot 230 volt. De reden hiervoor was om in Europa tot één niveau voor laagspanning te komen. Op deze manier is het ook makkelijker voor toeristen om stopcontacten in andere Europese landen te gebruiken.
Bij hoge spanning (>1000 volt) zullen de hersenen dusdanig beschadigd raken dat er een ademstilstand optreedt, waarna onvermijdelijk ook een hartstilstand zal optreden. Ook spieren zullen reageren op de stroom.
Afhankelijk van de vochtigheid van de huid kan deze weerstand variëren van 1kohm tot 500kohm. Ook capacitief vindt overdracht plaats, zo bedraagt bv. de capaciteit tussen een staand persoon en de aarde 700pF. Stromen met een sterkte van 100 mA die van arm tot arm door het lichaam lopen kunnen de dood tot gevolg hebben.
Bij hoogspanning (meer dan 1000 volt) is te dicht naderen van een geleider al heel gevaarlijk. Gewone stroom, maar ook statische elektriciteit die bijvoorbeeld ontstaat bij laden en lossen van vloeistoffen, kunnen brand en explosies veroorzaken.