Aan de gemiddelde tros tomaten groeien zo'n vijf tot zes tomaten. Voor snoeptomaatjes is dit uiteraard veel meer, daar zie je trossen die gemakkelijk twintig tomaatjes hebben.
Als hobby kweker maakt je tomatenplant zo een 6 tot 8 trossen aan in je serre of tuinkas en 4 tot 6 trossen buiten. Wanneer je in april al 1 tros bloemetjes hebt, wil dat zeggen dat je in mei al drie trossen hebt met de eerste groene vruchten op de onderste tros.
Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter). Laat bij het planten de kluit 1 cm boven de grond uitsteken, en geef meteen wat lauw water.
Doorgaans kan een tomatenplant tussen de 10 en 45 kilo per plant produceren. Als het gezond is, kan het meer dan honderdtien pond per jaar produceren. Een tomatenplant kan tussen de twintig en negentig tomaten produceren.
Plantafstand: minimum 75 cm tussen de rijen. Plantafstand: minimum 35 cm aan tussen de planten. Plant tomaten diep genoeg, aan de stam zullen dan extra wortels groeien.
Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje. Zo ontwikkelt je tomatenplant langere, diepere wortels en daarmee een sterker wortelsysteem. Tomaten geef je dus veel water, maar alleen totdat deze beginnen te verkleuren. Geef dan matig water, anders barsten de vruchten!
Tomaat - aardappel, erwt, venkel, diverse koolsoorten.
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Hoe vaak bemest je tomaten? Je kunt beter regelmatig een klein beetje mest geven dan heel veel in één keer. Bemest je tomatenplant eens per drie weken. Maar houd vooral de dosering op de verpakking aan.
Tomatenplanten houden van een warme en zonnige plek. In kas heb je altijd voldoende warmte, daardoor groeien tomatenplanten hierin erg goed. Het seizoen is langer en je kan dus meer tomaten oogsten. Je kan de jonge tomatenplanten vanaf half april planten in de kas.
Hij leeft een seizoen. Als je hem uitgraaft, kan je hem op een lichte warme plaats wel overwinteren. Hij zal dan echter lang en dun uitgroeien (Etoilleren). Mocht je hem tot het voorjaar in leven weten te houden dan kan hij de tuin in geplant worden.
Tomatenplanten houden van zon, warmte en voed-zame grond. Kies dus een plek uit om de tomaten-planten te laten groeien, die voldoet aan deze voorwaarden. Als je buiten tomaten wilt gaan kweken, zorg dan dat de planten uit de wind staan en het liefst op het zuiden.
Vergeelde blaadjes onderaan de plant kunnen wel weggesneden worden. Als, bij de sterker groeiende tomatenplanten, een paar bladeren op de grond hangen, kan je die wel verwijderen. II. Bloei tros 2 : De onderste 3-4 bladeren kunnen nu definitief weggesneden worden.
Als een tomatenplant niet of slecht gesnoeid wordt en daardoor heel veel bladeren heeft, gaat de bestuiving ook moeizaam. Ook al heeft deze veel trossen met bloemen, veel of grote tomaten groeien niet aan zo'n plant.
Toppen doe je door de stam te verwijderen boven de 2 eerste bladeren na de laatste tros. Tomatenplanten kunnen echt groeien als onkruid. Het verwijderen van bladeren heeft als voordeel dat de plant beter opdroogt na regen (buitenteelt), maar ook dat er meer licht en lucht aan de plant en zijn vruchten kan.
Tomaten hebben kalk nodig. Drie of vier verpulverde eierschalen per plantgat doet de plantjes goed. Verzamel dus een paar dagen je eierschalen. Was ze in warm water, leg ze te drogen op een stukje keukenpapier en vermaal ze in een keukenmachine of vijzel.
Pluk ook niet in één keer te veel bladeren van een plant af, daar schrikt een tomatenplant van en dat vindt hij niet fijn. Beter is het om regelmatig ( bijv. 1x per week) 2 tot 3 bladeren te verwijderen.
Als hij niet regelmatig water krijgt, gaat hij dood. Alleen als de tomaten gaan verkleuren van geel naar rood, geef je zoveel water dat het blad groen en goed blijft – dit is zeker minder in het begin. Dan geef je om de twee dagen een flinke scheut. Dat doe je een beetje op gevoel.
Bij tomaten kan je ook nog paprika, meloenen, pepers, en komkommers planten. Wel te verstaan als ze groot genoeg is .
De reden waarom stamtomaten worden aangebonden is dat stamtomaten (zeker in de kas) grote planten worden tot meer dan 2 meter hoog. Door de hoofdstam elke 15 tot 30 centimeter vast te binden aan een stok zorg je dat de planten niet omvallen.
Wortel – aardbei, bieslook, boon, dille, erwt, knoflook, kool, prei, radijs, sla, snijbiet, tomaat en ui. En dan het stinkertje (Tagetes)… Het mag dan wel een beetje vreemd ruiken, maar het is een ideale buurplant voor aardbeien, bietjes, tomaten en aardappelen.
Tomaten houden niet van regen. Knip eventueel wat blad weg wanneer een plant te lang nat blijft na een regenbui. Knip ook bladeren weg die het zonlicht weghouden van de vruchten. Laat in ieder geval altijd minstens 6 tot 8 grote bladeren aan de plant zitten.
Gebruik stevige bamboe of wilgen stokken van 2 tot 2,50 meter lang. Steek de stokken achter de geplante tomatenplanten zo diep mogelijk in de grond, zodat de stokken goed stevig staan. Vervolgens knoop ik onder elke tros met een stukje jute touw de tomatenplant vast aan de stok.