Een cirkel heeft oneindig veel symmetrieassen, iedere lijn door het middelpunt is er een.
Zo bezit een vierkant vier symmetrieassen: een horizontale, een verticale en twee diagonale. Daarnaast is het vierkant ook puntsymmetrisch en draaisymmetrisch. Bij cirkelsymmetrie zijn er oneindig veel symmetrieassen en is er ook draaisymmetrie over willekeurige hoeken.
We onderscheiden drie vormen van symmetrie: spiegelsymmetrie, schuifsymmetrie en draaisymmetrie. Het woord symmetrie is afkomstig uit het Grieks; symmetros = gelijke maat houdend, passend bij.
Een cirkel heeft geen zijden en geen hoekpunten. Een cirkel heeft een middelpunt en een straal.
Ja, het pentagram is draaisymmetrisch. De n driehoeken met één hoekpunt in het draaicentrum hebben in het draaicentrum allemaal een hoek van (360n)∘ ( 360 n ) ∘ , dus alle hoeken van een regelmatige n -hoek zijn (180−360n)∘ ( 180 - 360 n ) ∘ . Ja, want 180 is een veelvoud van 60 . Ja, hij heeft zes symmetrieassen.
Nou, als je vanaf de symmetrieas x = p een stapje a naar rechts gaat dan kom je uit bij het punt dat hoort bij x = p + a En als je een even groot stapje a naar links gaat, dan kom je uit bij een punt dat hoort bij x = p - a. Als de grafiek lijnsymmetrisch is, dan liggen die punten even hoog (zijn elkaars gespiegelde).
De symmetrieas is de lijn die een figuur in twee gelijke delen deelt. Dit wordt ook wel de spiegelas genoemd omdat de twee helften elkaars spiegelbeeld zijn. Dan zeggen we dat het figuur symmetrisch is. Dit betekent dat het figuur in 2 gelijke helften kan worden gedeeld.
Het middelpunt van een cirkel ligt precies even ver van elk punt op de cirkel. De straal is de lengte van de lijn die loopt vanuit het middelpunt naar de cirkel. De diameter, ook wel de middellijn, is een lijn die door het middelpunt gaat en de cirkel precies door 2 deelt.
Een regelmatige vijfhoek heeft 5 symmetrieassen.
Een cirkel is verdeeld in 360 ∘ . Hoeken kun je meten met de gradenboog op je geodriehoek. De gradenboog is een halve cirkel die in 180 ∘ verdeeld is.
Een kubus heeft 9 symmetrievlakken, 6 diagonaal, 3 recht: b. Alle vlakken door het middelpunt snijden de bol in twee helften.
In totaal heeft een kubus dus 13 symmetrie-assen: drie 4-tallige, vier 3-tallige en zes 2-tallige assen.
Een figuur heet puntsymmetrisch als hij hetzelfde blijft als je hem op de kop zet.
Tweezijdig symmetrisch of zygomorf: boven- en onderzijde van de bloem zijn verschillend, waardoor er slechts één symmetrieas is.
Een gelijkzijdige driehoek heeft altijd exact drie symmetrieassen. Een symmetrieas loopt door een hoekpunt en deelt de overliggende zijde in twee gelijke delen.
Een ruit is lijnsymmetrisch met twee symmetrieassen, puntsymmetrisch en draaisymmetrisch met een kleinste draaihoek van 180∘ .
Een zeshoek of hexagoon, Oudgrieks: ἕξ, hex, zes en γωνία, gonia, hoek, in het algemeen is een figuur met zes hoeken en zes zijden. De hoeken van een regelmatige zeshoek zijn 120° = 180° – 360°/6.
kring, ring, rondje, rondte, ronde, lus. als synoniem van een ander trefwoord: ring (zn) : band, cirkel, gordel, kring, schakel.
Een cirkel met bijvoorbeeld straal r = 3 cm heeft dus een opperlvlakte van PI*(3cm)^2 = 9 PI cm^2. Je zou dan geneigd zijn om te zeggen dat er in een grote cirkel met straal r = 10 cm dus 100 cirkeltjes met een straal r = 1 cm moeten passen, omdat de oppervlakteverhouding ook 1: 100 is.
In de figuur zie je een deel van de cirkel gekleurd. Zo'n deel noemen we een sector. Die loopt vanaf het middelpunt naar twee punten op de cirkelboog, in dit geval A en B. Punt A naar B is de cirkelboog van de sector.
De spiegelassen zijn de twee diagonalen en de twee lijnen die overstaande zijden doormidden delen. De vier spiegelassen in het vierkant.
Deze hoek zit altijd tussen de 0 º 0º 0º en de 360 º 360º 360º. Bij het berekenen van de kleinste draaihoek kun je gebruik maken van het volgende stappenplan: Tel in hoeveel stappen je één rondje kunt draaien. Deel 360 º 360º 360º door het aantal stappen.