Toch is zomergerst geen gewas met een grote behoefte aan stikstof. Het gaat efficiënt met de beschikbare stikstof om en na de oogst blijft er niet meer dan 20 à 30 kg N per ha achter in de bodem (0-60 cm).
Voor een goede opbrengst heeft zomertarwe een totaalgift stikstof nodig van 150 tot 200 kg per hectare. Via de mest moet circa 100 kg werkzame stikstof op het land gebracht worden, afhankelijk van voorvrucht en de hoogte van de eerste gift.
Bij een opbrengst van 18 ton droge stof per hectare hebben de maïsplanten ongeveer 240 kilogram stikstof nodig en ruim 80 kilogram fosfaat. De wetgeving staat echter niet toe om deze hoeveelheden aan te voeren in de vorm van mest.
Stikstof is voor de plant van belang voor de vorming van eiwitten, allerhande organische verbindingen en bladgroen. Stikstof is met name van belang voor de bladvorming en beinvloedt dus de fotosynthese capaciteit van een gewas.
De oogst van de gerst is meestal in augustus. De opbrengst kan variëren van 5 ton tot ver boven de 9000 kg per hectare.
Op de mondiale graanmarkten was sprake van iets lagere tarwenoteringen. De prijs van brouwgerst is op de Duitse graanmarkt in Mannheim omhoog geschoten tot maar liefst 412,50 euro per ton. Medio september 2021 werd de 300 euro aangetikt.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
Voor kleigronden dat de groenbemester uiterlijk 1 september is ingezaaid en minimaal 8 weken (56 dagen) moet blijven staan. Een uitzondering is er voor groene braak en als de groenbemester minimaal tien weken in het groeiseizoen op het land staat als aansluitend daarop een volggewas wordt geteeld.
Een vuistregel is dat per ton tarwe ongeveer 25 kg N/ha nodig is. Deze stikstof komt op een aantal manieren beschikbaar voor de plant: De bodemvoorraad aan minerale stikstof na de winter. De mineralisatie van stikstof tijdens het groeiseizoen.
De gebruiksnorm voor stikstof uit dierlijke mest is 170 kilogram per hectare landbouwgrond. Heeft u een derogatievergunning*? Dan mag u meer stikstof uit dierlijke mest gebruiken. Voor landbouwgrond in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant of Limburg is de norm dan 230 kilogram per hectare.
De hoeveelheid stikstof hangt af van hoeveel melk een koe in een jaar produceert (in kilogram) en van het ureumgehalte (in milligram voor elke 100 gram melk). Ook de hoeveelheid fosfaat hangt af van de melkproductie.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit raadt u aan om u te houden aan de standaard gebruiksnorm voor dierlijke mest. Deze is 170 kilogram stikstof per hectare per jaar. Houd hier ook rekening mee bij het maken van uw bemestingsplan voor 2022.
Advies zaaizaadhoeveelheid
Afhankelijk van de omstandigheden en grondsoort waarin u zaait adviseren wij een hoeveelheid van 150-175 kg/ha.
Wintertarwe wordt in het najaar gezaaid, tussen oktober en december. Zomertarwe wordt in het voorjaar gezaaid, tussen januari en maart. Beide soorten worden in de zomermaanden geoogst. Over het algemeen heeft wintertarwe hogere opbrengsten, omdat het langer de tijd heeft om te groeien.
'De zaaizaadhoeveelheid is afhankelijk van het duizendkorrelgewicht. ' Dat ligt meestal tussen 40 en 55 gram, afhankelijk van ras, jaar en partij. 'De juiste zaaizaadhoeveelheid is globaal drie keer het duizendkorrelgewicht. Is dat 40, dan is 120 tot 125 kilo zaaizaad per hectare nodig.
Voor het eerste teeltdoel zijn Japanse haver en gele mosterd de aangewezen groenbemesters. Engels- en Italiaans raaigras kunnen ook als groenbemester worden toegepast voor het vastleggen van organische stof. Houd bij deze grassen wel rekening met de volgvrucht.
Soorten groenbemesters
Rode klaver, phacelia, gele mosterd, lupinen en wikken zijn soorten die het meest toegepast worden in de moetuin. Graansoorten als rogge, ook wel winterrogge genoemd of haver kunnen ook gebruikt worden maar zijn niet handig in de groententuin omdat ze meestal machinaal ingewerkt moeten worden.
Blauwe lupine kan niet later dan juli gezaaid worden, omdat het risico op een misoogst dan groter wordt. Phacelia kun je zaaien tot en met augustus. Gele mosterd, inkarnaatklaver en Japanse haver kun je zaaien tot en met september. Winterrogge zaai je van augustus tot en met oktober.
6. Heeft alleen Nederland een stikstofprobleem? Nee, de Habitatrichtlijn van de EU verlangt van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen.
De Nederlandse stikstofuitstoot is de hoogste van Europa: per hectare stoten we ongeveer 4 keer zo veel uit als het EU-gemiddelde. Van de Nederlandse uitstoot naar de lucht bestaat ongeveer 65% uit ammoniak (NH3) en 35% uit stikstofoxiden (NOx).
Waar komt de meeste stikstof vandaan? Twee derde van de stikstofdepositie wordt in Nederland zelf veroorzaakt, aldus schattingen van het RIVM: met name door landbouw, verkeer en industrie. Van die sectoren draagt de landbouw verreweg het meeste bij aan de hoeveelheid stikstof in de natuur.
De bruto opbrengsten bedroegen in 2020 voor wintertarwe zo'n 9,2 ton per hectare en voor zomertarwe 6,4 ton per hectare. In totaal werd in 2020 bijna een miljoen (953.929) ton tarwe geproduceerd, 17,6% minder dan in 2019.
Het zaad moet allemaal even diep liggen, afgedekt met een klein laagje grond. Het is nóg beter om het zaadje na het bedekken aan te drukken. Op deze manier wordt een zaaidiepte gecreëerd van 1 tot 3 cm. Uit onderzoek is gebleken dat er minder spruiten uit een plant komen als er dieper gezaaid wordt.