Aan de hand van jouw proeflapje weet je hoeveel steken en toeren je nodig hebt voor 10 cm. Een voorbeeld: 16 steken en 24 toeren is 10x10 cm. Een snelle som leert je dat je dus 1,6 steken nodig hebt voor 1 cm en het zestigvoudige hiervan voor 60 cm, dus 96 steken.
aantal steken in 10 cm x totaal aantal benodigde cm / 10
Bijvoorbeeld: in een lapje van 10 cm heb je 8 steken in 10 cm. Je wil een dekentje maken van 60 cm breed. Dan doe je dus 8 x 60 gedeeld door 10 = 48 steken. Je moet dus 48 steken opzetten voor een breedte van 60 cm.
U heeft dus 16 steken voor 10 cm nodig; 1,6 steken voor 1 cm, en het vijftig-voudige hiervan voor 50 cm (breedte voor- en rugpand), dus 80 steken.
40 cm. breedte. Je ziet nu dat je om een breedte van 40 cm. te krijgen van deze specifieke wol, je 112 steken moet opzetten.
Dat betekent: 10 cm = 10 steken, 40 cm = 40 steken.
20 steken = 10 cm in de breedte en 27 naalden in de hoogte = 10 cm. Resultaat / gevolg: Meer dan 20 steken – neem een naald in een grotere maat. Minder dan 20 steken – neem een naald in een kleinere maat.
Voor mijn trui moet ik 46 cm opzetten. Dus 4,6 x 26 = 120 vaste. Altijd nameten. 6,2 x 36 = 223 toeren.
Meestal is dat maat 38/40, maar dat kan per leverancier verschillen. Zo heb je van de Ecopuno maar 6 bolletjes nodig voor een trui in maat 38/40 en van de Superbingo heb je 13 bolletjes nodig. Het verbruik hangt onder andere af van de looplengte die ook op iedere garenwikkel staat, maar dat is niet het enige.
Mouwen: zet 42–44–46 steken op met donkergroen en brei 5 cm boordsteek. Ga verder in tricotsteek. Meerder voor de mouwwijdte 14 x 1 steek aan weerszijden van elke 6e naald. Minder bij 44 cm totale hoogte voor de raglan als bij de panden.
Een snelle som leert je dat je dus 1,6 steken nodig hebt voor 1 cm en het zestigvoudige hiervan voor 60 cm, dus 96 steken.
als je bv voor mt 38 70 st. op moet zetten en voor mt 40, 74 st, dan kun je volgens mij voor maat 42…78 steken en voor maat 44….. 82 steken opzetten.
Bijvoorbeeld: wordt in het patroon aangegeven dat de breedte 30 cm is en dat hiervoor 35 steken opgezet moet worden. Dan kijk ik naar de stekenverhouding van “mijn” wol en reken uit dat ik voor 30 cm 33 steken (3 x 11 steken) moet opzetten in plaats van de aangegeven 35 steken.
(Indien je je baseert op je heupomtrek voor een langere variant, tel je daarbij 5 cm) vb: je heupomtrek = 100 cm / 100 cm : 2 = 50 cm / 50 cm + 5 cm = 55 cm / 55 cm : 0,91 cm = 60,4 steken. Je zal in dit geval dus 60 steken moeten opzetten. (Opgelet! Zet telkens een even aantal steken op!)
Een trui maat M heeft gemiddeld een oppervlakte van 150 x 50 cm – oftewel 7500 vierkante cm. Deze oppervlakte deel je door het aantal bollen wat de leverancier aangeeft dat je nodig hebt voor een trui. Dan krijg je dus 7500 gedeeld door dat aantal bollen. Stel dat dat 15 is, dan doe je 7500 gedeeld door 15 = 500.
Wol. Wol is de warmste stof van allemaal. Dit materiaal isoleert beter dan andere soorten textiel. Het spul houdt schapen immers ook warm genoeg als het buiten vriest.
Welke maat is 54 voor truien? De kledingmaat 54 voor truien is de XL-maat. Deze internationale maat betekent "extra large". Het is vooral geschikt voor mannen met een borstomvang van 107-110cm, een tailleomvang van 97-100cm en een boordmaat van 43/44cm.
Een trui heeft gemiddeld een oppervlakte van 150 x 50, oftewel 7500 vierkante cm, deze oppervlakte deel je door het aantal bollen wat de leverancier aangeeft dat je nodig hebt voor een trui. Dan krijg je dus 7500 gedeeld door dat aantal bollen.
Bij een simpele trui duurt het breien van een achterpand ongeveer twee uur. Voorpand duurt langer, omdat je een halsuitsparing moet maken. De mouwen kunnen ook in ongeveer twee uur per mouw gemaakt worden. Deze tijden zijn zonder het puzzelwerk van kleuren kiezen en het bepalen van de steekgrootte.
De stekenverhouding bij het haken beschrijft in principe hoe los of strak je haakt, en daarmee hoeveel steken en rijen je haakt per vierkante centimeter. Als je het garen steeds erg aantrekt, komt er meer spanning op de draad, en haak je dus erg strak.
Voor maat 42/43 bijvoorbeeld kom je volgens de tabellen op volgend aantal steken: 4-draads: 64 steken. 6-draads: 52 steken. 8-draads: 48 steken.
Kant voor de hals de middelste 8 steken af. Tijdens het afkanten 2x2 steken samen breien (dit voor de breedte van de hals). Brei beide kanten apart verder. In de 2e volgende naald aan de halskant 2 steken afkanten als volgt: 2 steken samen breien, 1 steek breien en de vorige steek overhalen.
Werkwijze spencer:
Rugpand: Zet met wit 50–54–58 steken op en brei 1 naald boordsteek met wit en 6 naalden boordsteek met blauw. Brei verder in tricotsteek en streeppatroon. Kant bij 13–15–17 cm hoogte voor de armsgaten 1 x 2 en 3 x 1 steken af aan beide kanten van elke 2e naald.