In een rapport van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA uit oktober 2022 is te lezen dat sinds het begin van het ruimtevaarttijdperk er ongeveer 6.340 geslaagde raketlanceringen zijn uitgevoerd. Daarmee zijn 14.710 satellieten in een baan om de aarde gebracht, waarvan er 9.780 nog steeds rond de aarde draaien.
Er zijn in 2023 meer dan 2.000 Starlink-satellieten in de lage baan rond de aarde geplaatst door SpaceX. Het totaal komt daarmee op 5.500 Starlink-satellieten in de ruimte.
Sindsdien is het aantal satellieten explosief gestegen. Op dit moment bevinden zich meer dan 7000 actieve satellieten in een baan om de aarde. Voor gebieden als navigatie, communicatie, weersvoorspelling of wetenschap zijn ze volledig onmisbaar.
Omdat Nederland geen eigen satellieten heeft, is het onmogelijk gebruik te maken van satellieten van andere landen.
Eenmaal deze satellieten niet meer operationeel zijn, kan ze men ze ofwel laten opbranden in de atmosfeer van de Aarde of naar een speciale baan om de Aarde brengen. Beide opties worden algemeen aanzien als een 'kerkhof' voor satellieten.
Starlink 6-26 missie (3 november 2023)
Deze missie bracht het totale aantal gelanceerde Starlink-satellieten op 5.398 stuks.
De satellieten leveren niet alleen wolkenbeelden maar ook gegevens over infraroodstraling waaruit temperatuur en vochtigheid wordt afgeleid. Satellietmetingen zorgen ook voor gegevens van straling, wind, golfhoogtes, golfpatronen, zeestromingen, ijskappen en nog veel meer.
Je kunt inderdaad heel vaak satellieten zien aan de sterrenhemel. Vrijwel continu is er een satelliet te vinden, een beetje afhankelijk van hoe donker de plaats op Aarde is waar je staat. Het is dus zeker geen zeldzaamheid. De satellieten zijn te zien doordat ze het zonlicht weerkaatsen.
Telecommunicatiesatellieten zijn meestal geostationair. Een geostationaire satelliet cirkelt op een hoogte van 36.000 km. Omdat hij dezelfde omloopsnelheid heeft als de aarde, bevindt hij zich altijd boven eenzelfde punt op aarde en brengt bijna continu hetzelfde deel van de aarde in beeld.
De binnenplaneten Mercurius en Venus hebben geen manen; de rode planeet Mars heeft twee kleine maantjes, Phobos en Deimos. De vier reuzenplaneten in het zonnestelsel - Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus - hebben het grootste aantal manen.
Die grens van 46 miljard lichtjaar om ons heen is dus de grens van het zichtbare heelal (niet de grens van het hele heelal). Daarbuiten strekt de rest van het heelal zich mogelijk bijna oneindig ver uit.
Ja, maar dan moet je vroeg opstaan of 's avonds even naar buiten kijken. Satellieten die laag rond de aarde cirkelen, zijn maar kort te zien: tot ongeveer 45 minuten na zonsondergang en 45 minuten voor zonsopkomst.
Volgens het NASA Orbital Debris Program Office was dat aantal in 2012 gestegen naar meer dan 21.000. Zij schatten dat er zich ongeveer 500.000 stukjes van 1 tot 10 cm grootte in een baan om de aarde bevinden en meer dan 100 miljoen stukjes kleiner dan 1 cm.
Om in de juiste baan te blijven, moet een satelliet met een zeer hoge snelheid draaien. Bij een cirkelvormige baan op 300 kilometer boven de aarde, draaien ze 7,8 km/s (oftewel 28.000 km/h). Om het wat kracht bij te zetten: in anderhalf uur is de satelliet de hele wereld rond.
Ze zijn lichtzwak waardoor ze niet echt goed opvallen tot je ze in het oog krijgt, er zijn geen knipperlichtjes bij te zien en ze bewegen redelijk snel met constante snelheid. Heel soms veranderen de satellieten van helderheid, wat vaak komt door de rotatie van die satellieten.
De eerste satelliet die in een baan om de aarde werd gebracht, is de Spoetnik 1 van de Sovjet-Unie op 4 oktober 1957. Veelal wordt deze datum gezien als het begin van het ruimtevaarttijdperk. De eerste Amerikaanse satelliet die in een baan om de aarde geplaatst werd, was de Explorer 1, gelanceerd op 1 februari 1958.
De snelheid van het vliegtuig is 900 km/h = 250 ms-1. Invullen in t = s/v geeft t = 160121 s. Omgerekend is dit 44,4780 uur. Afgerond op drie cijfers is dit 44,5 uur.
Een satelliet kan lang achtereen in dezelfde baan blijven dankzij het evenwicht tussen de aantrekkingskracht van de aarde en de centrifugale kracht. Omdat de omloopbaan buiten de atmosfeer ligt, is er geen luchtweerstand.
Satellieten zijn op een heldere nacht vaak te zien als een bewegend “sterretje”, een puntje met de helderheid van een ster. Ze bewegen langzaam (veel langzamer dan meteoren) en zijn vaak minutenlang te volgen. De helderheid kan lange tijd constant zijn, maar ook variëren.
Een satelliet kan alleen geostationair zijn op een hoogte van ruim 42 000 km boven het middelpunt van de aarde en bijna 36 000 km boven het aardoppervlak.
Kortom: De kans is vrij klein dat satellieten met elkaar botsen. Ruimtepuin vormt een grotere bedreiging, maar dit wordt goed gemonitord en ruimtevaart-bedrijven doen hun best om zo min mogelijk afval te creëren.
Als je op een heldere nacht naar de sterren kijkt zie je dat sommige sterren lijken te knipperen. Schijn bedriegt. Het knipperen ontstaat wanneer de lichtstraal tussen de ster en je ogen wordt onderbroken, bijvoorbeeld door een hoge luchtvochtigheid of stof en andere kleine deeltjes.
In de astronomie is een satelliet een object dat in een baan om een planeet draait. Er zijn honderden natuurlijke satellieten, of manen, in ons zonnestelsel. Sinds 1957 zijn ook duizenden kunstmatige (door de mens gemaakte) satellieten gelanceerd.
In de jaren zestig van de vorige eeuw waren Amerika en Rusland met elkaar in strijd. Ze wilden allebei het machtigste land ter wereld zijn en ze gebruikten ruimteprogramma's om elkaar daarin te overtreffen. De Russen lanceerden de eerste satelliet: de spoetnik. Rond de aarde draaien honderden werkende satellieten.
Satellieten (ook wel: kunstmanen) zijn door de mens gemaakte objecten, die in een baan om een planeet (meestal de aarde) zweven. Van de duizenden voorwerpen die door de ruimte vliegen is echter het grootste deel afval, van afgedankte satellieten tot een door een astronaut kwijtgeraakte handschoen.