Betonpoeren moeten minimaal 45cm in de grond staan. Bij onze rechte modellen monteren we deze standaard zo, dat ze 3cm boven het maaiveld uit steken. We houden een centimeter afstand tussen betonpoer en staander. Deze 3 + 1 cm en de lengte van uw staander zijn bepalend voor uw doorloophoogte.
Om een houten paal op een poer te bevestigen heb je een draadeind en een stelplaat nodig, ook wel een bevestigingsplaat of hoogteverstelling genoemd. Het draadeind zet je in de betonpoer. Aan de onderzijde van je houten staander boor je een gat waar het draadeind M16 in past. Vervolgens schroef je hier de stelplaat op.
Zorg ervoor dat de poer zo'n 10 tot 20 centimeter boven het maaiveld uitsteekt. Een gat graven kan met een schop of een palenboor. Let erop dat het ruim genoeg is om er omheen cement of beton te storten.
Een schutting paal moet diep genoeg in de grond worden gegraven wil de schutting niet omwaaien en dus niet stabiel staan. De vuistregel voor de lengte van de paal is dat deze ongeveer 1/3 van haar lengte in de grond moet staan voor een stabiel eindresultaat.
Ons advies is om hiervoor zo'n 10 centimeter aan te houden. Omdat de staander of paal van een constructie op de betonpoer wordt bevestigd komt deze niet in contact met de ondergrond. Zodoende krijgt vocht veel minder kans om in de palen te trekken waardoor er veel minder kans is op aantasting zoals houtrot.
Bij een houten staander kies je voor een betonpoer met één schroefhuls of draadeind. Om het zo strak mogelijk eruit te laten zien, zoek je een poer met dezelfde dikte als de houten paal. Zo sluit het geheel mooi op elkaar aan.
Wanneer je goede betonpoeren gebruikt, zal bouwconstructie niet verzakken. Zodra je de betonpoer hebt ingegraven en vastgezet kun je met de bouwconstructie starten. Je kunt daarvoor speciale paaldragers en koppelstukken gebruiken. De betonpoeren die we gebruiken hebben verschillende groottes.
Hoe dichter de palen op elkaar staan, hoe sterker de afrastering is. Een normale afstand tussen de palen is drie meter.
Hoe diep moet mijn paal in de grond? Over het algemeen gebruikt men voor het bepalen van de juiste lengte van de paal (voor in de grond) de vuistregel dat 1/3e van de lengte van de paal de grond in moet. Als minimale lengte wordt hierbij over het algemeen een lengte van 40cm in de grond geadviseerd.
Hanteer 1 zak snelbeton per paal of poer en 2 zakken bij zachte ondergrond en dikkere palen. U hoeft bij ons snelcement bovendien niet te mixen, wel zo handig.
Voor de beste bescherming van hout onder de grond kan je het beste de palen behandelen met teer. Het beste kan je de gehele paal behandelen om het hout te beschermen tegen regen en zonlicht. Door houten palen in grond te beschermen met teer of beits verlengt de levensduur met vele jaren.
Het gewicht van een betonpoer kan enorm variëren. Weegt het allerkleinste formaat ongeveer 17 kilo, het gewicht van de aller zwaarste betonpoer kan wel zo'n 240 kilo bedragen.
Palen zet je minimaal 1/3e van de lengte in de grond. Dus de lengte van de paal wordt bepaald door de hoeveelheid paal die je boven de grond wil hebben. Zo te lezen wil je ongeveer 1.40 boven de grond, dus paal moet dan minimaal 2.10 zijn.
Over het algemeen kan er van uitgegaan worden dat voor 1 cm gestort beton rekening gehouden moet worden met een uithardingstijd van een week. Na ongeveer 28 dagen is het beton volledig uitgehard. In veel gevallen is het beton echter reeds na 1 – 2 dagen beloopbaar, maar nog niet optimaal belastbaar.
Eén van de vragen die we vaak horen als het gaat om het plaatsen van betonpoeren is hoeveel centimeter er boven de grond moet uitsteken. Ons advies hiervoor is om in ieder geval zo'n 10 centimeter van de betonnen poer boven de grond te plaatsen.
Vanaf de 1e paal meet je langs de lijn 180cm + houd ook 1 centimeter extra over, zodat je een beetje speling hebt. Markeer de plek waar de volgende paal gaat komen. Boor het gat en plaats de tweede paal. Controleer met behulp van een lange waterpas of de palen waterpas staan.
Bepaal waar de poort moet komen en boor met de grondboor een gat voor de eerste paal. De paal moet uiteindelijk de hoogte van de poort + 5 cm hebben (5 cm om boven het maaiveld uit te komen). De rest van de paal gaat de grond in. Plaats de paal in het gat en sla hem tot de gewenste hoogte de grond in.
Gebruik een grondboor, deze zijn ook bij ons verkrijgbaar. Hiermee maakt u gaten voor de palen. Boor de gaten minimaal 75 cm diep en exact 180 cm uit elkaar. Controleer regelmatig of u goed verticaal boort, span hiervoor een touw om de palen in een rechte lijn te krijgen.
Voor kleinvee zoals schapen wordt er vaak voor paaltjes van rond 1 meter gekozen, voor paarden worden er vaak prikpalen uitgezocht van rond 1 meter 50.
Met behulp van een gladde draad krijgt u het gaas strakker spannen. Belangrijk is dat u een goede stevige hoekpaal plaatst waar langs het gaas strak getrokken kan worden. Eventueel gebruik maken van een schoorpaal voor extra stevigheid van de hoekpaal.
De paal wordt minimaal 60 cm in de grond geplaatst waaraan het gaashekwerk vervolgens wordt bevestigd. De palen worden standaard geleverd op een lengte van 200 cm, wij adviseren 4 draadkrammen per paal te gebruiken(paal kun je ook korter zagen). Plaats vervolgens om iedere 2/2,5 meter een paal in de grond.
1000 kilo per poer (die in het midden dragen natuurlijk iets meer t.o.v. de buitenste).
Om de poer voldoende stevigheid te bieden kun je een speciale funderingstegel onder in het gat laten zakken. Maar een oude stoeptegel volstaat ook. Zorg wel dat deze waterpas in het gat ligt. Houdt er met het uitgraven rekening mee dat de betonpoer zo'n 10 á 20 centimeter boven de grond uitkomt.
De funderingstegel is groot genoeg om een betonpoer op te plaatsen. Een oude stoeptegel gebruiken kan eventueel ook. Omdat deze doorgaans minder dik zijn en lichter van gewicht wordt dit voor zware bouwconstructies afgeraden.