Hou er wel rekening mee dat niet iedereen je enquête zal invullen – hoe geweldig die er ook uitziet! Voor een online enquête is een responspercentage van 20 procent erg goed. Wil je dus 400 ingevulde enquêtes ontvangen, dan zul je je bevraging naar ongeveer 2.000 mensen moeten sturen.
De respons kan flink variëren en is afhankelijk van de lengte en moeilijkheid van de vragenlijst, het onderwerp, je relatie met de doelgroep, de uitnodigingsteksten, etc. Ons gemiddelde respons varrieert tussen 20 en 60%. In de literatuur wordt bij online vragenlijsten een respons van 15% als gemiddeld gezien.
De verhouding deelnemers/niet-deelnemers moet voldoende hoog zijn. Als je bijvoorbeeld 100 klanten hebt uitgenodigd om deel te nemen en 40 hebben daadwerkelijk deelgenomen, dan heb je een respons van 40 procent. Dit is vrijwel in alle gevallen voldoende om de resultaten als representatief te kenmerken.
Gemiddeld is een response rate tussen de 35% – 50%. Alles hierboven is uitstekend.
Bij kwalitatief onderzoek heb je geen grote steekproef nodig, maar je wilt natuurlijk wel dat je resultaten betrouwbaar en valide zijn. Vaak zie je bij kwalitatief onderzoek dat er 12, 15 of maximaal 20 respondenten worden benaderd voor het onderzoek.
Bij kwalitatief onderzoek is een steekproef van 12, 15 of 20 respondenten gangbaar. Het belangrijkste is dat er verzadiging is opgetreden (je vindt op een gegeven moment bijna geen nieuwe informatie meer).
Als je een homogene groep onderzoekt, kun je 8 tot 10 respondenten interviewen totdat theoretische saturatie optreedt. Als je daarentegen een heterogene groep onderzoekt, kun je óf een aantal experts over deze groep interviewen óf per subgroep 1 of 2 personen interviewen (afhankelijk van het aantal subgroepen).
Eenvoudig gezegd is het reactiepercentage het aantal mensen dat uw enquête heeft voltooid, gedeeld door het aantal mensen waaruit de totale steekproefgroep bestaat.
De foutmarge wordt bepaald, door te beslissen welke percentage foutieve enquêtes als acceptabel wordt gezien. Dit kan 3%, 5% of 7% zijn.Vaak wordt er gekozen voor een foutmarge van 5%.
Steekproefgrootte hangt af van 'verzadiging'
“In tegenstelling tot kwantitatief onderzoek gaat het bij kwalitatief onderzoek niet om grote aantallen. Vaak weet je bij kwalitatief onderzoek zelfs niet van tevoren hoe groot je steekproef zal zijn. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit.
De kans dat iemand uw enquête afmaakt, is rechtstreeks en lineair gerelateerd aan het aantal vragen. Een enquête met 10 vragen heeft bijvoorbeeld een gemiddeld voltooiingspercentage van 89%.Enquêtes met 20 vragen scoren iets lager met 87%, gevolgd door enquêtes van 30 vragen met 85%.
Steekproefgrootte, wat is dat eigenlijk? De steekproefgrootte is het aantal voltooide reacties van uw enquête. Het woord steekproef wordt gebruikt omdat de selectie een deel van de mensen (of doelpopulatie) vertegenwoordigt waarvan u de mening of het gedrag wilt weten.
Een foutmarge berekenen
Bereken de vierkantswortel van de steekproefgrootte en deel deze door de standaardafwijking van de populatie.
Een vuistregel die je kunt gebruiken is dat bij continue data de steekproef minstens 30 tot 40 moet zijn.Bij discrete data (geheeltallig) moet de steekproefomvang minstens 100 zijn, waarbij er minimaal 5 defecten moeten zijn.
Alle onderzoeken die gebaseerd zijn op een steekproef bevat afwijkingen ten opzichte van de werkelijkheid. Deze afwijking wordt nauwkeurigheidsmarge of steekproefmarge genoemd.
Zo berekent u het responspercentage voor enquêtes: neem het aantal voltooide enquêtes en deel dit door het totale aantal mensen naar wie u de enquête hebt verzonden. Vermenigvuldig dit met 100 om het responspercentage van de vragenlijst uitgedrukt als een percentage te krijgen.
De enquête moet niet te lang worden. Uit onderzoek blijkt dat de meeste respondenten gemiddeld 10 minuten voor een enquête willen uittrekken. Dit betekent in de praktijk maximaal een vraag of 20. Bij een enquête is het belangrijk dat de vragen goed te begrijpen en te beantwoorden zijn.
reactie op een oproep
antwoord, reactie. in een onderzoek: deel van de steekproef dat meewerkt en data produceert.
'Zet in je agenda dat je per dag drie uur aan je scriptie gaat werken. Niemand kan zich acht uur lang concentreren, dus de hele dag vrijhouden hoeft niet. Met die drie uur kun je er even voor gaan zitten en daarna weer iets anders doen. '
Een hbo-scriptie is gemiddeld 15.000 woorden lang, een bachelorscriptie heeft tussen de 7.000 en 12.000 woorden en een masterscriptie is meestal tussen de 12.000 en 20.000 woorden lang (zonder bijlagen).
Met 4 à 5 metingen heb je een grove indicatie van de spreiding. Met 10 metingen heb je een redelijke waarde. Dit laatste is dus eigenlijk het minimum dat je nodig hebt voor een betrouwbaar resultaat.