In het tweede kwartaal van 2022 was de nettoarbeidsparticipatie onder vrouwen 68,1 procent, onder mannen was dit 76,4 procent. Het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen varieert per leeftijdsgroep. Bij jongeren tot 25 jaar is de arbeidsdeelname onder mannen en vrouwen gelijk.
Vrouwen hebben minder vaak een voltijdbaan (35 uur per week of meer) dan mannen: 29% tegenover 83%. Iets meer dan de helft van de vrouwen werkt tussen de 20 en de 35 uur per week. Tussen 2007 en 2017 is vooral het aandeel vrouwen met een grote deeltijdbaan (28 tot 35 uur) gegroeid: van 20% naar 25%.
Van de hoogopgeleide vrouwen werkt 44 procent parttime, ten opzichte van 12 procent van lager opgeleide vrouwen. De arbeidsdeelname onder Nederlandse vrouwen is hoog: 64,4 procent van de vrouwen tussen de 15 en 75 procent heeft betaald werk. De werkweek van vrouwen is echter kort: gemiddeld 25,5 uur per week.
In het tweede kwartaal van 2022 hadden 9,5 miljoen (seizoengecorrigeerd) mensen betaald werk. Dat is 72,2 procent van de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Werkende mannen werkten in 2020 gemiddeld 35 uur per week, werkende vrouwen 26 uur. In 2010 werkten mannen met 37 uur een fractie meer en vrouwen met 25 uur een fractie minder. Het verschil in arbeidsduur is dus iets afgenomen.
In Oostenrijk en Duitsland, waar de arbeidsdeelname van vrouwen ook relatief hoog is, werkt net iets minder dan de helft in deeltijd. Onder Bulgaarse vrouwen (en mannen) komt een deeltijdbaan het minst voor.
Bij 3 procent van de paren met minderjarige kinderen hebben beide ouders geen betaald werk (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2019).
De werkloosheid is in juli 2022 verder opgelopen tot 353.000, dat is 3,6 procent van de beroepsbevolking. De afgelopen drie maanden steeg het aantal werklozen met 12.000 per maand.
Volgens de Telegraaf had, van de asielmigranten die tussen 2012 en 2019 vijf jaar in Nederland stonden ingeschreven, 53 procent een bijstandsuitkering (16.580 personen). In de periode 2004-2011 was dit 38 procent (14.970 personen). Bij vrouwen ligt dit percentage nog hoger en deze groep komt nauwelijks aan het werk.
Werkloosheid verder gedaald
In het tweede en derde kwartaal van 2020 – aan het begin van de coronacrisis – nam het aantal werklozen met 141 duizend sterk toe, naar 528 duizend. Daarna is het aantal werklozen weer gedaald, naar 327 duizend in het tweede kwartaal van 2022. Dat is 3,3 procent van de beroepsbevolking.
Gemiddelde werkweek van vrouwen toegenomen
Bedroeg de gemiddelde arbeidsduur van vrouwen in 2009 nog bijna 27 uur per week, in 2019 was dat opgelopen tot 28,5 uur. De toename vond in de afgelopen vijf jaar plaats.
Hoewel het verschil in arbeidsparticipatie tussen vrouwen en mannen blijft afnemen, was de arbeidsparticipatie van mannen in 2018 in alle EU-lidstaten hoger dan die van vrouwen. 30,8 % van de werkzame vrouwen van 20-64 jaar in de EU werkte in 2018 in deeltijd, tegenover 8,0 % van de mannen.
De meeste moeders werken 32 uur. Dit kunnen ze verdelen over meerdere dagen. Vaak kiezen moeders er voor om vier dagen te werken.
Van de vrouwen werkte 27 procent voltijds in 2019. Bij werknemers gaat het om 24 procent en bij zelfstandigen om 41 procent.
In het tweede kwartaal van 2022 behoorden 9,9 miljoen 15- tot 75-jarigen tot de beroepsbevolking. Het overige deel, 3,3 miljoen personen, behoorde niet tot de beroepsbevolking. De brutoarbeidsparticipatie - de beroepsbevolking als percentage van de bevolking van 15 tot 75 jaar - kwam hiermee uit op 74,7 procent.
Een asielzoeker krijgt bij aankomst onderdak, maaltijden en zaken zoals toiletartikelen en wasmiddel. Tijdens de asielprocedure ontvangt een asielzoeker maximaal ongeveer € 60 per week voor eten, kleding en zakgeld voor andere uitgaven.
Kosten individuele asielzoeker
De kosten van het COA voor het opvangen van asielzoekers in een AZC zijn gemiddeld ongeveer € 27.900 per persoon per jaar.
Vluchtelingen krijgen gratis eten in asielzoekerscentra en daar bovenop 143 euro cash per maand voor basisbehoeften. Dat bedrag stijgt na zes maanden tot maximaal 216 euro. Een bedrag tot maximaal 92 euro per kind, afhankelijk van leeftijd.
De jeugdwerkloosheid nam het sterkst af, 3,2 procentpunt bij jonge mannen en 1,8 procentpunt bij jonge vrouwen. Bij 25- tot 65-jarigen was de afname minder groot. Bij 65-plussers steeg de werkloosheid.
Werkloos en werkeloos kunnen allebei worden gebruikt in de betekenis 'zonder werk', maar werkloos is in die betekenis de gebruikelijkste vorm.
U kunt als oudere werkloze mogelijk een IOW-uitkering krijgen na afloop van uw WW-uitkering. Of na afloop van uw loongerelateerde WGA-uitkering. Als u recht heeft op een IOW-uitkering, dan houdt u deze tot uiterlijk de leeftijd waarop u AOW krijgt.
Ruim 40 procent van alle vrouwen gaat minder werken of stopt na de geboorte van het eerste kind. Vaders werken gemiddeld 40 uur per week, voor en na de geboorte.
Vrouwen iets vaker hoofdkostwinner
Het aandeel paren waarin de vrouw meer inkomen uit werk heeft dan de man is iets toegenomen. Zo steeg bij paren met minderjarige kinderen het aandeel van bijna 9% in 2009 naar bijna 12% in 2019.
Slechts 15,1 procent van de Nederlandse moeders werkt voltijds, van de vaders is dat 79,8 procent. De zorg voor het gezin en huishouden is voor 23 procent van de vrouwen de reden om niet meer uren te werken.