Vrouwen hebben minder vaak een voltijdbaan (35 uur per week of meer) dan mannen: 29% tegenover 83%. Iets meer dan de helft van de vrouwen werkt tussen de 20 en de 35 uur per week. Tussen 2007 en 2017 is vooral het aandeel vrouwen met een grote deeltijdbaan (28 tot 35 uur) gegroeid: van 20% naar 25%.
De nettoarbeidsparticipatie nam in de periode 2013-2021 toe bij vrouwen in alle leeftijdsgroepen, maar het sterkst onder 55- tot 65-jarige vrouwen: van 49,3 procent in 2013 tot 63,5 procent in 2021 (+14,2 procentpunt). Bij mannen in die leeftijdsgroep was er eveneens sprake van een forse stijging (+11,7 procentpunt).
Van de Nederlandse vrouwen werkt 73% parttime, van de mannen 23%.
Van de 9,4 miljoen mensen die in de eerste maanden van dit jaar als werkenden zijn geregistreerd, werken iets meer dan 4,9 miljoen fulltime. Precies 4,5 miljoen werkenden doen dat niet. Het gemiddeld aantal uren dat we werken, komt daarmee uit op 32 uur in de week.
Werkende mannen werkten in 2020 gemiddeld 35 uur per week, werkende vrouwen 26 uur. In 2010 werkten mannen met 37 uur een fractie meer en vrouwen met 25 uur een fractie minder. Het verschil in arbeidsduur is dus iets afgenomen.
Arbeidsdeelname ouderparen met minderjarige kinderen in 2018
In 2018 werkt bij meer dan de helft (58 procent) van de paren met minderjarige kinderen de ene partner fulltime en de andere parttime. Bij 15 procent van de paren met minderjarige kinderen werkt één partner voltijds, terwijl de ander niet werkt.
Van de vrouwen werkte 27 procent voltijds in 2019. Bij werknemers gaat het om 24 procent en bij zelfstandigen om 41 procent.
De meeste moeders werken 32 uur. Dit kunnen ze verdelen over meerdere dagen. Vaak kiezen moeders er voor om vier dagen te werken.
Gemiddelde werkweek van vrouwen toegenomen
Bedroeg de gemiddelde arbeidsduur van vrouwen in 2009 nog bijna 27 uur per week, in 2019 was dat opgelopen tot 28,5 uur. De toename vond in de afgelopen vijf jaar plaats.
Vrouwen hebben minder vaak een voltijdbaan (35 uur per week of meer) dan mannen: 29% tegenover 83%. Iets meer dan de helft van de vrouwen werkt tussen de 20 en de 35 uur per week. Tussen 2007 en 2017 is vooral het aandeel vrouwen met een grote deeltijdbaan (28 tot 35 uur) gegroeid: van 20% naar 25%.
In Oostenrijk en Duitsland, waar de arbeidsdeelname van vrouwen ook relatief hoog is, werkt net iets minder dan de helft in deeltijd. Onder Bulgaarse vrouwen (en mannen) komt een deeltijdbaan het minst voor.
Dat was ruim een eeuw geleden nog geheel anders. Dat vrouwen werkten, was niet ongebruikelijk, hun verdiensten waren hard nodig in het gezin. Maar ze moesten er volgens onderzoeksters van de Arbeidsinspectie mee ophouden als ze trouwden en er kinderen kwamen.
In 2021 was het gemiddelde jaarloon (inclusief bijzondere beloningen) van vrouwen 36 procent lager dan dat van mannen. Twee derde van dit loonverschil wordt verklaard doordat vrouwen minder uren werken. Mannen werken in een werknemersbaan gemiddeld 33 uur per week, vrouwen 25 uur.
4,6 miljoen deeltijders
In het tweede kwartaal van 2022 werkten 4,6 miljoen mensen in deeltijd. Een deel van de mensen die in hun eerste werkkring in deeltijd werken, wil meer uren werken.
Drie op de vier vrouwen vinden het belangrijk economisch zelfstandig te zijn. Het aandeel vrouwen dat daarvoor genoeg verdient, neemt al zes jaar onafgebroken toe, maar is nog wel iets lager: in 2019 bijna 64%.
40 uur per week -en soms zelfs meer- werken wordt tegenwoordig als de normaalste zaak van de wereld beschouwd. We zijn immers allemaal druk, druk, druk en hebben onze vaste lasten om te betalen. Maar er zijn genoeg onderzoekers die beweren dat zoveel werken ons helemaal niet ten goede komt.
Een werkweek van 32 uur is een echte parttime week. Je hebt een volle dag vrij en hoeft daar geen langere werkdagen voor te draaien. Steeds meer werknemers kiezen voor een 4-daagse werkweek.
Een jaar telt 8.760 uur. Stel, we worden 75 jaar oud (657.000 uur). Dan brengen we 12,9% van onze totale levenstijd door op het werk.
Slechts 15,1 procent van de Nederlandse moeders werkt voltijds, van de vaders is dat 79,8 procent. De zorg voor het gezin en huishouden is voor 23 procent van de vrouwen de reden om niet meer uren te werken.
Ruim 40 procent van alle vrouwen gaat minder werken of stopt na de geboorte van het eerste kind. Vaders werken gemiddeld 40 uur per week, voor en na de geboorte.
Vrouwen iets vaker hoofdkostwinner
Het aandeel paren waarin de vrouw meer inkomen uit werk heeft dan de man is iets toegenomen. Zo steeg bij paren met minderjarige kinderen het aandeel van bijna 9% in 2009 naar bijna 12% in 2019.
Als het uurrooster van de voltijdse werknemer herleid wordt naar exact 80% van de normale wekelijkse arbeidsduur van 38 uur per week, moet u geen adv-dagen toekennen. In dat geval zal de werknemer 30,4 uur per week doen.
Deel het aantal werkzame uren door het aantal uren dat een fulltime werkweek bevat en vermenigvuldig dit met 100. Bijvoorbeeld: een fulltime werkweek is in dit geval 40 uur en Corina werkt 34 uur. De berekening is dan: (34/40) * 100 = 85% Deze uitkomst vul je in bij percentage dienstverband.
Wanneer je minimaal 12 uur werkt en maximaal 32 uur, werk je parttime. De parttime werkweken bestaan gemiddeld uit 24, 28 of 32 uur werken. De werkgever kan er voor kiezen om functies aan te bieden in parttime of in fulltime, daarnaast heb je ook nog dienstverbanden als interim of oproepkracht.