Een procent is een honderdste deel We gebruiken een % teken om het aan te geven. Dus 15 procent is hetzelfde als 15%, 0.15, 15/100 of vijftien honderdsten. Zo simpel is het!
1/5 deel = 0,2 × 100 % = 20 %
In plaats van 1/10 zou je ook 10/100 kunnen zeggen. Of je kunt ook zeggen dat dit allemaal 15/100 is.
15% is 15 x [1/100] deel. Dat is 15 x € 0,30 = € 4,50. Henk spaart dus € 4,50 per dag. Hoeveel is 5% van 20%?
Het antwoord op de som is dus 15/100 = 0,15.
Antwoord: 15% van 100 is 15 .
Een procent is een honderdste deel We gebruiken een % teken om het aan te geven. Dus 15 procent is hetzelfde als 15%, 0.15, 15/100 of vijftien honderdsten. Zo simpel is het!
Je kunt procenten berekenen door eerst 1% uit te rekenen.Je deelt dan het getal door 100.Vervolgens vermenigvuldig je de uitkomst met het percentage dat je wilt weten. Bijvoorbeeld 41% van 200.
Een schaal geeft aan wat de afmetingen van het beeld zijn ten opzichte van het origineel. Een schaal van 1 : 5 betekent dat de afmetingen van het origineel 5x zo groot zijn als het beeld.
Vereenvoudig ten slotte de vergelijking die u wilt oplossen. Vermenigvuldig 15 met 160 en deel beide kanten door 100. Dus 15% van 160 is 24.
Antwoord: 15% wordt uitgedrukt als 3/20 als breuk.
Breuk naar kommagetal: 1/5 = 0,2
Van breuk naar kommagetal: je wilt 1/5 schrijven als kommagetal. Dit kun je op verschillende manieren doen, maar we gaan het hier voordoen met behulp van een staartdeling. 1 : 5 schrijf je als staartdeling.
Antwoord: 15 als een breuk in de laagste termen kan worden geschreven als 15/1 . Uitleg: Laten we 15 omzetten als een breuk in de laagste termen. In de wiskunde weten we dat elk geheel getal een rationaal getal is, dus het gehele getal 15 kan worden geschreven als 15/1.
In dit geval nemen we de waarschijnlijkheid van 1/5 en voeren de volgende berekening uit: 1/5 * 100. Bereken 1 gedeeld door 5, wat gelijk is aan 0,2. Vermenigvuldig 0,2 met 100 om het om te zetten in een percentage: 0,2 * 100 = 20.
Om het bijbehorende percentage te berekenen, deel je de teller door de noemer.Dit antwoord vermenigvuldig je met 100.
Het totaal van beide getallen: n = 1 + 15 = 16. Dit maakt het tot de verhouding 1/16 : 15/16. Dus de 1 vertegenwoordigt 1/16 van het geheel. Een ander voorbeeld, wanneer je de beeldverhouding 2:3 hebt, is het 2/n : 3/n met n = 2+3 = 5.
Hoe gebruik je breuken? Bij een breuk bereken je eerst alles boven de deelstreep, vervolgens alles onder de deelstreep en dáárna deel je het pas door elkaar. Als geheugensteuntje kun je doen alsof alles zowel boven als onder de deelstreep tussen haakjes staat.
1:5 = schaalmodel is vijf keer kleiner dan de werkelijkheid. 5:1 = schaalmodel vijf keer groter is dan de werkelijkheid.
Tweede korting van 15% op de eindprijs na de eerste korting:
Berekening: 15% van €180 = €27. Eindprijs na tweede korting: €180 – €27 = €153.
Converteer 15% naar een decimaal door het te delen door 100. In dit geval is 15% als decimaal 0,15 . Vermenigvuldig de decimale waarde met het getal waarvoor u 15% wilt vinden. Bijvoorbeeld, als u 15% van 200 wilt berekenen: 0,15 (15% als decimaal) * 200 = 30.
De basisformule voor het berekenen van percentages is: (deel / geheel) x 100 = percentage.
Een bijkomend aspect van gelijknamig maken is ook dat soms verschillende breuken dezelfde waarde hebben: 2/3 = 8/12. Omgekeerd betekent dit dat je soms breuken met grote getallen kun "vereenvoudigen": 8/12 = 4/6 = 2/3.