Op 1 oktober 2020 stonden er 327.300 studenten ingeschreven aan de Nederlandse universiteiten voor het collegejaar 2020-2021. Het totale aantal studenten is met 8% gegroeid ten opzichte van het vorige studiejaar.
Meer jongeren zijn naar de havo of het vwo gegaan en minder naar het vmbo. In 2020/2021 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,5 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo.
Het aandeel dat een hbo- of wo-studie heeft afgerond groeit daarentegen en kwam in 2017 uit op 30 procent. Daarnaast heeft bijna 29 procent basisonderwijs, vmbo, havo-, vwo-onderbouw of mbo-1 als hoogst behaald onderwijsniveau.
Allereerst is het aantal hoger opgeleiden in de afgelopen decennia flink gegroeid. In 1960 was 2 procent van de bevolking hoogopgeleid. In de jaren '90 was het 20 procent en nu heeft bijna 30 procent van de Nederlanders minimaal een hbo of universitaire opleiding.
In 2021 beschikte in Nederland 13% van de 15- tot 75-jarigen over een afgeronde masteropleiding (hbo of wo) of een doctorstitel. De afgelopen tien jaar is dit aandeel gestaag gegroeid.
Hoogopgeleiden zijn personen met een afgeronde hbo- of universitaire opleiding. Het gaat om het aandeel hoogopgeleiden binnen de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Het tempo ligt op het hbo dus echt wel hoger. Daarnaast worden de teksten en dingen die je moet leren niet zo vaak herhaalt als op het mbo. Zodra iets is behandeld, dan wordt er van je verwacht dat je het ook hebt onthouden. Dat is soms lastig, met name als de studieboeken ook moeilijker zijn.
Vier jaar na de start van hun hbo-opleiding heeft 35 procent van de mbo'ers een hbo-diploma op zak, tegen 28 procent van de havisten. Na zes jaar heeft 54 procent van de mbo'ers en 56 procent van de havisten een diploma op dit niveau. Bij vwo'ers is het percentage geslaagden het hoogst en de studieduur het kortst.
Dit heeft soms gevolgen voor de overgangsregelingen. In Nederland waren er in 2015-2016 ruim 63.500 gymnasiasten (6,6% van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs; 27% van de vwo-leerlingen).
Een advies voor het voortgezet onderwijs kan enkelvoudig zijn: vmbo-b, vmbo-k, vmbo-gt, havo, vwo; of dubbel, met twee aan elkaar grenzende schooladviezen: vmbo-b/k, vmbo-k/gt, vmbo-gt/havo, havo/vwo. Een advies dat uit meer dan twee niveaus bestaat is niet toegestaan.
RTL Nieuws heeft op basis van de methodiek die voor het landelijke beeld gebruikt is de cijfers per school berekend. Aan elk schoolniveau is een cijfer gegeven. Het gemiddelde cijfer in Nederland was afgelopen schooljaar een 7,79, dit staat gelijk aan een vmbo/havo advies.
Voor het VWO adviseert CITO, de organisatie die de eindtoets maakt, een score van minstens 545. Bij een iets lagere score wordt de havo aanbevolen (zolang de score wel minstens 537 is). Bij een score van 536 of lager past dan weer één van de vmbo-leerwegen.
Studenten in het voltijd hbo zijn gemiddeld 23,4 jaar als zij hun diploma behalen. In het onderwijsgebied taalwetenschappen, geschiedenis en kunst is de gemiddelde leeftijd van geslaagden voor voltijdstudies het hoogst (25,3). Vrouwen behalen hun diploma op een gemiddeld jongere leeftijd dan mannen.
25-37% van de ho en wo-studenten stopt met de studie
In de jaren 2017-2018 en 2018-2019 lag het percentage studenten dat stopte met de studie in het eerste jaar rond de 32%. In absolute cijfers stoppen zo'n 42.500 studenten tijdens of na het eerste jaar van hun studie.
In 11.576 bedrijfsvestigingen werken 71.636 mensen. De inwoners zijn relatief hoog opgeleid. Door de vele studenten wonen er in Leiden veel jongvolwassenen: bijna 25.000 Leidenaren vallen in de leeftijdsgroep 18 t/m 26 jaar. Dit is 20% van alle Leidenaren, terwijl dit percentage landelijk 11% is.
Natuurkunde wordt onbetwist als de moeilijkste opleiding gezien. Elf verenigingen zetten deze bètastudie op 1. Biomedische Wetenschappen, Farmacie en Geneeskunde werden elk één keer als moeilijkste genoemd. Samen met Kunstmatige Intelligentie vormen deze opleidingen de top vijf.
Bedrijfskunde en administratie populairste richting in het hbo. Zo'n 68 duizend studenten behaalden hun bachelordiploma in het hoger beroepsonderwijs. Van alle afgestudeerden behaalde de grootste groep, bijna 16 duizend studenten, een diploma voor een opleiding in de richting bedrijfskunde en administratie.
In academische kringen mag een IQ beneden de 117 dan minnetjes klinken, gezien het een feit dat de gemiddelde score binnen een bevolking per definitie 100 is, is iedereen met een score boven de 100 officieel al 'begaafd'. Er is ook genoeg bewijs dat je met een matige score best een eind kunt komen aan de universiteit.
Met een havodiploma, een vwo-diploma of een mbo 4-diploma kunt u een opleiding gaan volgen aan een hogeschool. Voor toelating tot een universiteit heeft u een vwo-diploma of een propedeuse (eerste jaar) van een hbo-opleiding nodig.
Het grootste verschil tussen hbo en wo, behalve natuurlijk het niveauverschil, is de zelfstandigheid. Op het hbo word je nog veel meer gestuurd om bepaalde keuzes te maken en daarvoor worden verschillende middelen aangereikt. Op de universiteit moet je echt zelf op zoek naar het pad dat je wilt bewandelen.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Mbo niveau 4 is het hoogste niveau binnen het middelbaar beroeps onderwijs (mbo). De mbo-opleidingen niveau 4 leiden je op tot een baan waarbij je zelfstandig specialistische, uitvoerende taken kunt verrichten. Denk hierbij aan opleidingen als MBO Bedrijfsadministrateur, MBO Onderwijsassistent of MBO Doktersassistent.
Praktisch hoog opgeleid
,,Er heerst bij sommige mensen een bepaald beeld, ook bij ouders die hun kind liever naar het hbo zien gaan, dat je als mbo'er 'laag opgeleid' zou zijn. Maar dat is juist niet zo; mbo'ers zijn praktisch hoog opgeleid!