Conclusie: hoeveel belasting betaal je over transitievergoeding? Kortom, als jouw inkomen en de transitievergoeding samen lager zijn dan € 73.031 dan betaal je dus 36,93 % belasting.Over alles boven de € 73.031 betaal je 49,5 % belasting.
Stel bijvoorbeeld dat je in jaar 1 en 2 €60.000 verdiende. In jaar 3 komt daar de transitievergoeding van €20.000,- bij. Als je niets doet, betaal je over het grootste deel van de transitievergoeding 49,5% belasting. Als je inkomen gemiddeld wordt, kom je niet in de hoogste schijf: 60.000 + 60.000 + 80.000 = 200.000.
De transitievergoeding wordt uiteindelijk samen met je salaris belast in box 1. Daarbij geldt een tarief van 37,10% over een belastbaar inkomen tot € 68.507.Daarboven geldt een tarief van 49,50% (tarief 2021).
Maar hoe zit het dan met de transitievergoeding bruto netto? De hoogte van de transitievergoeding is altijd een brutobedrag: de werkgever moet er nog belasting over inhouden bij uitkering.Daarna blijft er een nettobedrag over dat jij uitbetaald krijgt.
Er gelden twee belastingpercentages; een laag percentage van 36,93% en een hoog percentage van 49,5%. Het belastingpercentage van 49,5% geldt vanaf een inkomen van € 73.031 en hoger. Daaronder betaal je 36,93% belasting. Deze belasting gaat over transitievergoeding in 2023.
Over de Transitievergoeding wordt alleen ZVW ingehouden. Technisch gezien is de transitievergoeding loon uit vroegere dienst betrekking. Je krijgt deze uitkering op het moment dat er geen dienstverband meer is. Dit betekent dat er geen WW en WAO hoeft te worden afgedragen over deze vergoeding.
Transitievergoeding per dag berekend
U krijgt 1/3 maand per gewerkt jaar. Daarbovenop wordt voor elke dag, week, maand BOVEN OP het hele dienstjaar de transitievergoeding naar rato berekend. Dus: Stap 1: Per heel dienstjaar is de transitievergoeding 1/3 maandsalaris.
Als u een transitievergoeding accepteert heeft dat geen gevolgen voor de hoogte van uw WW uitkering.
Het vakantiegeld moet meegenomen worden bij de berekening van de hoogte van de transitievergoeding, omdat vakantiegeld ook inkomen is. De hoogte van de transitievergoeding hangt immers af van het jaarlijkse inkomen. Bij transitievergoeding wordt vakantiegeld dus berekend.
Als u een ontslagvergoeding krijgt, zoals een transitievergoeding, betaalt u daar belasting over. Bekijk hoe het werkt in uw aangifte, wat u doet als u toeslag krijgt en of middeling zinvol is.
Voor 50- en 60-plussers geldt GEEN hogere transitievergoeding meer. 50- en 60-plussers ontvangen DEZELFDE transitievergoeding als JONGERE werknemers. Dit is 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar. Vóór 2020 ontvingen 50-plussers en 60-plussers een hogere transitievergoeding bij ontslag.
Uitgedrukt in bruto maandsalarissen ontvangen werknemers na ontslag met wederzijds goedvinden gemiddeld 0,57 maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Dit ligt dus hoger dan de 1/3 tot een half maandsalaris dat een werknemer op basis van de transitievergoeding meekrijgt.
In principe is een transitievergoeding bij belastingaangifte gewoon inkomen, omdat je dit van je werkgever ontvangt en hierover loonheffing moet worden betaald. Je werkgever houdt deze loonheffing alvast voor je in bij de uitbetaling. Je ontvangt dus een nettobedrag van je werkgever.
Je rekent ⅓ bruto maandsalaris voor elk volledig dienstjaar dat iemand bij je heeft gewerkt. Voor de resterende periode (dus korter dan een heel jaar) betaal je het bruto salaris over deze periode, gedeeld door het bruto maandsalaris. Vermenigvuldig dit bedrag met ⅓ maandsalaris en deel door twaalf.
Transitievergoeding "oud" is hoger
Over de eerste 10 dienstjaren is de vergoeding 1/3 maandsalaris per jaar. Daarna 1/2 maandsalaris per gewerkt dienstjaar. Voor werknemers van 50 jaar en ouder, met minimaal 10 jaar dienstverband, is de vergoeding van 1 maand per gewerkt dienstjaar (voor de jaren boven de 50 jaar).
De hoogte van de transitievergoeding die uw werkgever betaalt bij ontslag wordt bepaald op basis van 2 onderdelen: uw maandsalaris en de duur van het dienstverband. De vergoeding is per 1 januari 2024 maximaal € 94.000 bruto.Of, als uw jaarsalaris hoger is dan € 94.000, maximaal 1 bruto jaarsalaris.
uitbetaling transitievergoeding
Je moet de transitievergoeding bij het einde van het dienstverband met je medewerker uitbetalen, tegelijk met de eindafrekening van niet-genoten vakantiedagen, vakantiegeld en dergelijke. Dat moet binnen een maand na het einde van het dienstverband gebeuren.
De transitievergoeding wordt vaak op tafel gelegd als startbod in de vaststellingsovereenkomst. Maar elke mogelijke vergoeding is mogelijk wanneer u in onderhandeling gaat met uw werkgever. U kunt altijd onderhandelen over de ontslagvergoeding, die per definitie hoger uitvalt dan de transitievergoeding.
Is uw ontslag ernstig te verwijten aan uw werkgever? Dan kan de kantonrechter een aanvullende vergoeding toekennen bovenop de transitievergoeding.
De transitievergoeding zal op de laatste loonstrook van de medewerker verschijnen. Er komt dus geen aparte loonstrook met de transitievergoeding.
De Belastingdienst ziet de transitievergoeding als inkomen, de vergoeding valt daarom in box 1 (belasting voor werk, inkomen en woning). Het verschuldigde belastingpercentage hangt af van je belastbare inkomen in het jaar waarin de transitievergoeding wordt uitgekeerd.
Met de Regeling compensatie transitievergoeding kan de werkgever de betaalde transitievergoeding terugkrijgen. Zo voorkomt de Rijksoverheid dat werkgevers te maken krijgen met een opeenstapeling van kosten na 2 jaar loon doorbetalen aan zieke werknemers.