9% btw. 9% is het verlaagde btw-tarief. Het geldt onder meer voor etenswaren en sommige diensten.
Leveringen en diensten die belast zijn met een laag tarief, vallen onder het btw-tarief in Nederland van 9%. Onder dit tarief vallen de volgende goederen: voedingsmiddelen, water, agrarische goederen, geneesmiddelen, hulpmiddelen, kunst, verzamelvoorwerpen, antiek, boeken en periodieken.
Eten en drinken (niet-alcoholhoudend) in horecabedrijven valt onder het 9%-tarief. Dit tarief geldt ook voor afhaalmaaltijden.
6% voor basisproducten
Voor basisproducten geldt een verlaagd btw-tarief van 6%. Bedoeling is om die producten betaalbaar en toegankelijk te houden. Het gaat bijvoorbeeld om levensnoodzakelijke middelen (vlees, vis, zuivel, groenten, …) en landbouwdiensten.
Zoals we hierboven al aangeven zijn er in Nederland anno 2022 drie BTW-tarieven: het hoge BTW-tarief van 21% het lage tarief van 9% en het 0% btw tarief.
De renovatiewerken moeten verstrekt en gefactureerd worden aan een eindgebruiker (bv. eigenaar, vruchtgebruiker of huurder van het gebouw) om te kunnen in aanmerking komen van het verlaagd btw-tarief van 6% en als aan alle andere voorwaarden werden voldaan.
21% btw. Het algemene btw-tarief van 21% geldt voor alle producten en diensten die niet zijn vrijgesteld, en die niet onder het 9%-tarief of het 0%-tarief vallen.
In 2019 ging het btw-tarief op groente en fruit omhoog naar 9 procent.
Voor bijna alle voedingsmiddelen geldt een btw-tarief van 9%, ook wel het lage btw-tarief genoemd.
Het eten van groente en fruit moet dus gestimuleerd worden, vindt NPN. Helaas worden boodschappen steeds duurder. Groenten en fruit zijn volgens het CBS in de afgelopen 10 jaar zelfs 20% duurder geworden. Daar bovenop werd in 2019 de BTW verhoogd van 6 naar 9%.
Laag BTW-tarief op voedingsmiddelen
Eet -en drinkwaren voor menselijke consumptie die aan de eisen van de Warenwetgeving voldoen, worden door de belastingdienst aangemerkt als voedingsmiddelen. Hier wordt 9% BTW over geheven.
Bij de verkoop van voedingsmiddelen in Nederland wordt sinds 1 januari 2019 een BTW-tarief van 9% gehanteerd.
De BTW op broedeieren bedraagt sinds 1 januari 2018 21 procent in plaats van 6 procent. Afnemers van broedeieren moeten sinds die datum dus meer betalen voor broedeieren.
Ook hier is sprake van een combinatie van producten, namelijk: snoep (9% btw) en speelgoed (21% btw).
Alcoholhoudende dranken vallen onder het 21%-tarief. Niet-alcoholhoudende dranken en alcoholarme dranken vallen onder het 9%-tarief.
Enkel voor “etenswaren” mag u 12% btw aanrekenen. Een praktische moeilijkheid hierbij is dat u klant per klant moet noteren of deze het ijs ter plaatse opeet (dienst) of meeneemt (levering). Voor iedereen die zijn ijsje meeneemt geldt nog steeds het 6%- tarief.
Vrijgesteld van btw zijn onder meer de diensten van artsen, verpleegkundigen verzekeringsadviseurs en journalisten. Ook onderwijs gericht op de uitoefening van een beroep of functioneren in een werkkring, is vrijgesteld van btw. Vrijstelling houdt in dat over de vergoeding geen omzetbelasting verschuldigd is.
BTW-tarief = 6%
Dit tarief is hetzelfde voor het ontbijt indien de persoon in het logiesverstrekkende bedrijf heeft overnacht. Indien dit niet het geval is, geldt het tarief van 12 % voor het ontbijt. Voor de daarbij geserveerde dranken is het BTW-tarief 21%.
Tarief van 6% levende dieren voor consumptie, vlees en slachtafvallen, vis, schaal-, schelp- en weekdieren voor consumptie (uitgezonderd kaviaar, langoesten, krabben, zee- en rivierkreeften, oesters en de daarmee bereide voeding);
U mag de btw alleen in aftrek brengen als u het eten en drinken niet afneemt als eindgebruiker. Dit is het geval wanneer u als ondernemer deze prestatie doorbelast aan een derde, waarbij u btw in rekening brengt. Op de factuur geeft u dan aan dat het gaat om het verstrekken van eten en drinken voor gebruik ter plaatse.
Alcoholhoudende dranken vallen onder het hoge tarief van 21%.
Voorbeeld inkoopfactuur met verschillende btw-tarieven
Als voorbeeld nemen we een inkoopfactuur van de Sligro. Hiervan is een deel 21% en een deel 9% btw. De btw-bedragen staan altijd apart vermeld op de factuur. In het voorbeeld is dit € 9,54 btw hoog (21%) en 41,34 btw laag (9%).
Onder het 21%-tarief vallen: losse verkoop van haarverzorgingsproducten.
Tot €50.000 geen belasting
Bij de belastingaangifte over 2021 is de vrijstelling € 50.000. In 2020 was dit nog € 30.846. Voor partners geldt een dubbele vrijstelling: €100.000 in 2021. Boven deze bedragen ga je belasting over je vermogen betalen.
Vanaf 1969, de introductie van de Wet op de omzetbelasting 1969, werd de omzetbelasting in Nederland geheven volgens het stelsel van Belasting over de Toegevoegde Waarde (btw). De Europese Unie eiste namelijk een Europees stelsel om belasting te heffen, naar model van de TVA.