Hoeveel wordt er in Nederland overboden? In het eerste kwartaal van 2021 werd op meer dan 70% van de aangeboden huizen tot €300.000 de vraagprijs overboden, terwijl dit twee jaar geleden nog minder dan 40% was voor deze prijscategorie. Als het om overbieden gaat, lopen de bedragen snel op.
Jawel. Hoewel de bedragen die huizenkopers bieden nog altijd flink boven de vraagprijs liggen, zien we voor het eerst sinds lange tijd een afname als we kijken naar de gemiddelde overbieding als percentage van de vraagprijs. Zo werd er in Q1 2022 gemiddeld 9,23% van de vraagprijs overboden en het kwartaal ervoor 9,39%.
Als we kijken naar het laatste kwartaal van 2021, dan zie je dat bij woningen met een vraagprijs tussen de € 200.000 en € 300.000 in 45% van de gevallen meer dan € 25.000 werd overboden, in 6% van de gevallen was de overbieding zelfs meer dan € 50.000. Dat blijkt uit cijfers van NVM.
Overbieden huis of een bod boven de vraagprijs doen is niet langer de norm op de huizenmarkt sinds juli 2022. Hoeveel overbieden is niet meer de vraag.
Sinds 2018 mag je niet meer lenen dan de waarde van een woning. De officiële taxatieprijs is het bedrag dat een hypotheekverstrekker maximaal kan en mag hanteren als bedrag voor de lening. Als je dus 20.000 euro overbiedt dan kun je dit bedrag niet opnemen in de hypotheek. Die moet je dus zelf financieren.
Sinds 2018 mag je nog maar 100 procent van de waarde woning lenen. De kosten koper en alles wat je boven de taxatiewaarde van het huis biedt, moet je met eigen geld betalen. Je moet dus extra spaargeld of overwaarde op je huis hebben voor bieden boven de vraagprijs.
Huizenprijzen blijven stijgen, maar minder hard
De afgelopen maanden hebben verschillende economische bureaus hun verwachting gegeven (en ook weer bijgesteld). Rabobank verwacht een huizenprijsstijging in 2022 van 16,1%. De meest recente verwachting van ABN AMRO is een prijsstijging van 15,2%.
In de provincies Groningen, Flevoland en Utrecht wordt het vaakst meer dan 50.000 euro overgeboden. In Groningen ging dit het laatste kwartaal van 2021 om 44 procent van alle woningen met een vraagprijs tussen de 300.000 en 400.000 euro.
De makelaars signaleerden een lichte daling van de huizenprijzen in het eerste kwartaal van dit jaar, ten opzichte van de laatste drie maanden van 2021.
In 2023 stijgen de huizenprijzen beduidend minder hard. Economen houden rekening met een prijsstijging 2,5% tot 4,5%. Een daling van de huizenprijzen wordt vooralsnog niet verwacht, maar wordt ook niet uitgesloten. Als de rentes blijven stijgen, kan dit wel degelijk leiden tot een prijsdaling.
Door de krapte in het aanbod op de huizenmarkt is overbieden steeds meer een standaardpraktijk geworden. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is in 2021 bijna driekwart van de koophuizen verkocht voor een bedrag boven de vraagprijs.
In het kort is er helaas geen eenduidig antwoord op de vraag of je nog altijd moet overbieden op een huis. Op dit moment is er sprake van grote regionale verschillen en kan ook het type woning meespelen. Wel hebben wij een aantal handige tips voor je op een rijtje gezet voor jouw volgende bod.
In 2021 lag het gemiddelde op ruim 13 bezichtigingen per te koop staand huis. Dat is aanzienlijk meer dan het jaar daarvoor, want in 2020 was het gemiddelde nog iets minder dan 10 bezichtigen. Dit was te verklaren door de gekte op de huizenmarkt.
Veel mensen geven uiteindelijk toch de voorkeur aan het kopen van een eigen huis als dat financieel mogelijk is, want ondanks de crisis stijgen veel huren gewoon door. Door een slimme keuze te maken wat betreft de rentevaste periode, kun je bij een koopwoning juist je woonlasten relatief zeker maken.
Een bod doen aan het einde van een kijkdag kan succesvol zijn. Als dat bod veel zekerheid biedt (weinig voorwaarden en aankoopmakelaar dragen hieraan bij), dan zou het huis aan het einde van de dag zomaar eens van jou kunnen zijn. Het betreft hier je beste bod. Zorg dat je dan wel een eindtijd opneemt in je voorstel.
Je kunt de overwaarde van je huis gebruiken voor de aankoop van je nieuwe huis. Dat houdt in dat als het bedrag wat je voor je huis krijgt meer is dan de schuld van je hypotheek, dan houdt je geld over: dit is de overwaarde. Het bedrag dat je kan lenen aan hypotheek + je overwaarde = wat je kunt bieden.
In april 2022 staan er meer huizen te koop dan het laatste kwartaal van 2021. Dit betekent dat prijzen nog steeds dalen. Kopers die in 2021 en 2022 hebben gekocht zullen een groot gedeelte van het overboden bedrag als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. In een onstabiele huizenmarkt is de vraag minder.
Nee, in 2022 stort de huizenmarkt in Nederland niet in maar de vraag is of de inflatie roet in het eten gaat gooien. De laatste ontwikkelingen geven aan dat de gemiddelde huizenprijs iets aan het zakken is t.o.v. een kwartaal ervoor.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.
Moet je flink overbieden op een huis en betaal je meer dan het huis volgens de taxateur waard is? Dan moet je dit verschil zelf betalen. Je kunt dit niet meefinancieren in je hypotheek.
De vraagprijs is dus het startpunt van de verkoop en geeft je de kans om een voorstel richting de verkoper te doen. Dit zegt dus niets over de taxatiewaarde of de koopsom.
Hoeveel lager je kunt bieden dan de vraagprijs, hangt af van de omstandigheden en de waarde van de woning. Zorg dat je niet te veel onder de vraagprijs gaat zitten. Je bod moet wel realistisch zijn, anders is het voor de verkoper niet interessant genoeg om een tegenbod uit te brengen.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
Kortom: ja, het is financieel een gunstige tijd om uw huis te verkopen, maar u behaalt alleen een financieel voordeel als uw toekomstige woning gunstig geprijsd is en/of de maandelijkse lasten van uw toekomstige woning gunstiger zijn.
De huidige prijsstijging op de huizenmarkt doet meer dan de helft van de consumenten denken aan zeepbelvorming. Toch is er in Nederland – gemiddeld genomen – geen sprake van een zeepbel, aldus het ING Economisch Bureau.