Als je kind tussen 2 en 3 jaar is, leert het steeds meer woordjes. Soms zal je kind zich misschien nog uitdrukken in een los woord, maar steeds vaker zal het ook zinnen van 2 woorden gaan gebruiken zoals: 'mama boek', 'papa weg' of 'die ook'. De zinnen van 2 woorden kunnen verschillende dingen betekenen.
Vanaf ongeveer 2,5 jaar gaan kinderen zinnen van drie woorden begrijpen. Ze gebruiken dan ook zelfbedachte combinaties van een paar woorden, bijvoorbeeld 'Kijk, poes!' als het huisdier voorbij loopt. Vanaf ongeveer drie jaar gebruiken kinderen zinnen van drie tot vier woorden: 'Mama wil soep?'
Er is sprake van bredere ontwikkelingsproblematiek, waardoor het kind er langer over doet om de functie van taal te ontdekken en gebruiken taal daarom nog weinig op jonge leeftijd. Ongeveer 10 tot 15% van de tweejarigen is wat later met praten zonder dat er verder iets aan de hand is. Dat stelt misschien wat gerust.
Je kind leert steeds meer bij. Natuurlijk heeft ieder kind zijn eigen tempo. Maar de meeste peuters van tweeënhalf jaar gaan zinnen van drie woorden begrijpen en maken zelf woordcombinaties, zoals: 'Kijk, poes! ' Als je kind drie jaar is, dan gebruikt het 'drie- tot vier-woord-zinnen'.
Wanneer je peuter zo'n twee jaar oud is, kan hij zelf gaan 'tellen' door cijfers (meestal ð) op volgorde op te noemen en naar voorwerpen te wijzen om na te doen wat jij doet als je telt. Hij legt nog geen verband tussen het daadwerkelijke aantal en het corresponderende getal dat hij zegt.
Rond de leeftijd van 2 jaar beginnen kinderen vaak met het onthouden van de getallen van 1 tot en met 10 in de juiste volgorde en proberen ze deze uit het geheugen op te zeggen.
Vroege kenmerken hoogbegaafdheid
Snel gaan lopen (bijvoorbeeld met 10 maanden) Vroeg praten en over een grote woordenschat (met 1,5 jaar al 200 woorden of meer) beschikken. Snel inzicht in oorzaak en gevolg krijgen. Al vroeg alert zijn met veel aandacht voor de wereld om hem heen.
Rond de leeftijd van twee jaar heeft uw kind waarschijnlijk een kernwoordenschat opgebouwd van ongeveer een tot tweehonderd woorden , en heeft geleerd om twee woorden aan elkaar te verbinden. Het is belangrijk om te onthouden dat kinderen in deze fase woorden vaak niet duidelijk uitspreken, en dat dit volkomen normaal is.
Samen spelen is een goede manier om veel met elkaar te praten.Ook spelletjes waarbij je doet alsof, zijn heel goed voor de taalontwikkeling. Verder zijn er veel spelletjes waarbij je kind woorden leert en leert nadenken en onthouden, zoals lotto en memory. Laat je kind ook veel met andere kinderen spelen.
De meeste kinderen experimenteren op tweejarige leeftijd met onomatopee (oftewel het gebruiken van woorden die geluiden beschrijven, zoals "piep piep!") en beginnen vragen te stellen ("Waar is Dada?"), maar verbaal gevorderde kinderen kunnen al langere zinnen spreken met veel werkwoorden , zoals "Ik speelde en ik sprong en ik zong!", zegt Fujimoto.
Kenmerken van dysfasie zijn: Een kind met dysfasie begrijpt anderen wel, maar praat zelf erg weinig of erg slecht. Het kind moet zoeken naar de juiste woorden en zegt dan net iets anders dan het had bedoeld. Het uitdrukken van gedachten en gevoelens gaat moeizaam.
Je kind gaat gesprekken nadoen door klanken na te zeggen. Dit zijn vaak nog geen bestaande woorden, maar stukjes ervan, of iets wat erop lijkt. Je kind gaat steeds meer echte woorden gebruiken, tussen zijn gebrabbel door. De meeste kinderen zeggen hun eerste woorden wanneer zij één tot anderhalf jaar oud zijn.
18 maanden - 2 jaar Op de leeftijd van twee jaar zouden de meeste kinderen in staat moeten zijn om: - zelfstandig te lopen en te beginnen met rennen - speelgoed achter zich aan te trekken tijdens het lopen - een groot stuk speelgoed of meerdere stukken speelgoed te dragen tijdens het lopen - op hun tenen te staan - een bal te schoppen - zonder hulp op en van meubels te klimmen - de trap op en af te lopen met behulp van steun.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Fijne motoriek
Peuters kunnen steeds beter een potlood vasthouden, een bladzijde van een boek omslaan en kleine dingen vastpakken, zoals een kraal. Tussen twee en vier jaar leert je kind zich aankleden en begint je kind een beetje te tekenen, knippen en plakken.
Mogelijke redenen kunnen zijn: een gehoorprobleem, een oorontsteking, een ontwikkelingsstoornis (bijvoorbeeld autisme) of een te klein aanbod van taal. Spreekt je kind nog niet als het 2 jaar oud is? Dan is het belangrijk hulp te zoeken om dit te onderzoeken. Op die manier kun je gericht werken aan verbetering.
Praat veel met je kind.
Je peuter leert vooral taal door na te doen wat hij hoort en veel te oefenen. Voer dus zoveel mogelijk gesprekjes met hem, en geef hem ook de ruimte om te reageren. Soms gaat dit wat langzaam, maar als je geduld hebt, kom je tot de leukste gesprekken.
Een kind van 2 jaar oud spreekt in zinnetjes van 2 woordjes, bijvoorbeeld 'koek hebben', 'poes ook'. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen).
Hieronder vindt u een reeks vereenvoudigde mijlpalen voor spraakduidelijkheid, die, hoewel slechts bij benadering, dienen als startpunt om de voortgang van uw kind te beoordelen: Tegen 18 maanden zou 25% van de spraak verstaanbaar moeten zijn voor bekende mensen. Tegen 24 maanden (twee jaar) zou 50 tot 75% van de spraak verstaanbaar moeten zijn voor bekende mensen.
De woordenschat van je kind wordt alsmaar groter en breidt zich uit tot zeker 50 woorden rond 20 maanden oud. Het zijn voornamelijk zelfstandig naamwoorden, zoals 'huis', 'auto' en 'poes'.
Slimme peuters/kleuters zijn nieuwsgierig, onderzoekend, kunnen goed onthouden en kunnen lastige denkproblemen aan.Ze zijn snel van begrip en stellen veel vragen.
Er is geen eenduidige maatstaf of test voor begaafdheid.
Toch zijn er een aantal signalen waar experts op letten. Bij peuters kan dit eruit zien als het vroeg behalen van mijlpalen in de spraak, het hebben van een grote woordenschat voor hun leeftijd, of het zijn van een ongelooflijk snelle leerling .
Wanneer kan een kind tot 10 tellen? Gemiddeld kan een kleuter als hij vier jaar is tot tien tellen. Nog niet op de goede volgorde en hij zal geregeld een cijfer overslaan, maar het begin is er. Een halfjaar later kan je kind cijfers en letters aanwijzen die worden opgenoemd.