Het aantal mm bepaald de brandpuntsafstand van de lens. Bij camera's met een cropsensor begint de ideale brandpuntafstand voor landschappen bij 10mm.Bij full frame is dat zo'n 15mm. Je krijgt zo veel van het landschap in beeld en er ontstaat door de grote beeldhoek veel dynamiek.
Als je echter landschappen wilt vastleggen bij weinig licht of als je zelfs een sterrenhemel gaat fotograferen, moet je zeker lenzen met een groter diafragma overwegen (f/2.8 zoom of een nog grotere f/1.4 prime). Deze lenzen zijn ook ideaal als je bewegingen, zoals vliegende vogels, scherp wilt vastleggen.
Diafragma voor landschappen
Wanneer je een landschap wilt fotograferen, heb je in principe geen groot diafragma nodig (laag f-getal). Je hebt dus genoeg aan een groothoeklens die een maximaal diafragma van f5. 6 kan hanteren. Snelle lenzen, dus met een groot maximaal diafragma (bijvoorbeeld f2.
Neem een groothoek van 10 tot max. 40mm voor mooie weidse opnames die je van landschappen kunt maken. Neem een telelens voor het fotograferen van vogels of andere diersoorten op afstand. Denk hierbij aan lenzen van minimaal 400mm of meer.
De 24-105mm is een alleskunner
Van portretten, snapshots en landschappen tot architectuur met over hele bereik f/4.0 als lichtsterkte, deze lens kan het allemaal. Zelf kies ik daarom altijd voor het Sony FE 24-105mm f/4.0G OSS objectief voor mijn fototrips en helikoptervluchten.
Een extreme groothoek, een standaardzoomlens van 24-105mm, een telelens van 100-400mm en een macrolens. Zo weet ik zeker dat ik altijd de juiste lens bij mij heb. Tijdens echte klimtochten heb ik overigens vaak alleen de standaardzoomlens en de groothoeklens mee.
Over het algemeen wordt een lens tot 24mm een groothoeklens genoemd. Er zijn groothoeklenzen die een vast brandpunt hebben. Hier kun je alleen brede beelden mee maken. Hoewel 24mm de standaard is voor een groothoeklens, lopen de brandpuntsafstanden bij dit type lens best uiteen.
Wil je als straatfotograaf een wat beschouwend beeld van een onderwerp vastleggen, dan zou je het best geholpen zijn met een 50mm of een 85mm objectief (of een brandpuntsafstand die hierbij in de buurt komt). Deze zijn voor vrijwel alle merken te verkrijgen.
Veel fotografen beginnen met een objectief als de Canon EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM. Als je op full-frame overstapt, kun je met een veelzijdig objectief zoals de Canon RF 24-105mm F4-7.1 IS STM in je uitrusting de meeste scenario's aan.
Met een telelens kun je amper fatsoenlijke groepsfoto's nemen. Kies dus eerder voor een groothoek of gebruik de kitlens die bij je camera kwam. Vaak is een gebied ergens tussen de 18 en 35mm een prima uitgangspunt. Ook met wat minder scherptediepte zijn leuke groepsfoto's te maken.
De meest voor de hand liggende optie voor architectuurfotografie is een groothoek lens. Op een full-frame camera vanaf 24 mm of wijder. Op een 1.5/1.6x crop camera 16 mm of wijder. Echter is het aan te raden om nog wat wijder te gaan, en wel om een paar redenen.
Dekt de populaire brandpuntsafstanden van 18-55 mm (kleinbeeldequivalent: 27-82,5 mm) met een maximaal diafragma van f/3.5–5.6. Dit objectief is perfect voor het maken van allerlei soorten foto's, van portretten tot landschapsfoto's. Het is ook ideaal voor het opnemen van HD-films.
Wil je een portret maken van een persoon dan zal de juiste lens ergens tussen 70 en 100mm zitten. Omdat dit gebied de minste kans op vervorming (distortion) biedt. Andere brandpunten geven vaak vervorming in het gezicht door het te breed of te uitgerekt weer te geven, afhankelijk van de lens die je op de camera hebt.
18-55: het zoombereik van de lens. Van groothoek (18mm) tot 55 mm (lichte telelens). Van 18 tot 55mm is een zoombereik van 3 en dat laat Nikon ook aan het einde nog een keer zien door 3.0x te vermelden. f/3.5-5.6G: Het maximale diafragma.
Op straat kun je van alles tegenkomen dat interessant is om te fotograferen. Erg ver inzoomen is meestal niet nodig. Kies voor lenzen die geheel of deels in een zoombereik vallen tussen 24 en 100 mm.
Je kunt voor het fotograferen van insecten dus beter kiezen voor een langere lens – circa 90mm tot 180mm – in plaats van de (doorgaans goedkoopste) lenzen die een brandpuntsafstand van ongeveer 40mm tot 60mm hebben. Sommige macrofotografen maken er een sport van echt contact met een beestje te maken.
Een voor de hand liggende keuze is een objectief met een zoombereik van 70 tot 200mm: de Canon EF 70-200mm f/2.8L, de Nikon AF-S 70-200mm f/4.0G en de Sony 70-200mm f/2.8.
Er zijn lenzen beschikbaar met een maximale brandpuntsafstand van 600mm. Hiermee haal je dieren dichtbij terwijl jij op grote afstand blijft. Deze lenzen hebben meestal een diafragma van f/4.5-6.3. De grote opening vangt veel licht zodat jij met een snelle sluitertijd werkt.
Het verschil tussen USM en STM is dat USM sneller scherpstelt waar STM vloeiender scherpstelt, wat een voordeel is tijdens het filmen met een dSLR.
Lenzen. De klassieke lens voor het fotograferen van stillevens is een prime 50 mm lens. Op een full-frame camera geeft dit een realistisch beeld zonder vervorming.