Tijdig richting aangeven doe je bijvoorbeeld op wegen binnen de bebouwde kom op circa 100 meter voordat je wilt afslaan en op wegen buiten de bebouwde kom op circa 200 meter als je wilt afslaan. Bij het rijden op een autoweg of autosnelweg geef je tijdig richting aan op circa 300 meter voordat je gaat uitvoegen.
Binnen de bebouwde kom (30 tot 50 km/u): circa 50 à 100 meter voordat je afslaat. Buiten de bebouwde kom (50 tot 80 km/u): circa 200 meter voordat er wordt afgeslagen. Op autowegen of autosnelwegen (80 tot 130 km/u): circa 300 meter voordat je uitvoegt.
Nee, bestuurders zijn nog altijd verplicht richting aan te geven met een richtingaanwijzer of met hun arm. Uit de wet volgt dat bestuurders alvorens af te slaan een teken moeten geven met richtingaanwijzer of met hun arm.
Het is verplicht om je knipperlicht te gebruiken als je: wegrijdt. een ander voertuig inhaalt. een doorgaande rijbaan oprijdt of verlaat.
Het principe is duidelijk: volgens de Wegcode ben je verplicht je richtingaanwijzers te gebruiken (kortweg: pinken) wanneer je van richting verandert. Opvallend: je hoeft niet te pinken, je mag een richtingverandering ook aangeven met de arm.
Wie is aansprakelijk voor een ongeval tijdens het ritsen? In de regel geldt dat, als u van rijstrook wisselt, u een manoeuvre uitvoert en geen voorrang hebt op andere voertuigen. Bij een ongeval bent u dan aansprakelijk voor de schade. Máár de wegcode beschouwt ritsen wanneer dat verplicht is, níét als een manoeuvre.
Wat is de maximumsnelheid op een rotonde? De veiligheid op een rotonde wordt mede veroorzaakt doordat je er niet hard op kunt rijden. Een perfecte manier van snelheid regulering. Het maximum ligt tussen de 20 en 30 kilometer per uur.
Knipperlicht knippert snel. De oorzaken kunnen zijn: kapotte zekering, kapotte lampjes, kapot clignoteur-relais, draadbreuk, verschillende lampjes gebruikt, aansluiting van caravan of aanhanger is kapot en nog meer problemen kunnen de oorzaak zijn. Dit zijn de redenen waarom een knipperlicht te snel kan knipperen.
Er wordt zelfs met trots verteld dat er nu een 'snelwegfunctie' op de richtingaanwijzers zit, die drie keer knippert als je de hendel aantikt om van rijbaan te wisselen.
U bent dus verplicht om richting aan te geven wanneer u wilt gaan voorsorteren of wilt gaan afslaan. U geeft richting aan met uw richtingaanwijzer of met de hand. Verder moet u richting aangeven bij elke zijdelingse verplaatsing, als u bijvoorbeeld: Wilt gaan wegrijden.
Wanneer je een motorvoertuig inhaalt moet je richting aangeven. Indien je bij het inhalen van rijstrook moet wisselen moet je ook richting aangeven. En wanneer je een belangrijke zijdelingse beweging maakt moet je richting aangeven.
Maar voordat je dat doet, bepaal je eerst waar je wilt invoegen. Kijk in de binnenspiegel, linkerbuitenspiegel en links opzij – niet achterom! Wees bedacht op haastige bestuurders die achter je al met invoegen zijn begonnen (dode hoek). Is de weg vrij, geef dan richting aan en ga in een vloeiende beweging de weg op.
Op een kruising moet je voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen, tenzij met verkeerstekens anders wordt aangegeven. Bestuurders die van rechts komen, maar zich op een onverharde weg, woonerf of oprit met verlaagde stoeprand bevinden, hebben geen voorrang.
Voorbereidingen en slepen
Sleep auto's met automatische transmissie niet op een snelheid hoger dan 80 km/h(50 mph) en niet verder dan 80 km (50 mile).
Een inhaalmanoeuvre moet niet langer duren dan noodzakelijk en je mag tijdens het inhalen niet sneller rijden dan de maximumsnelheid. Het inhalen mag geen gevaar of hinder voor andere weggebruikers veroorzaken. Kijk eerst of je veilig kunt inhalen en geef vervolgens tijdig richting aan.
Er is geen verbod meerdere voertuigen ineens in te halen. Er is wel een verplichting opnieuw rechts te rijden zodra dat zonder bezwaar kan.
De richtingaanwijzers en waarschuwingsknipperlichten mogen naar voren niet anders dan ambergeel of wit en naar achteren niet anders dan ambergeel of rood stralen. Visuele controle, waarbij de desbetreffende lichten worden ingeschakeld.
Dimlicht is de verlichting die je standaard moet gebruiken wanneer het donker is. Als overdag je zicht belemmerd wordt door weersinvloeden als mist, hagel, regen of sneeuw, dan moet het dimlicht ook overdag aan.
Een richtingaanwijzer, clignoteur of knipperlicht (in België vaak pinker genoemd) is een signalisatielicht op een voertuig dat wordt gebruikt om andere verkeersdeelnemers duidelijk te maken dat een voertuig van richting gaat veranderen of een zijdelingse beweging gaat maken.
De richtingaanwijzer is een lange, meestal grijze of zwarte hendel. Als die omhoog of omlaag wordt bewogen, gaat er aan de linker- respectievelijk rechterkant van je auto een licht knipperen. De richtingaanwijzer maakt geen geluid en het licht niet knipperen, tenzij de motor draait.
Een originele knipper kost rond de 50 euro. Kan van leverancier tot leverancier een paar euro schelen. Die goedkopere knippers zullen geen originele onderdelen zijn.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Het verkeer op de rotonde heeft voorrang
De automobilisten die zich op de rotonde bevinden, hebben voorrang op het verkeer dat de rotonde wil oprijden. Op een rotonde bestaat er dus niet zoiets als een voorrang van rechts.
Bij een rotonde vervolgt u uw weg en bent u alleen als u de rotonde verlaat verplicht rechts richting aan te geven. Er zijn ook automobilisten die bij het oprijden van een rotonde richting aangeven naar links. Dat is géén wettelijke eis, maar het maakt wel duidelijk wat de bestuurder van plan is.