Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. De Rijksoverheid biedt hulp om laaggeletterdheid aan te pakken. Bijvoorbeeld met financiering aan gemeenten en subsidies aan werkgevers voor aanbod van opleidingen.
In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat is 18% van alle mensen in Nederland. Dus ongeveer 1 op de 6 mensen! Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen.
Het percentage Nederlandse jongeren dat risico loopt om laaggeletterd te worden, blijft fors toenemen. Van 17,9 procent in 2015 naar 24 procent in 2018. Daarnaast geeft 60 procent van de leerlingen aan alleen te lezen als het moet, bijvoorbeeld voor het opzoeken van informatie voor schoolopdrachten.
Laaggeletterden op de arbeidsmarkt
Er zijn circa 740.000 laaggeletterde werknemers in Nederland. Per sector van de arbeidsmarkt is een schatting gemaakt van het aantal laaggeletterden.
Mensen die laaggeletterd zijn, hebben vaak moeite met taal, rekenen en werken met de computer. Ze hebben daar vaak last van. Dagelijkse taken kunnen moeilijk zijn, zoals: internetbankieren, brieven of e-mails schrijven, kinderen voorlezen, de bijsluiter van medicijnen lezen of werkinstructies opvolgen.
Je bent als volwassene laaggeletterd, als je moeite hebt met lezen, schrijven en/of rekenen. Vaak heb je dan ook beperkte digitale vaardigheden. Dan vind je bijvoorbeeld omgaan met een computer of een smartphone lastig. Niet goed kunnen lezen, schrijven en/of rekenen heeft gevolgen.
Oorzaken van laaggeletterdheid
Sommige mensen hebben door ziekte, spijbelen, een lichamelijke handicap of een reizend bestaan onderwijs gemist. En daarnaast zijn er ook mensen die zijn opgegroeid in een taalarme omgeving of mensen die te maken hebben gehad met een problematische thuissituatie.
Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone. De Rijksoverheid biedt hulp om laaggeletterdheid aan te pakken. Bijvoorbeeld met financiering aan gemeenten en subsidies aan werkgevers voor aanbod van opleidingen.
Dat komt allereerst door de gemiste inkomstenbelasting. Laaggeletterden hebben vaker een minder goed betaalde baan en zijn vaker langdurig werkloos. Ook gaat laaggeletterdheid hand in hand met hogere ziektekosten door stress of bijvoorbeeld bedrijfsongevallen, omdat ze de veiligheidsinstructies niet goed kunnen lezen.
Er is niet één specifieke oorzaak aan te wijzen. Onderzoek toont aan dat de volgende mensen kwetsbaar zijn: - Mensen met algemene leer- en gedragsproblemen, zoals concentratiestoornissen en een tekort aan discipline, of met specifieke lees- en schrijfproblemen, zoals taalzwakte en dyslexie.
Van de 1,8 miljoen laaggeletterden van 16 tot 65 jaar hebben 1,3 miljoen mensen moeite met taal óf taal en rekenen (Algemene Rekenkamer, 2016).
Wanneer iemand analfabeet is kan diegene niet lezen of schrijven in de moedertaal noch in een andere taal. De alfabetiseringsgraad zeg iets over het aandeel van een bevolkingsgroep dat kan lezen of schrijven en wordt als indicator voor de ontwikkeling van die bevolkingsgroep gezien.
Een kleine afwijking in het natuurlijk taalsysteem in de linkerhersenhelft maakt het moeilijker voor dyslectici om gelezen en gesproken taal te matchen. Dyslexie kan erfelijk zijn: 60% van de dyslectische kinderen heeft een ouder die ook dyslectisch is. Het kan de kans op laaggeletterdheid vergroten.
Amsterdam heeft procentueel meer inwoners die moeite hebben met lezen en schrijven in vergelijking met de rest van Nederland. Meer dan 16 procent van de Amsterdammers is laaggeletterd.
Iemand is laaggeletterd als hij geen of onvoldoende gebruik kan maken van het geschreven of gedrukte woord. Dat betreft de techniek van lezen en spellen maar ook begrijpend lezen en begrijpelijk schrijven. Dyslexie is een specifieke leerstoornis in alleen technisch lezen en spellen.
Eén op de vier Nederlanders heeft beperkte gezondheidsvaardigheden¹. Dat betekent dat zij moeite hebben met het vinden, begrijpen, beoordelen en gebruiken van informatie over gezondheid. Een deel van deze groep is laaggeletterd.
Laaggeletterden zijn over het algemeen slechter af wat hun gezondheid betreft: zij hebben o.a. een slechtere fysieke en mentale gezondheid, een grotere kans om eerder te sterven, zijn minder goed in staat tot zelfmanagement en hebben een minder gezonde leefstijl.
Laaggeletterden hebben vaak moeite met alledaagse dingen, zoals het lezen van (eenvoudige) informatiefolders of brieven. Maar ook het invullen van papieren is lastig. Voorlezen gebeurt nauwelijks.
Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven, maar beheersen deze vaardigheden niet goed genoeg om te kunnen functioneren in de samenleving. Daarnaast bestaat er een groep mensen met dyslexie, die wel kunnen lezen maar het niet (geheel) kunnen interpreteren. Een persoon met dyslexie kan met moeite taallessen volgen.
Dyslexie betekent letterlijk dat iemand moeite heeft met taal. Bij dyslexie gaat lezen, spellen en ook zelf schrijven, gezien de leeftijd en het onderwijsniveau, veel te moeizaam, terwijl iemand wel een gemiddelde intelligentie heeft.
Analfabetisme = Een analfabeet is iemand die de vaardigheid in lezen, spellen en schrijven niet of in onvoldoende mate beheerst.
Laaggeletterdheid (of: functioneel analfabetisme) houdt in dat mensen moeite hebben met de taalvaardigheden lezen en/of schrijven, maar ook rekenen en digitale handelingen.