Van alle basisschoolkinderen krijgt 57 procent een havo-vwo-advies.
Van leerlingen met een havo/vwo-advies bevindt 40% zich op havo-niveau en 46% op vwo-niveau. Bij een vmbo-k/gt advies loopt de verdeling wat meer uiteen met een percentage van 35% voor vmbo-k niveau en 58% voor vmbo-gt niveau.
In 2021/2022 zit 45 procent van de leerlingen in het derde leerjaar op het havo of vwo. 22,2 procent van de derdejaars leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt een vwo-opleiding en bijna 23 procent zit in het derde jaar van de havo. Tien jaar eerder ging het om respectievelijk 21,5 procent en 20,7 procent.
Slagingspercentages en cijfers
Het landelijk slagingspercentage voor het vwo examen is 91,6%. En daar wil jij natuurlijk bij horen!
Zo heeft een leerling met een standaardscore van 238 of hoger op de Centrale Eindtoets van Route8 een vwo-advies. En op de Dia-Eindtoets heeft een leerling vwo-advies bij een score van minimaal 370. Alle Centrale Eindtoetsen meten de referentieniveaus taal en rekenen (art.
Kansrijk adviseren betekent dat de leerkracht kijkt naar de potentie van het kind. Om alle kinderen gelijke kansen te geven is in Amsterdam ook afgesproken dat de thuissituatie niet meer meeweegt bij het advies. Is het advies niet goed onderbouwd? Vraag dan om betere onderbouwing of bijstelling van het advies.
Een score van 549 of 550 wordt slechts behaald door ongeveer de top 5 procent van alle leerlingen.
Het geschatte slagingspercentage van vwo en vmbo verschilt ook veel per school. Het vwo schommelt tussen 70% en 97% en het vmbo tussen 83% en 91%.
In zeldzame gevallen komt zelfs weleens een n-term van meer dan 2 voor, zo was er bijvoorbeeld een n-term van 2,4 voor het pilotexamen wiskunde B, vwo in 2016, en voor scheikunde, vwo in 2022.
5 VWO is het zwaarste jaar van het VWO. Als je dit jaar haalt, komt het met je examens ook wel goed. Wat betreft talen: veel oefenen met lezen aangezien het CE daarop gericht is. Verder vooral voor vocabulairetoetsen e.d. in ieder geval goed scoren aangezien dit puur leerwerk is.
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: er is inderdaad een groot verschil tussen het VWO en de universiteit. De verhalen dat de universiteit moeilijker wordt gevonden zijn waar. Uit een poll die werd gedaan onder studenten op de universiteit gaf slechts 10% aan dat de universiteit niet zwaarder is dan het VWO.
Op het vwo was het slagingspercentage tijdens het schooljaar 2019/'20 voor meisjes 99 en voor jongens 98. In 2018/'19 was dat achtereenvolgens 90 procent en 91 procent. Op de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo (vmbo-b en vmbo-k) liggen de slagingspercentages al enkele jaren boven de 95.
Vwo bereidt je voor op het wetenschappelijk onderwijs
Het vooroordeel dat gymnasium beter of hoger is dan atheneum klopt niet. Er bestaat geen niveauverschil tussen gymnasium en atheneum.
In 2020/'21 volgde 23,5 procent van de leerlingen in het derde leerjaar havo, 23,1 procent zat op het vwo en 3,2 procent van de leerlingen zat in een gemengde havo/vwo-klas.
In havo 4 is het gemiddelde percentage zittenblijvers van 15% in 2018 gestegen naar gemiddeld 19% in 2022. In vwo 5 is het percentage van 11% in 2018 gestegen naar 13% in 2022. In het vmbo gaat het om minder leerlingen, maar is dezelfde stijging te zien: bijvoorbeeld van 8% in 2018 naar 10% in vmbo-g/t in 2022.
Het is een opleiding die leerlingen voorbereidt op het wetenschappelijk onderwijs: studeren aan een universiteit. Het vwo is het hoogste schoolniveau op de middelbare school en jaarlijks krijgen ongeveer 20% van de groep 8-leerlingen een vwo-advies.
Het vak wiskunde B is voor veel middelbare scholieren erg lastig. Om het toch goed te kunnen beheersen vóór het eindexamen, is het belangrijk om veel te oefenen met de lesstof. Naast het maken van je huiswerk van school kun je dit ook doen door te oefenen met oude wiskunde B examens op vwo niveau.
De examenmakers streven naar een N-term van 1,0. De N-term kan tussen de 0,0 en 2,0 liggen.
In schooljaar 2023/2024 is het slagingspercentage van alle examenleerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs gestegen naar 91,4%.
Als je gezakt bent voor het eindexamen vwo, kun je herkansen. Je doet dan in 1 vak opnieuw centraal examen (in tijdvak 2). Als je ook na je herkansing niet geslaagd bent, kun je het examenjaar overdoen.
Maar vooral vwo'ers kozen voor een tussenjaar. In schooljaar 2022/'23 zaten er bijna 90 duizend leerlingen in het laatste jaar van het vmbo. Van hen haalde 89 procent hun diploma. Bijna 53 duizend leerlingen zaten toen in de hoogste klas van de havo en 79 procent haalde het diploma.
De vwo-examens van wis - en natuurkunde zijn de afgelopen dertig jaar aanzienlijk makkelijker geworden, concluderen onderzoekers van bureau McKinsey. Daardoor halen leerlingen makkelijker een voldoende, terwijl hun niveau juist lager is geworden.
De Cito-toets meet namelijk geen intelligentie, maar schoolse ontwikkeling (rekenen, taal, informatieverwerking).
De Cito scoort kinderen tussen de 500 en de 550. Afhankelijk van dit percentiel wordt een bepaald type brugklas geselecteerd. Het vwo vereist een score van tussen de 545 en 550. Er wordt binnen het vwo onderscheid gemaakt tussen atheneum (gewoon vwo) en gymnasium (vwo met Grieks en Latijn).