Kleine planeten hebben meestal maar weinig manen: Mars heeft er twee, de aarde heeft er eentje, en Venus en Mercurius hebben er helemaal geen.
Niet Jupiter, maar Saturnus is de planeet met de meeste manen in het zonnestelsel. Amerikaanse wetenschappers hebben twintig nieuwe manen ontdekt rond de planeet, waarmee het totale aantal manen rond Saturnus op 82 komt.
Saturnus heeft 62 bevestigde manen; Uranus 27 en Neptunus 13.
Recordhouder op dit moment is Jupiter, met 63 bekende manen. Vier daarvan zijn zo groot als een planeet: Ganymedes (de grootste maan in het zonnestelsel), Callisto, Europa en Io. De andere gasreuzen hebben met hun sterke zwaartekracht ook veel manen verzameld: Saturnus 56, Uranus 27 en Neptunus 13.
Er zijn ongeveer 170 manen in ons zonnestelsel. De meesten daarvan draaien om de gasreuzen Jupiter en Saturnus. Kleine planeten hebben meestal maar weinig manen: Mars heeft er twee, de aarde heeft er eentje, en Venus en Mercurius hebben er helemaal geen.
Uranus bezit de koudste atmosfeer van ons zonnestelsel, nog kouder dan de verder gelegen planeet Neptunus. In de atmosfeer van Uranus zakt de temperatuur tot een minimum van -224 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur bedraagt er -196 graden Celsius.
De lotgevallen van de komeet Shoemaker-Levy 9 toonden aan dat het niet noodzakelijk alleen planetaire manen zijn die fragmenteren. Deze theorie heeft als gevolg dat er zich rond alle hemellichamen ringen kunnen vormen. Mogelijk hadden of hebben Venus, Mars, de aarde, of zelfs de zon zeer dunne ringen!
De temperatuur aan het oppervlak van Venus bedraagt 733 K. Het verschil van 495 graden met de effectieve temperatuur illustreert het veel sterkere natuurlijke broeikaseffect dan op aarde, dat 33 graden bedraagt.
Het is echter wel een indrukwekkend aantal – tot nu toe zijn er officieel 'slechts' 79 manen en maantjes bekend rond de planeet; de grootste vier werden in 1610 ontdekt door de Italiaanse astronoom Galileo Galilei.
Saturnus is dan wel groot maar niet zo zwaar. Dit komt omdat het een gasplaneet is. Je kan er dus niet op staan, zoals bij ons op aarde. En Als je Saturnus in een bak met water zou kunnen leggen, dan blijft hij als enige planeet in ons zonnestelsel drijven!
Deze week maakten astronomen bekend dat ze twintig nieuwe manen rond Saturnus hebben ontdekt, waarmee het totaal aantal natuurlijke satellieten rond de gasreus op 82 komt – meer dan enige andere planeet in het zonnestelsel.
Maar toch kan de mens niet op Venus leven. Door de dikke bewolking en dichte atmosfeer is het er erg warm. De temperatuur kan oplopen tot 465 graden Celsius en daarmee is Venus de heetste planeet in het zonnestelsel. Omdat Venus de planeet is die het dichtst bij de aarde staat, is er veel onderzoek naar gedaan.
Venus is helemaal geen ster, maar in spreektaal zegt men het wel. De wolkendeken zorgt er niet alleen voor dat de planeet goed zichtbaar is, maar ook dat de hitte op Venus wordt vastgehouden. Hierdoor is de planeet nóg heter is dan Mercurius, terwijl die juist dichter bij de zon staat.
De mogelijkheid van het voorkomen van leven op Venus wordt vanaf de jaren vijftig uitgesloten geacht. Venus staat veel dichter bij de zon dan de Aarde en de temperaturen op de oppervlakte liggen, ook door het extreme broeikaseffect van de atmosfeer, veel te hoog om leven zoals wij dat kennen, te huisvesten.
In ons zonnestelsel is vrijwel zeker water op:
Enceladus (maan van Saturnus) Ganymedes (maan van Jupiter) Uranus. Neptunus.
Kepler-452b mag vanaf nu de boeken in als exoplaneet die het meest op de aarde lijkt. Dat maakte het team van Nasa's Kepler-missie vandaag bekend op een speciaal belegde persconferentie. De planeet bevindt zich op zo'n 1400 lichtjaar afstand van de aarde en draait om een ster die sterk lijkt op onze eigen zon.
En wat is er zo speciaal aan de planeet? Jupiter is de allergrootste planeet in ons zonnestelsel. Hij is vanaf de zon gezien de vijfde planeet. Jupiter is zo groot dat onze aarde er wel 1300 keer in past.
De manen van andere planeten hebben prachtige namen. Styx (Pluto), Ganymedes (Jupiter) en Enceladus (Saturnus) bijvoorbeeld. Maar onze eigen maan, heeft gewoon 'Maan'.
Op de maan is het altijd heel erg koud
De maan heeft geen atmosfeer en daarmee ook geen bescherming tegen de straling van de zon. In het zonlicht is het er 120°C boven nul. Zonder atmosfeer kan er op de maan ook geen warmte worden vastgehouden. Aan de nachtzijde is het dan ook meteen ijskoud, 170°C onder nul.
De maan cirkelt om de aarde en de hoge waterstand volgt de beweging van de maan. Als de maan er niet zou zijn, zouden de getijden niet helemaal verdwijnen – omdat de zon ook getijden veroorzaakt – wel zijn de getijden zonder inbreng van de maan tot wel 75 procent minder sterk. De getijden worden dus zwakker.