In een bestemmingsplan zijn vaak al een aantal afwijkingsmogelijkheden opgenomen, zoals een afwijking met 10 % van de maximale goothoogte of een afwijking van 1 meter. Meestal zijn er voorwaarden verbonden aan een binnenplanse afwijking. De procedure is hetzelfde als die van een passend plan.
Een wijziging van een bouwplan die inhoudt een verkleining van de oppervlaktemaat die in verhouding tot de omvang van het bouwwerk gering is, betekent een wijziging van ondergeschikte aard.
Afwijken van het bestemmingsplan is een activiteit waarvoor een omgevingsvergunning van B&W nodig is. Bij afwijken van het bestemmingsplan blijft het onderliggende bestemmingsplan onveranderd. Het herzien van een bestemmingsplan, dat iedere tien jaar moet plaatsvinden, is een bevoegdheid van de gemeenteraad.
Het gaat in het algemeen om kleine afwijkingen, waarvan de haalbaarheid eenvoudig is aan te tonen of niet nodig is, aangezien het om een beperkte uitbreiding van een bestaand gebouw gaat, waarbij bijvoorbeeld de woningaantallen en grondoppervlakte niet toenemen.
De gemeente kan een omgevingsvergunning verlenen met als doel af te wijken van het bestemmingsplan. Dit wordt ook wel een “buitenplanse afwijking” genoemd. Voor deze afwijking moet een goede ruimtelijke onderbouwing aanwezig zijn.
Voor een wijziging in het bestemmingsplan moet u een aanvraag indienen bij de gemeente. Houdt u er rekening mee dat dit een vrij moeilijke en dure procedure kan zijn. Alleen de aanvraag kost op dit moment in de meeste gemeenten tussen de 10.000 en de 12.000 euro.
Aan een omgevingsvergunning ligt een concreet project ten grondslag en er kunnen geen algemene regels in worden opgenomen. In een bestemmingsplan worden daarentegen regels opgenomen die voor herhaalde toepassing zijn.
De Kruimelgevallenregeling biedt de mogelijkheid om een omgevingsvergunning planologisch strijdig gebruik met de snelle(re) reguliere procedure voor te bereiden. De Kruimelgevallenregeling is onder meer van toepassing op het in afwijking van het bestemmingsplan wijzigen van het gebruik van een bestaand bouwwerk.
Een omgevingsvergunning wordt getoetst op het bestemmingsplan, de bouwverordening, de welstand en het bouwbesluit. Als de plannen voldoen aan alle gestelde eisen, moet de gemeente de vergunning verlenen.
Wat is een goede ruimtelijke ordening? Het bevoegd gezag zorgt voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Dit gebeurt in het kader van een 'goede ruimtelijke ordening'. Het beginsel van een goede ruimtelijke ordening blijft van toepassing voor alle ruimtelijke ontwikkelingen.
Ja, in de Wet ruimtelijke ordening is vastgelegd dat een bestemmingsplan elke tien jaar opnieuw moet worden vastgesteld. Dat kan door een heel nieuw bestemmingsplan vast te stellen, maar ook door het nemen van een verlengingsbesluit.
In een bestemmingsplan staat hoe de grond in een gebied en de gebouwen die daarop staan, gebruikt mogen worden. Wanneer u grond of een gebouw op een andere manier wilt gebruiken dan in het bestemmingsplan staat, vraagt u een omgevingsvergunning strijdig gebruik aan. Met deze vergunning mag u uw plannen toch uitvoeren.
De gemeenteraad beslist binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging van het ontwerpbesluit over de vaststelling van het bestemmingsplan. Beslissen binnen 12 weken. Burgemeester en wethouders publiceren de kennisgeving van het vaststellingsbesluit ook in het gemeenteblad en elektronisch.
Met een kruimelvergunning kan een bouwplan afwijken van een bestemmingsplan. Op de kruimellijst staan elf gevallen waarin van het bestemmingsplan mag worden afgeweken, zonder dat daar lange procedures voor nodig zijn.
Een goede ruimtelijke onderbouwing vermeldt de uitvoeringsaspecten archeologie en cultuurhistorie, hinder bedrijvigheid, flora en fauna, waterhuishouding, externe veiligheid, luchtkwaliteit, bodemkwaliteit en geluid. Kubiek kan alle deskundigheid die nodig is hiervoor leveren met daarbij een efficiënte coördinatie.
Buitenplans afwijken met een kruimelafwijking
Dit zijn afwijkingsmogelijkheden waarvoor de randvoorwaarden zijn beschreven in het Besluit omgevingsrecht (Bor). Voorbeelden zijn het uitbreiden van een woning door een dakopbouw.
De gemeente kan de omgevingsvergunning alleen terugdraaien om 'gegronde redenen'. Dat betekent dat u een goede reden moet geven, bijvoorbeeld: Uw buren willen iets bouwen dat niet past in het bestemmingsplan van de gemeente. In een bestemmingsplan staat wat er met de grond en gebouwen in een gemeente mag gebeuren.
De wet biedt de mogelijkheid om de omgevingsvergunning in plaats van deze in zijn totaliteit te weigeren op verzoek van de aanvrager gedeeltelijk te verlenen, dus te verlenen voor de activiteiten waarvoor zij niet behoeft te worden geweigerd.
De bouwvergunning is vanaf 1 oktober 2010 opgegaan in de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning vervangt een aantal vergunningen, waaronder de bouwvergunning, kapvergunning en sloopvergunning. De omgevingsvergunning is dus de nieuwe bouwvergunning.
Een bouwvergunning (tegenwoordig ook wel omgevingsvergunning genoemd) is onherroepelijk als er 6 weken na het bekend maken van de vergunning geen bezwaar is ingediend. Zodra iemand bezwaar heeft aangemaakt tegen jouw bouwvergunning is de vergunning pas onherroepelijk na het finale oordeel van de rechter.
Met behulp van de kruimelregeling kan de gemeente u in een verkorte procedure van slechts acht weken, toestemming verlenen om in afwijking van het bestemmingsplan te bouwen of gronden te gebruiken. De afwijking wordt vastgelegd in een vergunning om af te wijken van het bestemmingsplan.
Wil je bouwen, verbouwen of het gebruik van een bouwwerk wijzigen maar past dit niet in het bestemmingsplan? Dan kun je in bepaalde gevallen toch een omgevingsvergunning krijgen. Dit heet ook wel planologisch strijdig gebruik of handelen in strijd met de regels van ruimtelijke ordening.
Gemeenten zijn verplicht voor hun gehele grondgebied te beschikken over actuele bestemmingsplannen. De verplichting om iedere 10 jaar een nieuw bestemmingsplan vast te stellen geldt niet als: het bestemmingsplan digitaal raadpleegbaar is via Ruimtelijke plannen.
Een bestemmingsplan is van toepassing op een gebied en een vergunning op specifieke activiteiten binnen een concreet project. Wat in een bestemmingsplan staat, is dus van toepassing op alle projecten die in dat gebied worden gerealiseerd.