De bovengrondse opslag van diesel tot 300 liter is een verpakking.Vanaf 300 liter is er altijd een certificaat nodig. Maar dan kan het een opslagtank, een mobiele tank of een intermediate bulk container (IBC) zijn.
Voorraad smeerolie opslaan in de verkoopruimte
Van verpakte smeerolie met een vlampunt van onder de 60 graden Celsius mag zonder lekbakken maximaal 300 liter opgeslagen worden. Als er wel lekbakken zijn, dan mag er maximaal 800 liter opgeslagen worden.
– Bij 2.5 jaar een uitwendige inspectie + drukproef. – Bij 5 jaar een uitwendige inspectie + drukproef + INWENDIGE inspectie. Voor de KIWA heb je ook 2 verschillende soorten keuringen. – Iedere 2.5 jaar moet er een uitwendige inspectie met drukproef uitgevoerd worden.
Volgens brandstoffabrikant BP blijft brandstof in een afgesloten container bij een temperatuur van 30 graden drie maanden goed. Bij 20 graden is dat al meteen zes maanden.
Particulier vervoer van gevaarlijke stoffen (1.1.3.1a)
In het geval van brandstoffen mag maximaal 240 liter brandstof in hervulbare houders van maximaal 60 liter worden meegenomen. Wel moeten er maatregelen worden getroffen om elke vorm van lekkage onder normale vervoersomstandigheden te voorkomen.
Je mag op normale schappen zonder lekbak 300 liter benzine opslaan. Op schappen met een lekbak met 100% opvangcapaciteit mag je 800 liter benzine opslaan.
Een PGS 15 kast van Asecos wordt gebruikt voor een veilige opslag van gevaarlijke (licht-ontvlambare) stoffen.
In de PGS 15:2016 is in voorschrift 3.2.5 gesteld dat op een verdieping maximaal 500 kg of liter gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen aanwezig mag zijn. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt in vloeroppervlak of brandcompartiment. Het totaal mag niet meer zijn dan 500 kg of liter.
In de PGS 15 zijn de regels opgenomen voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen waarmee een aanvaardbaar beschermingsniveau voor mens en milieu wordt gerealiseerd.
Bij opslag van vloeistoffen moet de kast voorzien zijn van ventilatie, met afvoer op de buitenlucht. Voor vluchtige, brandgevaarlijke vloeistoffen is dat extra belangrijk. Brandgevaarlijke stoffen moeten worden opgeslagen in een minimaal 60 minuten brandwerende veiligheidskast.
Vaste of vloeibare (licht) ontvlambare stoffen mogen niet samen worden opgeslagen met: • oxiderende stoffen; • vergiftige stoffen of CMR; • corrosieve of bijtende stoffen; • samengeperste gassen (w.o. zuurstofflessen).
Opvangcapaciteit lekbak
Over het algemeen geldt dat een lekbak een opvangcapaciteit van tenminste 110% van de inhoud van de grootste verpakkingseenheid of opslagtank moet hebben. Tevens moet de opvangcapaciteit ten minste 10% zijn van de inhoud van alle opgeslagen stoffen.
De olie en smeermiddelen vallen onder categorie 3: Brandbare vloeistoffen. Daarnaast vallen de producten ook nog onder de definitie van vloeibare bodembedreigende stoffen.
Wat is een plofkast
Een plofkast is een kast die geschikt is voor de opslag van gevaarlijke stoffen. Het gebruik van de plofkast en de uitvoering staan beschreven in de richtlijn PGS 15. Een plofkast heeft een brandwerendheid van 30 minuten of 90 minuten en is getest en gecertificeerd volgens de EN 14470-1.
Een brandstof jerrycan voor benzine of diesel moet een speciaal keurmerk hebben, het kunststof (HDPE) moet aan strenge veiligheidseisen voldoen. Anders is de kans aanwezig dat ze uiteindelijk gaan lekken, dit kan tot gevaarlijk (explosie) gevaar leiden.
Benzine of diesel mag je alleen in jerrycans met een maximale inhoud van 60 liter vervoeren. In totaal mag je maximaal 240 liter brandstof vervoeren. Dus bijvoorbeeld vier jerrycans van 60 liter. Daarnaast ben je verplicht om de jerrycans stevig vast te maken in je kofferbak.
De wet staat toe om in totaal 240 liter brandstof mee te nemen. Daarnaast moeten alle mogelijke maatregelen genomen worden om lekkage van de inhoud te voorkomen. Ook moeten de jerrycans goed vastgemaakt worden in de kofferbak.
Olie en smeermiddelen zijn brandbaar, maar uiteraard zijn bepaalde producten brandgevaarlijker dan andere. De meeste producten hebben een vlampunt hoger dan 100°C en hoeven daarom niet voorzien te worden van het gevaar symbool ontvlambaar op de verpakking.
Werkzaamheden als lassen, snijden, slijpen, solderen, afbranden van verf en het aanbrengen van bitumineuze dakbedekkingen hebben één ding gemeen. Ze zijn allemaal brandgevaarlijk.
Bij het werken met gebruikte olie en smeermiddelen loopt men daarom een grotere kans op gezondheidsschade op, en dient men dus extra voorzichtig te zijn. Olie en smeermiddelen zijn brandbaar, maar uiteraard zijn bepaalde producten brandgevaarlijker dan andere.
Het gebruik van een lekbak is verplicht als u gevaarlijke vloeistoffen opslaat. Door de VLAREM of PGS15 te volgen kan u risico's verkleinen, bodemverontreiniging voorkomen en een veilige werkomgeving creëren.
Specifieke zorgplicht bij een lekbak
Een lekbak moet voldoende bestand zijn tegen de stoffen en goederen die daarin of daarboven zijn opgeslagen. En de condities waaronder deze stoffen worden gebruikt of opgeslagen. Daarbij voorkomt het bedrijf dat water in een lekbak blijft staan.
De ADR- klasse 9 stoffen die onder de PGS 15 vallen zijn waterbezwaarlijk. In geval van een brand hebben deze stoffen minder vergaande gevolgen voor de omgeving van het bedrijf. Dit in vergelijkig met bijvoorbeeld de opslag van brandbare of giftige stoffen.
Klasse 9: Overige stoffen en voorwerpen
Klasse 9 omvat stoffen en voorwerpen die tijdens het vervoer een gevaar vormen dat niet onder de titel van andere klassen valt.
Stoffen die zijn ingedeeld in ADR klasse 8, VG II en III zijn bijtend of corrosief. In geval van een brand hebben deze stoffen minder vergaande gevolgen naar de omgeving van het bedrijf dan bijvoorbeeld de opslag van brandbare of giftige stoffen.