Omgerekend naar fulltime banen draaien leraren in het primair onderwijs een gemiddelde werkweek van 46,9 uur. Leraren in het voortgezet onderwijs komen aan 45,2 uur.
Omdat veel leraren in het primair onderwijs ook in kleinere deeltijdbanen werken, gaat het op dit moment om een tekort van bijna 13.000 juffen en meesters*In 2020 werken er 129 duizend personen (onderwijzend personeel) in het primair onderwijs en 92,6 duizend fte.
In 2020/2021 werd er door 129 duizend leraren voor 93 duizend fte in het po gewerkt.
In 2020 zetten 81.407 medewerkers (fte's) waaronder 59.622 docenten zich in om de individuele talenten van bijna een miljoen leerlingen tot hun recht te laten komen en leerlingen voor te bereiden op hun rol in de samenleving. Let op: Deze pagina kan het beste op een desktop bekeken worden.
Soms gaat het ook ongewild ten koste van de kwaliteit van onderwijs. Maar met een tekort van 9100 fulltime leraren op de basisscholen en meer dan 1700 voltijdbanen op de middelbare scholen, is het lerarentekort een steeds nijpender probleem.
Een zorgelijke trend is dat de vakken wiskunde en Nederlands, waarvoor nu al een tekort aan leraren is, te maken hebben met een dalende instroom voor de tweedegraads lerarenopleiding. Ook voor economie en Frans zijn er minder aanmeldingen. Voor scholen blijft het dan ook moeilijk om personeel te vinden.
Afhankelijk van de hoogte van de ratio is het de vraag of de middelen zo veel als mogelijk worden ingezet in het primaire proces: zo veel mogelijk onderwijzend personeel in de klas. In 2017 ligt de ratio gemiddeld op 16,5 leerlingen per fte voor het po en op 15,6 in het vo.
Oorzaken lerarentekort
Er zijn verschillende redenen voor het tekort aan leraren in het onderwijs. Dit zijn belangrijke oorzaken: Er komen niet genoeg leraren bij. Veel oudere leraren gaan met pensioen.
Met lerarentekort wordt het probleem aangeduid dat er onvoldoende leraren zijn om het aantal vacatures in het onderwijs te vervullen. Scholen moeten hierdoor soms ingrijpende maatregelen nemen en kunnen niet alle lessen laten geven die nodig zijn. Bij leerlingen ontstaan achterstanden.
Een leraar in het primair onderwijs (po) verdient tussen € 3.500 en € 7.190 per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Het primair onderwijs bestaat uit het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Je hebt geen onderwijsbevoegdheid nodig. Je geeft dan namelijk les onder begeleiding van een docent met bevoegdheid. Je bent dan wel gebonden aan maximaal 4 uur per week lesgeven. Wil je meer uren per week lesgeven dan heb je alsnog een bevoegdheid nodig.
De collegegeldtarieven worden ieder jaar opnieuw vastgesteld. Het wettelijk collegegeldtarief voor studiejaar 2021-2022 bedraagt € 1.084. Dit bedrag kan afhankelijk van je persoonlijke omstandigheden verschillen. Check daarom ook de collegegeldmeter .
In het voortgezet onderwijs verdienen leraren beter. Een starter (tweedegraads) begint met 2747 per maand voor 36,87 uur (zo staat dat in de cao), na 10 jaar zit hij op 3773. Een tweedegraads docent met extra taken zit na 10 jaar op 4353 euro per maand. Na 12 jaar zelfs op 4878.
Het gemiddelde leerkracht salaris in Nederland is € 49.356 per jaar of € 25,31 per uur. De aanvangsposities beginnen vanaf € 40.746 per jaar, maar meer ervaren werknemers verdienen tot € 53.208 per jaar.
Als startend leerkracht op een basisschool verdien je volgens onze Salaris Check gemiddeld een maandloon van € 2.680 bruto. Netto houd je daarvan € 2.053 over.
Een belangrijke oorzaak voor het lerarentekort is de waardering van de job, zegt Ama. "Volgens een Europese studie in 2013 gaf 25% van de Vlaamse leerkrachten aan zich niet gewaardeerd te voelen. In 2018, amper 5 jaar later, was dat gestegen naar 45%."
Het structurele probleem is niet de hoge werkdruk, de hoeveelheid burn-outs, het achterblijvende salaris, of – met al die dingen samenhangend – het lerarentekort. Dat zijn symptomen. Het werkelijke probleem ligt dieper. De overheid kreeg de afgelopen dertig jaar steeds minder te zeggen over het onderwijs.
De beste manier om te kijken of het onderwijs iets voor jou is: loop een dag of meerdere dagen mee op een school. Je ziet het werk van een leraar, je maakt kennis met de doelgroep waar je les aan gaat geven en je ervaart de sfeer op een school. Veel scholen staan open voor meeloopdagen.
Een voltijdse opdracht omvat 36 uur per week, zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs. Een halftijdse opdracht telt 18 uren. Voor de invulling van je opdracht is je werkgever bevoegd: het bestuur van je school. Het bestuur sluit samen met jou een overeenkomst af, met een omschrijving van je opdracht.
Werktijdfactor 1,00 betekent fulltime, 40 uur per week, 1659 uur per jaar werkzaam. Door je werktijdfactor te vermenigvuldigen met 40 uur, weet je hoeveel uur je per week moet werken.
Werktijd per week in uren / 40 uur = werktijdfactor. De minimale betrekkingsomvang bij nieuwe benoemingen is 8 uur: 0,2 fte. Wat is er afgesproken met betrekking tot overwerk? Indien een fulltime leraar incidenteel en in opdracht van de werkgever meer dan 40 uur per week werkt, is er sprake van overwerk.
U heeft een afgeronde hbo-opleiding leraar basisonderwijs (pabo) nodig om als leraar in het gehele basisonderwijs te mogen werken. Binnen de opleiding zijn specialisaties mogelijk, bijvoorbeeld naar leeftijdscategorie (jonge kind of oudere kind). Maar u moet aan alle eisen voldoen om uw diploma te halen.
"Grotere klassen, minder lessen en een groter risico op voortijdig schoolverlaten. Dat zijn de mogelijke gevolgen van het lerarentekort, zoals dat zal ontstaan als er nu geen maatregelen genomen worden", schreef de Onderwijsraad al in 2006.
Kijk, er is een belangrijk verschil tussen symptomen en oorzaken van de problemen in het onderwijs. Symptomen zijn de negatieve EFFECTEN die we ervaren door de werking van het onderwijssysteem. Denk aan het lerarentekort, de hoge werkdruk, het belabberde docentenimago en leerlingen die onderpresteren.