Het percentage kinderen tot zestien jaar die niet op hetzelfde adres wonen als hun vader, is gestegen van 13 procent in 1996 naar 18 procent in 2015. Dat zijn 549 duizend kinderen. De stijging komt vooral doordat meer ouders uit elkaar gaan.
Van de volwassenen tussen 25 en 46 jaar die als kind de scheiding van hun ouders meemaakten, heeft nu 20 procent geen contact meer met de vader en 5 procent niet meer met de moeder.
'In Nederland is ongeveer 17 procent kinderloos, een verrassend hoog percentage,' zegt onderzoekster Renske Verweij van de Rijksuniversiteit Groningen.
Meisjes met een goede relatie met hun vader staan bijvoorbeeld steviger in hun schoenen dan meisjes met een slechte band. Ze hebben meer zelfvertrouwen, maken minder stresshormonen aan, en hebben minder kans op een depressie.
Hoeveel procent kiest voor co-ouderschap? Co-ouderschap is behoorlijk in opmars. Koos in 2001 nog slechts 5% voor co-ouderschap, in 2013 was dit al gestegen tot 27%. De overgrote meerderheid van 70% kiest voor een omgangsregeling waarbij de kinderen bij hun moeder blijven.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Wanneer er in algemene termen sprake is van een gelijke verdeling van zorg, opvoeding en omgang met het kind, oftewel een 50-50 verdeling, spreken we van co-ouderschap.
Volgens onderzoekers is het erfelijk bepaald hoeveel X- en Y-chromosomen mannen aanmaken, en dus hoe groot de kans is op een bepaald geslacht. Mannen die dus meer X-chromosomen aanmaken, hebben meer kans op een dochter. Heeft je man dus alleen maar zussen? Dan is de kans wat groter dat jullie een dochter krijgen!
Het is goed om een bondgenoot te hebben die je voor lange tijd kan helpen en begeleiden. Bijvoorbeeld een vriend van je familie, een oom of tante, of de vader of moeder van een vriend(in). Met hem of haar kun je praten over alles waar je mee te maken krijgt zoals geldzaken, de voogdij en waar je gaat wonen.
Kinderen van afwezige vaders zijn bijvoorbeeld vaak rationeel en helder. Ze hebben leiderschapskwaliteiten en zijn zich erg bewust dat anderen ondersteuning en goedkeuring nodig hebben, juist omdat ze het zelf niet kregen. Ze kunnen opkomen voor zichzelf en voor anderen. Ze houden vast aan hun verantwoordelijkheden.
Een kinderwens is maar deels aangeboren
Neemt niet weg dat nog altijd tachtig procent van de Nederlandse vrouwen en zo'n 75 procent van de mannen minstens één kind krijgt.
Kersverse vaders waren gemiddeld 32,7 jaar. Dat is drie maanden ouder dan vijf jaar eerder. Ook moeders kregen hun eerste kind gemiddeld later dan in 2013, de gemiddelde leeftijd steeg van 29,4 naar 29,9 jaar.
De gemiddelde Nederlander zou het liefste zo'n 2,25 kind krijgen en krijgt dus een 'half' kind minder dan gewenst. Hongaren zijn een stuk minder gelukkig. Gemiddeld zouden zij graag een gezin met bijna 2,5 kind hebben, maar krijgen maar iets meer dan 1 kind per vrouw.
De wet schrijft namelijk voor dat zowel de kinderen als de ouders recht hebben op omgang met elkaar. Ouders hebben zelfs de plicht om aan de omgang mee te werken. De rechter kan een ouder het recht op omgang met het kind slechts ontzeggen indien hiervoor zwaarwegende redenen zijn.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt niet dat een kind zonder vader opvoeden niet schadelijk is voor een kind. Wel weten we dat het voor de sociale ontwikkeling goed is als het in de eerste zes jaar wordt omringd door liefst drie vertrouwde verzorgers (mannelijk en vrouwelijk).
Dominante ouders streven continu naar perfectie. Ze verlangen alleen het beste van hun kinderen. Het maakt niet uit hoe hard een kind zijn of haar best zal doen, het zal niet goed genoeg zijn voor de ouders. Dit komt doordat de dominante ouders altijd een 'maar' kanttekening maken.
Ongewenste zwangerschappen (Engelse link) zijn een ander veelvoorkomende reden voor het in de steek laten van kinderen. Verkrachting is één mogelijke factor, evenals zwangerschap bij minderjarigen. Vrouwen en meisjes in deze situaties voelen zich vaak alleen en weten niet goed wat ze moeten doen.
Uit de structuurtellingen van het CBS blijkt echter dat bij een gezin met 0, 1, of 2 jongens en geen meisjes de kans op een volgend meisje 48,0%, 47,3% en 46,2% is. Een vrouw met twee zoons heeft dus 54% kans op weer een zoon en 46% kans op een dochter. Omgekeerd geldt dit ook voor moeders met veel dochters.
Heeft een moeder twee zoons, dan is de kans om nog een baby te krijgen 25%. Datzelfde geldt voor moeders met twee dochters. Heeft een moeder echter al een jongen én een meisje, dan is de kans op een volgend kind iets kleiner, 20%. Daaruit blijkt dat niet het geslacht van de kinderen van belang is, maar de variatie.
Vaak wordt beweerd dat bepaalde standjes het geslacht van je kind kunnen beïnvloeden, maar hierover bestaat geen onderzoek. Het is dus een zuivere mythe dat de missionarishouding meer meisjes tot gevolg heeft en de hondjeshouding meer jongens.
Kleding en omgang
Indirect komen de kosten van kleding voor de kinderen voor rekening van beide ouders. De niet-verzorgende ouder betaalt zijn/haar bijdrage daarin immers door middel van kinderalimentatie.
Co-ouderschap na een scheiding regelt u in een ouderschapsplan. Hierin spreekt u af dat u allebei evenveel voor de kinderen zorgt. Soms moet u dit plan naar de rechtbank sturen.