De landbouwsector stootte in 2017 106 miljoen kilo stikstof uit in de lucht, becijfert het RIVM. Het grootste deel kwam van de veeteelt, de stikstofuitstoot van dieren was goed voor 94 miljoen kilo.
Van de Nederlandse uitstoot naar de lucht bestaat ongeveer 65% uit ammoniak (NH3) en 35% uit stikstofoxiden (NOx). De landbouw zorgt voor ongeveer 60% van de stikstofuitstoot (door mest, maar ook uit kassen en door landbouwvoertuigen), het wegverkeer voor bijna 30%.
Koeien zijn de grootste stikstofproducenten. Zodra hun plas en mest samenkomt ontstaat ammoniak en dit is een vorm van stikstof. Sinds 2020 zijn boeren verplicht om minder krachtvoer met eiwitten aan hun koeien te voeren. Daardoor produceren die koeien minder ammoniak en dus stikstof.
De belangrijkste bronnen van stikstofoxiden zijn het verkeer, energiecentrales en de industrie. Ammoniak komt vooral uit de landbouw, maar ook het verkeer en mensen produceren ammoniak. Boeren gebruiken mest omdat het zorgt voor een betere plantengroei en hogere gewasopbrengsten.
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
Wat is de bijdrage van (Nederlandse) veeteelt op de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen? In 2018 was de landbouw verantwoordelijk voor de uitstoot van 26,5 megaton CO₂, 14% van het Nederlandse totaal (1 megaton is 1 miljoen ton = 1 miljard kg). Van die 26,5 megaton werd 70% uitgestoten door de veehouderij.
Bij de stikstofcrisis van de laatste jaren draait het om twee stofjes: stikstof uit verkeer (NOx) en stikstofverbindingen uit boerenbedrijven, meestal in de vorm van ammoniak. Deze slaan neer in de natuur en werken als voedingsstof. Daardoor groeien sommige planten beter dan andere.
Het voer dat koeien eten en verteren zorgt in meer of mindere mate ook voor stikstofuitstoot. “Zo geven boeren hun koeien vaak voer met net teveel eiwit (waar stikstof in zit), ongeveer 10 procent eiwit te veel. Dat komt in de urine terecht en vervliegt deels als ammoniak. Die ammoniak daalt neer in de natuur.
Toch is de landbouw, het landgebruik en het voedselsysteem dat daarbij hoort wereldwijd verantwoordelijk voor 24% van de uitstoot van alle broeikasgassen. Dus bijna net zoveel als de uitstoot van alle fossiele energiecentrales op aarde (25%).
6. Heeft alleen Nederland een stikstofprobleem? Nee, de Habitatrichtlijn van de EU verlangt van iedere lidstaat dat die zijn biodiversiteit beschermt. De uitspraak van het Europees Hof over de Nederlandse aanpak geldt voor alle EU-landen.
Bij het rijden op benzine komt per kilometer 21 gram stikstofdioxide in de lucht. Bij het rijden op diesel is dat 365 gram per kilometer. Ook nieuwe auto's die op diesel rijden, stoten meer stikstofdioxide uit dan elektrische auto's, en ook meer dan auto's die op benzine rijden.
De hoeveelheid stikstof hangt af van hoeveel melk een koe in een jaar produceert (in kilogram) en van het ureumgehalte (in milligram voor elke 100 gram melk). Ook de hoeveelheid fosfaat hangt af van de melkproductie.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
Laten we eerst eens kijken wat een paard/pony op jaarbasis aan mest produceert. Een pony of paard produceert op jaarbasis resp. 29,3 en 53,7 kg stikstof en resp. 11,7 en 22,4 kg fosfaat.
Ook in België boze boeren
Ook België heeft een grote landbouwsector in relatief klein grondgebied. "Waar wij nog een heel klein beetje ruimte hebben, is de grenswaarde in Vlaanderen echt 0,0", zegt De Vries. "Die mogen dus helemaal geen extra stikstof uitstoten rondom natuurgebieden."
Dat komt doordat mensen zelf stikstof zijn gaan 'produceren'. Door stikstof onder hoge druk met waterstof te verbinden, krijg je namelijk ammoniak. Ammoniak is de basis van kunstmest. Daarnaast wordt het gebruikt bij de productie van veel andere stoffen, zoals explosieven en plastics.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
Ondanks schoonste landbouw stoot Nederland meeste stikstof uit in Europa. Nederland produceert per hectare gemiddeld 4 keer zo veel stikstof dan de rest van Europa. Nederland is ook een netto exporteur van stikstof: in het buitenland komt 3 keer meer Nederlandse stikstof terecht, dan er vanuit andere landen binnenkomt.
Bij de teelt van landbouwgewassen en het houden van dieren komen CO2, methaan en lachgas vrij. Deze broeikasgassen dragen bij aan de opwarming van de aarde. Vlees en zuivel zijn de grootste boosdoeners. Bij de spijsvertering van koeien en andere herkauwers ontstaat methaan, een krachtig broeikasgas.
Schiphol en Tata steel bovenaan top-100 stikstofoxiden
Uit de lijst van 100 grootste bronnen van stikstofoxiden blijkt dat Schiphol, na Tata Steel, een van de grootste bronnen van stikstofoxiden is. Alle sectoren, dus ook verkeer, industrie en de luchtvaart moeten bijdragen aan de oplossing.
In Duitsland is een stikstofvergunning pas nodig als door een nieuwe activiteit meer dan 7 mol stikstof (100 gram) per hectare per jaar neerslaat in een Natura 2000-gebied. Bovendien hanteren de Duitsers ook nog een foutenmarge van 20 procent.
Ammoniak en stikstofoxide reageren in de lucht en vormen fijnstof. Deze fijnstof kan leiden tot long- en luchtwegklachten. Al tientallen jaren komt er veel teveel stikstofoxiden en ammoniak in de lucht en natuur terecht. Voor onze natuur, gezondheid en voedselproductie moet de hoeveelheid stikstof daarom omlaag.