Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Aardbeien zijn meerjarige vaste planten en van de heerlijk smakende vruchten van de doordragers – het type dat GroenRijk nu aanbiedt – kun je dus extra lang genieten. Je kunt er zelfs volgend jaar nog opnieuw van oogsten en misschien ook nog het jaar daarna als je goed voor je aardbeiplanten in hangpot zorgt.
Je kunt elk jaar weer opnieuw van die aardbeien genieten, maar dan moet je de aardbeienplant goed verzorgen en je kunt aardbeien stekken.
Knip de uitlopers telkens weg (op de paar na die je wilt gebruiken als opvolgers). Maak je bak in het late najaar schoon en bescherm je planten met stro tegen de vorst. Haal in het voorjaar het stro weg, knip het dode blad af en verwijder je ingewaaide onkruid.
Kunnen aardbeiplantjes overwinteren? Aardbeiplantjes kunnen makkelijk de winter doorkomen, als ze beschermd worden tegen (sterke) vorst. Wanneer er sprake is van vorst zonder sneeuwval, kan de bodem bedekt worden met takjes, stro of teenwilg.
Aardbeien vermeerderen met uitlopers
Maak het jezelf gemakkelijk en laat de uitlopers direct wortelen in een los potje. Zet een potje naast de moederplant en plant hier de uitloper in. Laat de uitloper wel vastzitten aan de moederplant. Pas in augustus knip je de uitlopers los en plant je ze op een eigen plekje uit.
Voor de beste oogst verwijder je dus alle uitlopers. Maar misschien wil je wel stekken. Redenen daarvoor kunnen zijn: voor een nieuw aardbeienbed want dat vernieuw je bij voorkeur eens per 3 of 4 jaar. Of omdat je meer aardbeienplanten wilt.
Een aardbeiplant heeft gemiddeld drie trossen aardbeien die na elkaar bloeien. De eerste aardbeien van een tros zijn groot en verder in het seizoen worden ze steeds kleiner. Het plukken kan beginnen. Als de groene aardbeien in zicht komen gaan we trossen doorhalen.
Groeiwijze. Aardbeienplanten (Fragaria) zijn vaste planten: ze kunnen meerdere jaren op dezelfde plek in de tuin blijven staan en ze overleven de winter. In het voorjaar groeit de plant geleidelijk uit: er ontstaan steeds meer blaadjes en op een gegeven moment begint de plant te bloeien.
Je aardbeiplantjes krijgen het liefst twee keer een maaltijd voorgeschoteld: Op het moment dat je ze aanplant: werk wat organische meststof in de bodem. Acht à tien weken na het aanplanten herhaal je de bemesting.
Als zo een zaadje in de grond zou worden gestopt, zou er een aardbeiplant groeien. Alleen gebeurt dit zelden, want aardbeiplanten worden meestal opgekweekt uit uitlopers. Uit de moederplant groeit een stengel over de grond. Hier en daar komen er jonge plantjes aan.
Aardbeien worden eigenlijk niet gesnoeid maar er zijn wel andere handige tip zoals verplanten en stekken. Het verplanten van aardbeienplanten kun je het beste doen in februari tot maart. Verplant ze met zoveel mogelijk grond er omheen om de wortels zo min mogelijk te verstoren. Schud de aarde dus niet af.
Aardbeien houden van rijke grond die niet te zuur is, tussen de 5.5 en 6.5. Heb je te zure grond, dan kun je gesteentemeel toevoegen zoals kalk.
Tijdens de teelt adviseren we om te kiezen voor meststoffen met een lager stikstof gehalte, maar met meer Kalium. Dat zorgt voor stevigere vruchten. Ook is het goed mogelijk om goed verteerde stalmest en compost door de bodem te mengen, zo'n 4 weken voor het planten.
In het vroege voorjaar (maart-april) krijgen je bestaande aardbeiplanten graag wat extra voeding. De bemesting bij aardbeien is echter vrij delicaat. Te veel stikstof (N) geeft immers te veel bladgroei en te weinig vruchten. Zoals bij ander fruit is vooral potas (K) van belang voor een goede vruchtzetting.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Ze bloeien maar één maal per seizoen gedurende drie- tot vier weken waarna je een maand later ook drie – vier weken lang aardbeien kan gaan oogsten. Doordragers gedragen zich totaal anders. Ze bloeien later op het seizoen dan junidragers maar eens ze beginnen bloeien kunnen ze dit heel de zomer door blijven doen.
Heb je al aardbeien staan, dan kun je die ook zelf stekken. Aardbeien vormen namelijk in de loop van het seizoen nieuwe uitlopers, die heel gemakkelijk wortel schieten. Leid zo'n uitloper over de grond en zet hem vast met een krammetje. Op elke knoop waar een blad zit kan een nieuw plantje ontstaan.
Aardbeien kunnen niet worden bewaard. Pluk ze in de ochtend, bewaar ze zo losjes mogelijk in een bakje en eet ze liefst dezelfde dag nog. Heb je een grote oogst? Maak en dan lekker aardbeiensap of aardbeienjam van.
Het aardbeienseizoen uit de volle grond loopt van juni tot september, maar telers kunnen het hele jaar lang heerlijke aardbeien aanbieden.
Aardbeien planten kan tussen de maanden maart en augustus, de beste is maand is april. Als je ze in de volle grond zet, werk dan eerst compost door de bodem. Zet de aardbeien niet in de volle zon en zorg dat ze uit de wind staan. Zorg daarnaast voor een goede afwatering, want aardbeien houden niet van natte voeten.
Kies voor een zonnige standplaats. Zo produceren ze meer vruchten. Halfschaduw kan ook, maar je oogst zal dan kleiner zijn. Aardbeien houden van vruchtbare en goed doorlatende grond.
Verse stalmest, drijfmest, kippenmest en champignonmest moeten bij voorkeur in de herfst van het voorgaande jaar toegediend worden. Een bijbemesting met een NPK-meststof mag men pas geven als de planten goed aan de groei zijn.