Een stuiver is een voormalig Nederlands muntstuk met een waarde van 1/20 gulden. Deze waardeverhouding bestaat sinds de invoering van de carolusgulden en de stuiver door Keizer Karel V in 1521. De oudste bekende vermelding van de stuiver als muntstuk dateert echter van 1404.
De stuiver werd verdeeld in 8 duiten. De onderverdeling van de gulden in 20 stuivers was gebaseerd op de waarde van de gouden carolusgulden die in 1521 was ingevoerd.
Gouden vijfje
5 gulden, goud, koning Willem I, geslagen te Utrecht in 1827. De eerste munt van deze waarde was van goud en had als alledaagse naam het gouden vijfje.
Een dubbeltje is een klein voormalig Nederlands geldstuk, een munt, oorspronkelijk van zilver, met een waarde van een tiende gulden. Het muntstuk van 10 eurocent wordt ook wel een dubbeltje genoemd.
Hoe werkt de florijn? Bij iedere transactie geldt: 1 florijn = 1 euro.
Een joetje (of joet, joedje, juutje) is tien gulden.
Op een veiling van de Munten- en PostzegelOrganisatie (MPO) is een recordbedrag betaald voor een zilveren gulden uit 1867. De munt werd verkocht voor ruim honderdduizend euro. Volgens de MPO bracht een Nederlandse munt nooit eerder zoveel geld op.
10 Gulden "Lieftinck Tientje" 1945 ZFr.
Het Geeltje
Briefje van 25 gulden uit 1861 Een briefje van 25 werd in Nederland lange tijd 'een geeltje' genoemd. Deze term werd oorspronkelijk gebruikt voor een gouden munt met een variabele waarde, maar toen in 1861 een geel bankbiljet van 25 gulden werd ingevoerd, sprak men in de volksmond van 'een geeltje'.
- Geeltje. Ook wel 'gele rug', 'gele brief', 'gele flep', 'gele flap' of 'gele flip' genoemd, naar de oorspronkelijke kleur van het bankbiljet van 25 gulden dat in omloop was van 1861 tot en met 1921.
Een duit is een klein koperen muntje dat een waarde had van een achtste stuiver. Duiten zijn in grote hoeveelheden geslagen, met name vanaf 1573 tot het einde van de achttiende eeuw.
Zo heb je 2 euro munten die 15 euro waard zijn en 1 centjes die 6000 euro waard kunnen zijn. Dus voordat je die kleintjes in je portemonnee voor lief neemt, kun je ze beter nog eens een keer goed bekijken. Maar hoe komt dat sommige euromunten zoveel waard zijn?
Voor een 1 cent-munt uit Monaco uit 2001 of 2002 kan u bijvoorbeeld 100 euro krijgen. Een muntstukje van 1 cent uit 2001 uit Finland is dan weer 10 euro waard en ook rosse centjes uit het Vaticaan kunnen behoorlijk wat geld opleveren.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003.
In de periode 1861-1909 was er een geelkleurig bankbiljet van 25 gulden dat in de volksmond ook 'geeltje' werd genoemd. Deze benaming voor 25 gulden bleef na 1909 nog lang in gebruik, alhoewel er geen uiterlijk verband meer met het briefje was en er in 1982 zelfs een ander geelkleurig biljet in omloop kwam (50 gulden).
Een piek was de benaming van een Nederlandse munt van één gulden. Op de guldenmunten werd vanaf het einde van de zeventiende eeuw de Hollandse maagd afgebeeld. Deze symbolische vrouw droeg een lans of piek, met daarop een vrijheidshoed.
Een 1000-guldenbiljet uit dezelfde serie had een rode achterkant en het 25-guldenbiljet een gele. Daar komen de uitdrukkingen 'een rooie rug' of 'een roodje' voor 1000 gulden en 'een geeltje' voor 25 gulden vandaan.