Het is moeilijk te zeggen hoeveel eicellen een vrouw nog over heeft wanneer ze 40 wordt. Het aantal resterende eicellen verschilt van vrouw tot vrouw en wordt beïnvloed door factoren zoals roken. In het algemeen is per cyclus een kans van 5% of minder om zwanger te worden bij een leeftijd van 40.
Hoewel het steeds vaker voorkomt dat vrouwen op latere leeftijd zwanger worden, is er wel een risico: na het 35e levensjaar zijn vrouwen minder vruchtbaar. De kans op een zwangerschap tijdens de normale maandelijkse cyclus is 1 op 4 als je 20 bent, 1 op 8 als je 35 bent en 1 op 12 als je ouder dan 40 bent.
Bij je geboorte, is dit aantal gedaald tot ongeveer twee miljoen en wanneer je in de puberteit komt en je menstruatie begint (wanneer je ongesteld wordt), heb je nog tussen de 300.000 en 500.000 eicellen over. Het feit dat je voorraad eicellen voortdurend afneemt, hoeft echter geen zorg te zijn.
De kwaliteit van eicellen neemt af
Zo heb je tussen je 25 en 30 jaar een kans van 14-19/10.000 en tussen je 41-45 jaar een kans van 200-615/10.000 op een kindje met trisomie 21. Op je 40e jaar is gemiddeld nog maar 1 op de 10 eicellen goed genoeg om daar nog zwanger mee te worden.
De risico's van een zwangerschap op oudere leeftijd zijn hoger dan op jongere leeftijd. Bij vrouwen vanaf 35 jaar is de kans dat het kindje onverwacht overlijdt hoger. Er moeten 550 bevallingen op gang worden gebracht, om het overlijden van 1 kindje te voorkomen.
Na de overgang kan een vrouw niet meer spontaan zwanger worden. Meestal is dat na het 52e levensjaar. Sommige vrouwen komen helaas al veel eerder in de overgang, waardoor zij al op jongere leeftijd niet meer spontaan zwanger kunnen worden.
Wat is de maximale leeftijd om zwanger te worden? Er is geen vaste leeftijd waarop vrouwen niet meer zwanger kunnen worden. Sommige vrouwen kunnen nog steeds zwanger worden na de leeftijd van 45 jaar, maar de kans hierop is wel klein.
Om de kwaliteit van uw eicellen vast te stellen, meten we de waarde van het follikelstimulerend hormoon (FSH) in uw bloed. Een verhoogde waarde FSH kan wijzen op vermindering van de hoeveelheid eicellen. Maar ook bij een normale waarde van de FSH kan de kwaliteit al verminderd zijn.
De AMH-test
AMH staat voor anti-Müller-hormoon, een hormoon dat wordt afgescheiden door de oöcyten (eicellen). Door op dit hormoon te testen (aan de hand van een bloedtest) kan de arts ongeveer schatten hoe veel levensvatbare eicellen er nog over zijn in de eierstokken van een patiënt.
Rond de puberteit zijn er nog maar 300.000 tot 400.000 eicellen over. Hierna gaan er elke maand 500 tot 1000 onrijpe eicellen verloren. Als je 50 bent, heb je nog ongeveer 1000 eicellen over.
Vrouwen worden geboren met 1 tot 2 miljoen eicellen, maar wanneer de puberteit intreedt, gaat het aantal eicellen terug tot 300.000 à 400.000. Voor vrouwen begint hun vruchtbare periode met de ovulatie en menstruatie.
Iedere maand beginnen er zo'n 10 eicellen in je eierstokken te rijpen. (als je de pil gebruikt rijpen er geen eicellen en heb je geen eisprong, pas na het stoppen met de pil komt je natuurlijke cyclus weer op gang). Slechts 1 eicel zal volledig rijpen en uiteindelijk uit de eierstok springen (ovulatie).
Na je 42eis de kans op een zwangerschap met eigen eicellen zeer klein, ook als je een IVF/ICSI-behandeling ondergaat.
Van alle vrouwen die een kinderwens hebben en proberen zwanger te worden, is 30 procent binnen 3 maanden zwanger en ruim 80% binnen een jaar. Na twee jaar is gemiddeld 90% zwanger. Na je 35e duurt het gemiddeld langer voordat je zwanger wordt.
De gynaecoloog beoordeelt of er in de eerste cyclushelft een eiblaasje (follikel) aanwezig is. De inwendige echoscopie moet soms enkele keren in de cyclus herhaald worden. In de tweede helft van de cyclus wordt gecontroleerd of u een ovulatie heeft gehad. Dit doen we door middel van bloedonderzoek.
Het eerste vruchtbaarheidsonderzoek vindt meestal plaats bij de huisarts, wanneer jij en je partner naar de huisarts gaan met vragen over jullie vruchtbaarheid. Je huisarts kan je adviezen geven, maar wanneer hij of zij denkt dat het nodig is, kan hij ook onderzoeken doen of jullie doorverwijzen naar een gynaecoloog.
De meeste vrouwen zijn dan 50 of 51 jaar. Ben je 1 jaar lang niet meer ongesteld geweest?Dan ben je in de menopauze. In de menopauze ben je niet meer vruchtbaar.
Bij vrouwen in de vruchtbare levensfase groeien er elke maand in de eierstok een aantal eiblaasjes waarin eicellen rijpen. Normaal gesproken komt slechts één eicel tot volledige uitrijping (in het dominante eiblaasje), waarna het eiblaasje openbarst en de eicel vrijkomt.
Al deze hormonen samen zorgen ervoor dat er elke maand een menstruatiecyclus is. En dat er een aantal eicellen rijpt in de eierstokken. Uiteindelijk rijpt er telkens één eicel uit, die tussen twee menstruaties vrijkomt. Dit proces gaat door tot de eicellen opraken en de menopauze begint.
Om een eisprong op te wekken ga je zelf injecties toedienen met follikel stimulerend hormoon (FSH). Dit hormoon stimuleert de eiblaasjes. Het doel is dat er één of twee follikels gaan groeien. De kans dat je een eisprong krijgt is ongeveer 90%.
Rond de puberteit blijven er nog zo'n 300.000 – 400.000 eicellen over. Dit aantal daalt stelselmatig. Rond je 35ste heb je nog ongeveer 25.000 eitjes over die geschikt zijn voor bevruchting. Het aantal verschilt van vrouw tot vrouw.
Als je jonger bent dan 35 en in goede gezondheid verkeert, is het volledig normaal dat het tot één jaar kan duren. Het kan langer duren als je ouder bent, maar van de vrouwen van 38 jaar die regelmatig onbeschermd vrijen, wordt 67% alsnog na twee jaar zwanger2.
De eerste uiting van de overgang is meestal een verandering van de menstruaties. Er kunnen typische overgangsklachten optreden, zoals opvliegers en transpiratieaanvallen. Wanneer alles weer tot rust gekomen is, een periode wisselend bij elke vrouw, ontstaat er een nieuw hormonaal evenwicht: de postmenopauze.