Ze eten voornamelijk hoogwaardig plantaardig voedsel, zoals eikels, beukennoten, kastanjes, wortelen, bladeren van wilde planten en landbouwgewassen (maïs, knollen, bieten). In goede mastjaren bestaat hun dieet voor 70 tot 80% uit beukennoten en eikels. In zo'n jaren eet een mannetjes zwijn bijna 2 kg eikels per dag.
Wilde zwijnen zijn alleseters; omnivoren dus. Ze eten o.a. eikels, kastanjes, wortels en knollen, maar ook wormen, larven en soms staan er zelfs knaagdieren op het menu. Ze wroeten daarbij vaak in de bodem, op zoek naar alles wat eetbaar is.
Eigenlijk waren de wilde zwijnen overdag actief, echter door de dreiging van de jacht hebben zij hun activiteiten in de schemering en 's nachts verplaats. Wilde zwijnen verbergen zich voor de mensen en zijn in principe ongevaarlijk.
Een vrouwtje wordt een zeug of bagge genoemd. Jonge of eenjarige wilde zwijnen heten biggen of frislingen. Tweejarige wilde zwijnen heten overlopers.
Overdag houden wilde zwijnen zich doorgaans schuil in hun nest (leger), dat zich meestal in dichte dekking bevindt. De aanwezigheid van wilde zwijnen kan best worden vastgesteld aan de hand van loopsporen, zoelplekken waar ze hun modderbad nemen, schuurbomen, wroetsporen en uitwerpselen.
Een wild zwijn kan bijna een meter hoog springen en over hekken van ruim 1,5 meter klimmen, zodat een hek van minimaal 1 meter 20 hoog moet worden geplaatst.
Het meest toegepaste lokvoer voor wilde zwijnen in Nederland is maïs, uitgestrooid op de voerplek.
Ja, wild zwijn kun je eten. Wild zwijn procureur bijvoorbeeld kan bijzonder smakelijk zijn, evenals het rugfilet en wild zwijn wat in wildstoof met hertenvlees en kruiden is verwerkt. Belangrijk aandachtspunt is dat u enkel wild zwijn eet wat u koopt bij een slagerij.
Bij een confrontatie waarbij het kiezen van een andere route niet kan: blijf rustig, ga niet rennen want dan zet je ze aan tot actie. Vergroot rustig de afstand tussen jou en het zwijn. Wees alert en blijf op de paden. Het is de kraamtijd voor de wilde dieren.
Everzwijnen kunnen niet klimmen. Als je nergens in kan klimmen, kan je het dier proberen te verjagen door in de handen te klappen. Probeer intussen de afstand tussen u en het everzwijn langzaam te vergroten. Lukt ook dat niet, dan kan je je verschuilen, bijvoorbeeld achter een boom.
Wat sommigen gemakkelijk afdoen als triviaal grommen en gillen, blijkt een goed ontwikkeld communicatiesysteem. Wilde zwijnen zijn sociale dieren en hebben een zeer gevarieerd repertoire ontwikkeld om mee te communiceren.
Hij wordt met gemak ingehaald door het jachtluipaard, dat tot 100 kilometer per uur kan halen. Maar ook het edelhert (67 km/u), de haas (65 km/u) en zelfs het everzwijn (55 km/u) zouden de Jamaicaan verslaan in een wedstrijdje sprinten. Ook de zwemmers van het dierenrijk doen het beter dan die van ons.
Vlees van een geschoten wild zwijn wordt altijd onderzocht op trichine. Deze rondworm kan bij mensen een infectie veroorzaken. Meer informatie over deze ziekte Trichinellose vindt u op de website van het RIVM.
Het vlees van jonge wilde zwijnen is heerlijk fijn en zacht van smaak, waar het vlees van oudere soortgenoten juist krachtig en mals is, met een typerende wild smaak. Bovendien is het vlees van Wild Zwijn ook nog eens een stuk magerder dan dat van het varken!
Hoe smaakt Wild Zwijn? Bij de smaak van Wild Zwijn geldt: “hoe ouder het dier, hoe krachtiger de smaak van het vlees”, maar over het algemeen is Wildzwijn vlees zacht en fijn van smaak.
Wat zijn de lekkerste delen van het wild? De beste stukken vlees verschillen per dier. Wild konijn heeft in het voorjaar en de zomer een minder goede smaak dan in de herfst of winter. Het beste stuk van de haas is de rug, en voor de ree, hert en wild zwijn zijn dat de rug én de achterbout.
Dat komt door de tannines die in de eikels zitten. De wilde zwijnen hebben zo hun eigen oplossing om hun buikpijn te verlichten. Om het teveel aan tannines te compenseren, krijgen ze extra behoefte aan eiwitten en gaan ze daarnaar op zoek.
Het ree eet voornamelijk plantaardig voedsel. Hij eet vooral bladeren, twijgen en scheuten van struiken en bomen. Ook vruchten (bramen, bessen), kruiden, grassen en landbouwgewassen (bieten, granen en krop gewassen) eet hij graag.
In Nederland zijn enkele leefgebieden aangewezen voor wilde zwijnen zoals de Veluwe en Nationaal Park De Meinweg. Voor overige gebieden geldt een provinciaal 'nulstandbeleid' wat betekent dat er formeel geen enkel wild zwijn mag leven.
Bekend is dat wilde zwijnen goed kunnen zwemmen. Boerma: "In Overijssel zijn in het verleden overigens wel vaker wilde zwijnen gespot." Voor wilde zwijnen geldt dat buiten de leefgebieden een nulstand wordt nagestreefd. Dit betekent dat de soort in andere gebieden niet mag voorkomen.
Al jaren melden diverse mensen dat everzwijnen goede zwemmers zijn. Maar het bewijs ervoor ontbrak. Deze video laat zien dat deze dieren opvallend goed kunnen zwemmen.
Het wild zwijn (Sus scrofa) wordt ook wel everzwijn genoemd maar ook zwart wild of borstelwild. Een mannetje heet ook wel keiler, het vrouwtje zeug en een groep noemt men rotte of rot. Hij heeft een gedrongen romp en een langwerpige kop met een afgeplatte, sterke snuit.