Tijdens de touretappe drinken de wielrenners water en energiedranken. Er wordt tijdens de etappe gestreefd naar een vochtinname van 1 tot 2 bidons per uur. Dit komt neer op zo'n anderhalve liter per uur.
Elke dag 10 liter vocht
De profrenners drinken elke dag tot 10 liter. Zeker op de fiets moeten ze soms behoorlijk hun best doen om twee bidons per uur leeg te drinken. Dat is zo'n 500 tot 1.000 milliliter vocht. Teams monitoren normaal gesproken hoeveel een renner transpireert.
Tijdens ritten op matige intensiteit die langer dan een uur, maar korter dan twee uur duren, kunnen wielrenners het beste elk uur 9-12 milliliter per kilogram lichaamsgewicht drinken, verspreid over het uur. Voor een wielrenner van 70 kilogram is dit dus 630-840 milliliter per uur.
Bidons, grote bidons
Als je rekent om 1 zo'n bidon per uur te drinken, zit je al snel goed. Je kunt door 2 bidons mee te nemen dus voor zo'n 2 uur drinken meenemen. Ga je langer dan 2 uur fietsen, vul je bidons dan bij een benzinestation.
Per uur dient de renner 60 tot 90g koolhydraten in te nemen door middel van gemakkelijk verteerbare voedingsmiddelen (preparaten) zoals sportrepen, -gels en –dranken. Sommige renners verkiezen ook gewone voeding zoals peperkoek of bananen, maar dit eerder in het eerste deel van de rit.
"En de organisatie bepaalt wie waar slaapt, niet de renners zelf." Soms heb je een slaapplek dichtbij de start, maar zijn de bedden ronduit verrot. Een andere keer moet je ver reizen, maar heb je een heerlijk matras. Of je komt op een kamer waar het gordijn niet lekker sluit, of het bloedheet is.
Wielrenners die een volledige Tour de France uitrijden, verbranden ongeveer 120.000 kilocalorieën (kcal) in 23 dagen. Dat is een gemiddelde van bijna 6.000 kcal per etappe. Hebben de wielrenners te maken met een moeilijk parcours met veel klimmeters, dan kan dit oplopen tot wel 8.000 kcal per wedstrijddag.
Gemiddelde wielrenner: 22-25 kilometer per uur. Tour-renner: 35-38 kilometer per uur.
Je kan wel een gemiddelde nemen. Een prof is rond de 70 kilo en fietst 30.000 kilometer per jaar. Een gemiddelde amateur is een man van 85 kilo. Hij fietst niet het hele jaar door en als hij rijdt, doet hij dat gemiddeld twee keer per week.
Een wielrenner kan tijdens een wedstrijd gemakkelijk 2 à 2,5 liter per uur of 10 à 12 liter per dag verliezen. Als dat vocht niet snel aangevuld wordt, kan het tot dehydratie (uitdroging) leiden. Dat heeft verregaande gevolgen voor de prestaties.
Wit brood of rijst met omelet, havermoutpap met rozijnen en smoothies van fruit met yoghurt. Tussen het ontbijt en de start van de etappe blijven de renners eten: winegums, gels, rijpe bananen, rijstcakejes met honing of sportrepen.
Bedoeling is daar om voornamelijk voldoende koolhydraten en eiwitten op te nemen. Enkele pannenkoeken (met speciaal deeg), twee stukken stokbrood met spiegelei en 100gr havermout met melk is een goed voorbeeld van een typisch ontbijt. Met dit beginnen de renners evenwel nog niet aan de rit.
Een vol bord pasta levert ongeveer 30-40 gram minder koolhydraten dan een vergelijkbaar bord met witte rijst. Dit is gelijk aan het koolhydraatgehalte van twee bananen. Pasta is dus niet de meest efficiënte koolhydraat-leverancier, vooral voor grootverbruikers kan het nuttig zijn om te kiezen voor witte rijst.
500 ml (kleine bidon) isotone sportdrank. Begin meteen met aanvullen: 30-60 gram koolhydraten per uur, plus 2/3 ml per kg lichaamsgewicht elke 20 minuten. Zowel eiwitten als koolhydraten zijn nu erg belangrijk. Ook moet er voldoende vocht ingenomen worden.
Per dag eet een wielrenner meer dan 8000 calorieën. Vandaag hebben de deelnemers aan de Tour de France hun eerste bergetappe op de agenda staan. Het wordt een zware rit, dus het is extra belangrijk om goed te eten.
Door zo licht mogelijk van gewicht en zo gestroomlijnd mogelijk te zijn kunnen wielrenners gemiddeld zo'n 25-30 kilometer per uur fietsen. Je snelheid tijdens het fietsen op een stadsfiets is gemiddeld 17 kilometer per uur.
De fiets is duidelijk sneller door de lagere rolweerstand door het type band en de iets hogere bandenspanning, het hogere rendement van de aandrijving en de iets lagere luchtweerstand door de diepere zit. De fiets is vergelijkbaar met sportieve tourfietsen met derailleurversnellingen.
De beginnende fietser: 26 km/u gemiddeld.
Elke extra geïnvesteerde euro zou een verhoging van de gemiddelde snelheid kunnen opleveren van tussen de 0,0004 en 0,0007 kilometer per uur. Ergens zal dat verband afvlakken: op een fiets van een ton ga je niet 70 kilometer harder rijden.
Wielrenner Gemiddelde snelheid Training Wedstrijd Beginner wielrenner 25 tot 30 km/u 30 tot 35 km/u Geoefend wielrenner 30 tot 40 km/u 35 tot 45 km/u (Semi) prof wielrenner 35 tot 45 km/u 40 tot 50 km/u Wat is de gemiddelde snelheid van wielrenners bij de Tour de France?
Frequentie en herstel
Meer dan drie keer per week trainen heeft niet zoveel zin, omdat je lichaam ook herstel nodig heeft tussen de fietsritten door. Plan dus maximaal twee of drie keer per week een zware training in. Wel kun je tussendoor herstelritjes doen om je afvalstoffen af te voeren.
Volgens gegevens die het het American Institute of Physics verzamelde, rijden de wielrenners elke dag gemiddeld 177 kilometer en verbranden zo gemiddeld 6.071 calorieën. Die meer dan 6.000 calorieën staan onder meer gelijk aan ongeveer zes pakken friet met mayonnaise.
Maar topsporters die een paar uur per dag trainen, en dat vijf of zes dagen in de week, hebben niet genoeg aan de standaard 2000 tot 2500 kilocalorieën. Afhankelijk van welke sport een atleet beoefent, kan zijn caloriebehoefte op een trainingsdag oplopen van 2500 naar 8000 kilocalorieën.
Het blijkt dat je zowel met wielrennen als mountainbiken als op een hometrainer gemiddeld tussen 650 en 700 calorieën per uur verbrandt. Overigens ligt het energieverbruik bij wielrennen ongeveer even hoog als bij skeeleren, want ook met skeeleren verbrand je ongeveer 600 – 650 calorieën per uur.