Een normale inbouwdoos is 4 centimeter diep; een inbouwdoos met extra lasruimte 5 cm. In de lasruimte mogen maximaal 2 lasdoppen of lasklemmen met in elk 4 draden, dan wel 3 lasdoppen of- klemmen met in elk ten hoogste 3 draden worden aangebracht.
Specialist Elektra
Een wasbehandelings toestel boven de 3000w moet een eigen groep daaronder is dat niet nodig (8.720.2.1.1;8.720.2.1.3 NEN1010). Dat geldt voor elk apparaat boven de 3000 W: eigen groep, daaronder hoeft dat niet het is wel verstandig maar het hoeft niet. 2 groepen in 1 lasdoos is niet toegestaan.
In de centraaldoos bevinden zich de elektra-draden. Voor een lamp is dit meestal een zwarte schakeldraad en een blauwe nuldraad, soms zit er ook een aardecontact aan de lamp, dan heeft u ook de geel/groene draad nodig. In het afdekkapje van de centraaldoos zit vaak een trekontlaster.
Je mag maximaal 2 dozen doorlassen. Het maakt geen verschil of je ze met doppen oplast of op de klemmen doorlast.
Over het algemeen plaatst men een centraaldoos in een ruimte. Vaak wordt gekozen voor de holte in het plafond, die kan worden afgedekt met een lamp of een speciaal plastic plaatje. Het is belangrijk dat u vooraf bekijkt welke plek in uw ruimte het meest geschikt is voor het plaatsen van de centraaldoos.
Houd rekening met dat maar vijf draden onder één lasdop mogen zitten. Hierdoor maken alle draden contact met de lasdop. Indien meer dan vijf draden met elkaar verbonden dienen te worden dan dient de las gesplitst te worden. Bekijk hier lasdoppen voor het verbinden van elektriciteitsdraden.
Vanaf het lichtpunt worden ten minste twee draden naar de schakelaar gevoerd. Waar de schakelaar moet komen ziet u bij nieuwbouw een gat in de, meestal afgewerkte, muur waar twee draden uitsteken, een bruine draad (fasedraad of stroomvoerende draad) en een zwarte draad (schakel draad).
Als je bestaande, normale groep met 16A is afgezekerd mag je daarop maximaal 16A x 230V = 3.680 watt aansluiten. Per 7 M2 woonruimte geldt over het algemeen 1 WCD, een WCD staat voor 200 watt en elk lichtpunt telt voor 100 watt.
Doorlussen gaat van klem op klem van de wcd-en dat moet je niet te vaak doen(3 is een mooi aantal) maar word niet vermeld in een regel. Doorlassen hierbij ga je van lasklem naar lasklem en op e lasklemmen zet je de wcd-en hieraan zit in principe geen maximaal aantal achter elkaar.
Er is geen verplichting tot gebruik van een centraaldoos systeem. In oudere woningen zit vaak een hoofdleiding systeem. Je mag maken wat je wilt. Zolang het systeem maar voldoet aan de nen1010.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
Geel/groen: Aardedraad dat zorgt voor ontlading en afvoer van spanning. Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
In een stijve buis van 16mm mogen 5 draden van 1,5mm2 of 4 draden van 2,5mm2. Een flexibele buis mag 4 draden van 1,5mm2 of 3 draden van 2,5mm2 bevatten. In een buis van 19mm mogen 5 draden van 2,5mm2, ongeacht de soort.
Veel mensen kiezen er voor om een lamp op de centraaldoos aan te sluiten. De centraaldoos vormt een belangrijke schakel bij het aanleggen van elektriciteit in een woning. Het handigste is om de centraaldoos niet dicht te stucen maar open te houden voor eventueel onderhoud.
Tegenwoordig moet elk stopcontact in de woning geaard zijn. Dit betekend dat de stopcontacten moeten worden aangesloten met 3 draden, een bruine, een blauwe en een groen/gele. Ook moet in de Groepenkast een aardlekschakelaar worden geplaatst.
Er worden altijd maximaal 10 aansluitpunten per groep aangehouden Menko.
Hoeveel stopcontacten mogen op een stroombaan geplaatst worden? In een stroombaan stopcontacten mogen slechts 8 enkelvoudige of meervoudige stopcontacten geplaatst worden.
Je mag maximum 4 stopcontacten naast elkaar hebben en maximaal 8 (enkele of meervoudige) per kring.
Een buis mag maximaal voor 1 groep worden gebruikt, heb je 2 of meer groepen dan heb je voor elke groep een aparte buis nodig. Ook een lasdoos of inbouwdoos mag maximaal voor 1 groep worden gebruikt. De enige uitzondering is een kookgroep.
Een gemengde kring is een automaat waar verschillende stopcontacten & verlichtingen op aangesloten zijn. Volgens het Arei heeft u maximaal 8 punten per kring ongeacht of het nu een schakelkring of stopcontact(groep) is. een punt is niet altijd 1 stopcontact of lamp.
Het is niet verstandig om twee stekkerdozen met elkaar te verbinden. Bij het verlengen van twee contactdozen wordt het elektrische vermogen van alle apparaten bij de eerste stekkerdoos opgeteld, waardoor deze heel snel overbelast kan raken.
In vochtige ruimtes is de kans op lekstroom groter dan in droge ruimtes. Een tweepolige schakelaar zorgt ervoor dat het risico op eventuele lekstromen wordt uitgesloten. Gebruik bij voorkeur in vochtige ruimtes een tweepolige schakelaar. Zo maak je je woning weer een stukje veiliger.
In tegenstelling tot de fasedraad, zorgt de nuldraad voor de afvoer van de stroom. Hier staat dan vaak ook geen spanning op, ofwel de mindraad. De nuldraad zorgt samen met de fasedraad ervoor dat de stroomkring rond is. Let op: Ga er niet altijd automatisch vanuit dat er op de nuldraad geen spanning staat.
Een trekveer is een lange, dunne veer van staal of glasvezel. De lengte kan sterk uiteenlopen: er zijn trekveren te koop van 5 meter, maar ook van 50 meter. Op het uiteinde zit een oog, waaraan de kabels kunnen worden vastgemaakt. De veer duw je vervolgens door de buis tot hij er aan de andere kant uitkomt.