Elke cel van je lichaam bevat 46 strengen DNA of 46 chromosomen. De chromosomen komen paarsgewijs voor, de zogenaamde homologe chromosomen. Van een chromosomenpaar heb je een chromosoom gekregen van je moeder en een chromosoom van je vader.
Eukaryoten. Bij Eukaryoten (de "hogere" organismen zoals planten, dieren, schimmels en protisten) bevindt zich het belangrijkste DNA in de celkern (nucleus - vandaar ook nucleïnezuur). Daarnaast is er DNA in de mitochondriën (het mtDNA) en de eventueel aanwezige plastiden (het cpDNA).
Genen en niet-coderend DNA
De lengte van het menselijk DNA bestaat uit ongeveer 3.200.000.000 nucleotideparen! Specifieke stukjes van het DNA kan een gen worden genoemd.
DNA is feitelijk een erg groot molecuul. Dat molecuul is opgebouwd met (maar) vier verschillende soorten bouwstenen (Adenine, Guanine, Tymine en Cytosine). Die bouwstenen worden ook wel nucleotiden genoemd. De nucleotiden zijn 'achter elkaar aan geplakt' in lange strengen.
Gemiddeld delen kinderen van dezelfde ouders ongeveer 50% van hun DNA met elkaar, maar sommigen delen iets meer en sommigen iets minder. Dus, terwijl we allemaal 50% van ons DNA van elk van onze ouders ontvangen, zijn de segmenten die we ontvangen volledig willekeurig.
De DNA-databank neemt DNA profielen op in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM geeft ook opdracht om uw DNA-profiel uit de DNA-databank te verwijderen en het daarvoor gebruikte celmateriaal te vernietigen. Een bevestiging van een opname en/of verwijdering van een DNA profiel wordt naar het OM gestuurd.
DNA molecuul
De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.
Die DNA-keten zit slim opgerold tot een soort kluwen, zodat het in de cel past. Want rol je die kluwen uit één cel helemaal uit, dan is het een sliert van 2 meter lengte! Niet dat je het zou kunnen zien, want de keten is maar 2 nanometer dik. Die twee getallen geven aan hoe bijzonder dat enorme DNA-molecuul is.
DNA zit in alle cellen van je lichaam. Voor een simpel proefje wordt meestal je wangslijmvlies gebruikt. Even langs de binnenkant van je wang schrapen en je hebt genoeg cellen om er DNA uit te halen. Je kunt ook spuug (speeksel) gebruiken, daar zitten ook altijd wel wat cellen in.
DNA wordt gehaald uit de kernen van lichaamscellen. Het DNA kan op verschillende plaatsen in ons lichaam gevonden worden. Het DNA blijft 100% betrouwbaar zolang deze lichaamscellen nog intact zijn. Dus zolang ze nog 'leven'.
Het is namelijk zo dat kinderen de helft van het DNA profiel van hun ouders overerven. In theorie kan het dus zijn dat broers en zussen precies de andere helft van het DNA van hun ouders hebben geërfd en dus is statistisch niet vast te stellen of zij dezelfde vader of ouders hebben.
Reparatie is belangrijk, want ongerepareerde schades kunnen leiden tot kanker en versnelde veroudering. In elke cel zit daarom een moleculaire machine die constant het DNA afspeurt naar schade en die herstelt. Voor schades ontstaan door UV-straling, heet dit proces nucleotide excisie reparatie, ofwel NER.
Tandgrootte, het formaat van de kaak en de vorm van je tanden zijn allemaal genetisch bepaald, en kinderen kunnen deze karakteristieken van beide ouders erven volgens het American Journal of Physical Anthropology. Echter blijkt de kans groter dat kinderen deze kenmerken van hun vader erven.
RNA versus DNA
RNA is een afkorting voor ribonucleïnezuur. Het lijkt erg op DNA. Een RNA-keten is net als DNA opgebouwd uit vier verschillende bouwstenen, nucleotiden. Maar anders dan DNA heeft RNA naast adenine (A), cytosine (C) en guanine (G), en het nucleotide uracil (U) in plaats van thymine (T).
Deze dubbelstrengs DNA is opgebouwd uit twee linten van afwisselend een fosfaatgroep en een desoxyribose groep die aan elkaar gekoppeld zijn door stikstofbasen (adenine, guanine, thymine en cytosine). Deze stikstofbasen vormen vaste paren (AT en CG).
De meeste schattingen zijn 40 en 70 procent genetische aanleg voor gewicht. Het hangt er vanaf in welke context je onderzoek doet. Wanneer je in een Vinex-wijk onderzoek doet krijg je andere resultaten dan wanneer je onderzoek doet bij een diverse onderzoeksgroep."
De wetenschappers Watson en Crick ontdekten dat een DNA molecuul eruit ziet als een dubbele helix. Dit lijkt op de vorm van een wenteltrap. De treden van de trap vormen de vier basen A(denine), T(hymine), C(ytocine) en G(uanine). Een A is altijd gekoppeld aan een T en een C aan een G.
Een DNA-streng moet je zien als een soort verzamelpakket van bijna al je erfelijke informatie. Deze pakketten zijn opgebouwd uit afgebakende kleinere stukjes DNA die genen worden genoemd. Elk gen bevat de informatie voor de specifieke vorming van een eiwit.
Uiteindelijk moet het DNA worden vertaald tot eiwitten: de bouwstenen van het lichaam. Genen zijn de stukken DNA die de code bevatten voor elk één eiwit. De code bestaat uit een reeks letters, nucleotiden genoemd: G, T, C en A.
In zijn cellen draagt de boom dna van maar liefst 20 miljard chemische bouwstenen ('baseparen') lang. Ter vergelijking: de mens heeft er 'slechts' 3 miljard.
Uit as kan men geen DNA meer halen. Dat organisch materiaal is geheel verbrand. Wel kan men nog bestanddelen zoals calcium en fosfor vinden, naast kleinere hoeveelheden natrium, chloor, kalium en aluminium. Ook zijn er sporen te vinden van elementen die tot de zware metalen behoren.
Ieder mens heeft DNA. DNA is een ingewikkelde code die bij iedereen anders is. Die code zit overal in je lichaam, dus bijvoorbeeld in je haren, je bloed, je speeksel en in je huid. Forensisch onderzoekers kunnen die code lezen met behulp van computers en machines.
De DNA-databank neemt DNA profielen op in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM geeft ook opdracht om uw DNA-profiel uit de DNA-databank te verwijderen en het daarvoor gebruikte celmateriaal te vernietigen. Een bevestiging van een opname en/of verwijdering van een DNA profiel wordt naar het OM gestuurd.
Je erft je genen van je ouders. Van elk gen erf je twee kopieën: één van je vader en één van je moeder. Ook de genen van je grootouders en verre voorouders hebben invloed op de kleur van je huid.