Jaarlijks worden er ruim 400.000 proefdieren gedood, zonder gebruikt te zijn in een dierproef.
Wereldwijd wordt het aantal dieren dat jaarlijks gebruikt wordt in dierproeven geschat op 192 miljoen, waarvan bijna 10 miljoen dieren in Europa. In Nederland worden op jaarbasis ruim een half miljoen dierproeven uitgevoerd en in België eveneens een half miljoen, waarvan ruim 245.000 in Vlaanderen.
De meest gebruikte proefdieren zijn muizen, ratten, kippen en vissen. Maar ook apen, paarden, honden en konijnen worden gebruikt voor proeven.
In 2020 registreerden de Nederlandse vergunninghouders 448.798 dierproeven. Dit is een kleine stijging van 142 dierproeven ten opzichte van 2019. In 2020 vonden minder proeven plaats met o.a. muizen, cavia's, varkens en kippen en meer proeven met o.a. Syrische goudhamsters, honden, katten, schapen en paarden.
Het uitgangspunt van proefdiervrije innovaties is dat de inschatting van de effecten relevanter is voor de mens dan de informatie die vanuit dierproeven komt. Kennis van de fysiologie en biologie van de mens in combinatie met bijvoorbeeld celkweek (in vitro) en computermodellen (in silico) vormen hier de basis voor.
Het doen van dierproeven kost veel geld, jaarlijks naar schatting 250 miljoen euro (Stichting Informatie Dierproeven, eigen berekening) in Nederland. Niet alleen de experimenten zelf, maar ook de proefdieren en hun verzorging en huisvesting is heel duur. Personeel kost ook wat.
Dierproeven leiden in de meeste gevallen niet tot een succesvolle behandeling van zieke mensen. Bovendien worden veel proeven vanwege tijdsdruk niet goed uitgevoerd en worden proeven die al eens zijn uitgevoerd, herhaald.
Maar hoewel het aantal dierproeven in Nederland fors is afgenomen, is het de laatste jaren toch gestegen. Het gaat hier dan enkel om dierproeven voor bijvoorbeeld medicijnonderzoek, niet voor het testen van cosmeticaproducten. Dat is sinds 1997 in Nederland en later in de gehele EU verboden.
Muizen en ratten zijn de meest gebruikte proefdieren, zowel in Nederland als wereldwijd. Zeventig procent van alle dierproeven in Nederland vindt plaats met deze dieren. Inmiddels zijn er bij proefdierfokkerijen honderden verschillende soorten muizen en ratten te vinden, waaronder genetisch gemodificeerde soorten.
Onderkoelen en bevriezen van zeer jonge proefdieren
Foetussen en neonaten worden nu gedood door ze onder te dompelen in vloeibaar stikstof. Een andere variant is door de vachtloze dieren te doden via onderkoeling en bevriezing.
De meeste proefdieren verblijven in laboratoria. Dieren worden ook bestudeerd in hun eigen leefomgeving, zo krijgen vogels bijvoorbeeld een zendertje om de jaarlijkse vogeltrek te bestuderen. Soms doen we onderzoek naar dieren op een boerderij.
Dieren als vervanging voor mensen
Anatomische onderzoeken, geneesmiddelen en operatietechnieken worden al eeuwen eerst op dieren uitgeprobeerd. Proefdieren werden in de geschiedenis al vanaf de zeventiende eeuw gebruikt als voorbeeld in anatomische theaters en bij baanbrekende geneeskundige onderzoeken.
Dierproeven zijn vaak nodig om nieuwe medicijnen te ontdekken en de kwaliteit en veiligheid van medicijnen, stoffen en voeding te testen. De overheid bekijkt daarbij steeds hoeveel leed een proefdier ondervindt. En weegt dit af tegen de risico's voor de mens wanneer geen dierproeven worden gedaan.
Dieren zijn levende en voelende wezens met hun eigen inherente waardigheid. Ze hebben dus recht op rechten en rechtspersoonlijkheid.
Nederland telt ongeveer 75 bedrijven en instellingen met een vergunning om dierproeven te doen of proefdieren te fokken. Dat zijn bijvoorbeeld universiteiten, universitaire ziekenhuizen, onderzoeksinstellingen en farmaceutische bedrijven. Lees meer informatie over de eisen voor dierproeven of proefdieren fokken.
Dieren geven bijvoorbeeld belangrijke informatie over de werking en veiligheid van medicijnen. Via dierproeven weten we of medicijnen geschikt kunnen zijn voor toepassing in mensen. Wetenschappers verzamelen ook veel belangrijke kennis via dierproeven. Zoals over de werking en ontwikkeling van het lichaam en ziekten.
Dierproeven worden al duizenden jaren gedaan. Eén van de eerste wetenschappers die experimenten op dieren deed, was Aristoteles.
Wat is een dierproef
Een dierproef is een experiment met levende gewervelde dieren die daarbij ongerief ondervinden. Met ongerief bedoelen we niet alleen pijn, maar ook stress, alleen zijn, angst en ziekte.
In veiligheidstesten worden potentiële gevaarlijke stoffen of handelingen getest op proefdieren. Bij virusonderzoek en onderzoek naar ziekten, worden dieren opzettelijk besmet met een virus of infectie. In weer ander onderzoek worden de organen beschadigd en/of getransplanteerd naar andere dieren.
Op drie locaties in Nederland worden nog altijd apen gebruikt in dierproeven. Zij zitten op dit moment opgesloten in de volgende proefdiercentra: Het Nederlands Herseninstituut in Amsterdam, Het BPRC in Rijswijk en het Erasmus MC in Rotterdam.
Worden de proefdieren goed verzorgd? De proefdieren worden gehuisvest volgens strenge normen, en worden zeer goed verzorgd en behandeld. Wie met proefdieren wil werken, moet daarvoor een speciale opleiding volgen. De onderzoeker volgt onder andere een opleiding Proefdierkunde.