Een ijsdag is een dag waarop het de hele dag blijft vriezen. Ook de hoogste temperatuur van het hele etmaal ligt op een ijsdag dus onder nul.
We spreken van een ijsdag wanneer de maximumtemperatuur, gemeten in een weerhut, de hele dag onder 0 °C blijft. Nederland heeft gemiddeld per jaar tussen de 6 en 12 ijsdagen (De Bilt: 8).
Gemiddeld zijn er in Nederland 50 vorstdagen per jaar. Een ijsdag is een vorstdag waarop het de hele dag blijft vriezen. Dat betekent dat de temperatuur het gehele etmaal niet boven nul graden uitkomt. De meeste ijsdagen komen in de meteorologische winter voor, dus in december, januari en februari.
Nederland heeft per jaar gemiddeld rond de 50 vorstdagen, maar dit aantal varieert nogal als gevolg van het wisselvallige karakter van de Nederlandse winters. Ook de tijd van het jaar waarin vorstdagen plaatsvinden is niet erg constant.
IJsheiligen is de periode van 11 tot en met 15 mei. Na deze periode is de kans op nachtvorst zo goed als nihil.
IJsdagen, dagen waarop de temperatuur het gehele etmaal onder nul blijft, komen gemiddeld gezien en afgerond niet voor. Toch kan het soms wel een hele dag blijven vriezen, want het klimaatgemiddelde aantal ijsdagen in maart is 0,2. De laatste keer dat het in maart tot een officiële ijsdag kwam was in 2018.
April telt gemiddeld vier officiële vorstdagen. Dat zijn dagen waarop de temperatuur 's nachts in De Bilt tot onder het vriespunt daalt. Op de Veluwe en in Twente komen gemiddeld zes vorstdagen voor en elders in het midden, zuiden en oosten 4 à 5. De kustprovincies kunnen rekenen op 0 tot 3 vorstdagen.
De winter van 1956 had er zelfs tien. In 1942 werden zeven zeer koude nachten genoteerd en in 1929 zes. Ook in de winters van 1917, 1940 en 1979 werden meer dan drie nachten met zeer strenge vorst waargenomen in De Bilt. De laagste temperatuur in De Bilt was -18,2 graden op 18 januari 1963.
De laagste temperatuur van de winter, - 8,7 °C, werd op 26 december in Nieuw Beerta gemeten. De laatste vijf dagen van december verliepen echter zeer zacht en de hoogste temperatuur van de winter, 15,5 °C werd op 30 december in Eindhoven gemeten.
Record hoogste temperatuur
De hoogste temperatuur in Nederland sinds het begin van de metingen is 40.7°C op 25 juli 2019 in het Noord-Brabantse Gilze-Rijen.
Op 26 januari 1942 kwam het kwik in De Bilt niet hoger dan min 11,2 graden en de nacht die volgde koelde het af tot min 24,8 graden, de laagste standen ooit op het hoofdstation van het KNMI gemeten. Op 27 januari 1942 registreerde Winterswijk min 27,4 graden, de laagste temperatuur van de eeuw in ons land.
Onbetwist de heetste plek op onze aardbol is de Dasht-e Lut woestijn in Iran. Hier werd ooit een record temperatuur gemeten van 70,7°C. Leven is er niet, zelfs bacteriën houden het hier voor gezien op deze een na droogste plek op aarde (alleen delen van de Atacama-woestijn in Chili zijn droger).
39 graden is al uniek
Op 24 juli werd het 75(!) jaar oude hitterecord van Warnsveld gebroken toen het in Eindhoven39,3 graden werd. Ook dat was een barrière want nooit eerder werd er in ons land 39 graden gemeten.
9,5 Graden onder nul is in 2021 de laagste temperatuur die is gemeten door Meteo Alkmaar en wel op 11 februari. Het jaar daarvoor was dat -2,4 graden (30 november 2020). Het weerstation bestaat vijftien jaar. Het kouderecord in die periode werd gemeten in 2012: toen was het op 4 februari -16,8 graden.
Op een vorstdag daalt de temperatuur op de normale waarnemingshoogte van anderhalve meter boven de grond tot onder het vriespunt. De periode waarin vorstdagen mogelijk zijn duurt meestal van oktober tot en met april. Soms komt de temperatuur ook in mei of september onder nul.
Met een gemiddelde temperatuur van 6,4 °C tegen 3,4 °C normaal was de winter uitzonderlijk zacht. Daarmee was deze winter de op één na zachtste winter sinds het begin van de metingen in 1901, na de winter van 2006-2007 met 6,6 °C.
Vandaag 80 jaar geleden werd de laagste temperatuur ooit in Nederland gemeten. Op 27 januari 1942 werd het in Winterswijk -27,4 °C.
De zomer van 2022 is extreem zonnig verlopen. Gemiddeld over het land komen we uit op ruim 820 zonuren, terwijl dat er normaal gesproken ruim 640 horen te zijn. Daarmee schurkt deze zomer tegen het recordzonnige zomerseizoen van 1976 aan, maar die was nog nèt iets zonniger met gemiddeld 837 zonuren.
Dat was 1963. DEN HAAG - De winter van vijftig jaar geleden wordt vooral geassocieerd met de Elfstedentocht, maar op 24 februari van dat jaar deden ook vijfduizend auto's mee aan een rally dwars over het IJsselmeer.
De winter van 1963 was de koudste van de twintigste eeuw. Op veel plaatsen vroor het bijna drie maanden achtereen elke dag. Over de drie wintermaanden december 1962 en januari en februari 1963 had De Bilt een gemiddelde temperatuur van -3,1 graden (+2,6 graden is normaal).
De gemiddelde temperatuur is in de wintermaanden december, januari en februari is +2,2 C. Voor 1963 is dit –3,0 C. De laagste temperatuur is gemeten op 18 januari – de dag van de Elfstedentocht – in Joure en bedroeg –20,8 C. Behalve dat het een koude winter was, was het ook een hele zonnige; 50% meer zon dan gemiddeld.
April 2022 was een zeer zonnige maand. De zon scheen gemiddeld over het land 233 uur tegen 196 uur normaal. Verder was de maand te koud met een gemiddelde temperatuur van 9,3 graden tegen 9,9 graden normaal en de maand was gemiddeld iets te nat. Gemiddeld viel 51 mm tegen 41 normaal.
In onze regio zijn Pancratius, Servatius en Bonifatius gekend als 'de ijsheiligen'. Officieel zijn er vijf ijsheiligen: Sint Marmertus op 11 mei, Sint Pancratius op 12 mei, Sint Servatius op 13 mei, Sint Bonifatius op 14 mei en Sophia van Rome op 15 mei (soms ook gekend als koude Sophie).
De IJsheiligen zijn een jaarlijks terugkerende periode van 11 tot 14 mei. In de volksweerkunde betekenen de IJsheiligen traditioneel het einde van de kans op schadelijke nachtvorst. De laatst mogelijke vorstdagen dus.