Artikel 44:1:1:1 Duur buitengewoon verlof bij overlijden bloed- en aanverwanten. Bij overlijden van echtgenoot of geregistreerd partner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen stief- en aangehuwde kinderen: vier werkdagen.
Als een direct familielid overlijdt, heeft u recht op calamiteitenverlof. Dit verlof is om meteen de nodige zaken te regelen. Het calamiteitenverlof kan overgaan in bijzonder verlof.
Bij het overlijden van bloed- en aanverwanten in de 2e graad (zoals grootouder, broer, zus of kleinkind) heeft een medewerker in veel gevallen recht op twee dagen verlof (dag van overlijden en dag van begrafenis of crematie).
In de cao staat vaak beschreven dat een medewerker vier dagen verlof bij overlijden krijgt van een aan- of bloedverwant binnen de eerste graad. Deze dagen zijn over het algemeen standaard ingedeeld vanaf het overlijdensmoment tot aan de ceremonie.
Bij het overlijden van een huisgenoot of familielid heeft een werknemer recht op calamiteitenverlof. Het aantal verlofdagen bij overlijden is niet wettelijk vastgesteld, maar opgenomen in de geldende cao, de arbeidsovereenkomst of het bedrijfsreglement.
Tweede graad: Broers en zussen, kleinkinderen en grootouders van de partner. Derde graad: Ooms en tantes, neven en nichten (kinderen van broers of zussen), overgrootouders en achterkleinkinderen van de partner.
begrafenis, crematie, bijzetting) opnemen. Het personeelslid verliest bijgevolg zijn werkdag omstandigheidsverlof niet wanneer de plechtigheid met een niet werkdag (bvb.zaterdag) samenvalt. Het personeelslid moet zijn werkdag onmiddellijk of zo dicht mogelijk aansluitend bij het overlijden opnemen.
Bloedverwantschap is de relatie tussen 2 personen van wie de 1 van de ander afstamt. Bijvoorbeeld ouder en zoon. Dit heet ook wel rechte lijn. Of 2 personen die niet van elkaar afstammen maar wel een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Woont je familielid niet in bij jou, dan krijg je enkel de dag van de begrafenis. Je werkgever kan een bewijs van het overlijden vragen, maar kan de datum of het verlof zelf niet weigeren. *De persoon met wie de werknemer wettelijk samenwoont wordt gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e) van de werknemer.
Bijzonder verlof of buitengewoon verlof is bedoeld voor persoonlijke situaties. Denk daarbij aan een huwelijk, examen, begrafenis, doktersbezoek, huwelijksjubileum of je verhuizing. Anders dan bij zorgverlof of calamiteitenverlof is er wettelijk niks vastgesteld over het bijzonder verlof.
Rouwverlof: klein verlet bij overlijden
De eerste 3 dagen zijn op te nemen in de periode die begint met de dag van het overlijden en eindigt de dag van de begrafenis. De overige 7 dagen mag de werknemer vrij opnemen binnen het jaar na het overlijden.
Overlijdensuitkering bij meeste uitkeringen
Uw nabestaanden kunnen recht hebben op een overlijdensuitkering als u een van deze uitkeringen krijgt: een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WAO, WIA, WAZ, Wajong, Ziektewet);AOW-uitkering;Anw-uitkering.
Als de bijzondere gebeurtenis valt op een dag waarop de medewerker sowieso niet zou werken, dus bijvoorbeeld in het weekend of in de vakantie, is er geen recht op het bijzonder verlof. Het bijzonder verlof wordt in die gevallen dan ook niet later gecompenseerd.
Na het overlijden van een naaste is soms een (tijdelijke) uitkering mogelijk. Het kan gaan om een Anw-uitkering voor partners, een wezenuitkering voor kinderen (onder 21 jaar) en een eenmalige overlijdensuitkering.
Eerstegraads familieleden: partner*, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en zonen. Tweedegraads familieleden: broers en zussen, kleinkinderen, grootouders, schoonzussen en zwagers, stiefbroers- en zussen.
Dit zijn: broers en zussen (inclusief stiefbroers en stiefzussen)zwagers en schoonzussen.
Dit zijn: partner (via huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract)ouders (inclusief stiefouders en adoptieouders)
Het rouwverlof in detail
Tijdens deze periode van 10 dagen klein verlet wegens overlijden, wordt het loon door de werkgever betaald.
Je hebt recht op rouwverlof bij het overlijden van: je echtgenoot of samenwonende partner. je natuurlijk kind of adoptiekind.
Waarom uitvaart binnen 6 dagen? De periode tussen het overlijden en de uitvaart is vastgelegd in de Wet op de lijkbezorging (Wlb). De periode van maximaal 6 werkdagen geeft de nabestaanden de tijd om de uitvaart te regelen.
Verlof bij het overlijden van een familielid
Op emotioneel vlak, maar ook praktisch gezien. Daarom heb je soms recht op calamiteitenverlof . Afhankelijk van de afspraken in je cao of arbeidscontract kan het calamiteitenverlof bij de begrafenis overgaan in bijzonder verlof.
Dit betekent dat broers en zussen bloedverwanten zijn in de tweede graad, ooms en tantes in de derde, en volle neven en nichten in de vierde graad. Kinderen van broer of zus zijn bloedverwant in de derde graad.
Je moeder is 1e graads (in rechte lijn). Je opa is 2e graads (in rechte lijn). Je zus is 2e graads (in zijlijn): moeder (1) β zus (2). Je tante is 3e graads (in zijlijn): moeder (1) β oma (2) β tante (3).