Wilt u de BBL-leerling in dienst houden nadat hij zijn opleiding heeft afgerond, dan kan dat met een tijdelijke arbeidsovereenkomst. De wettelijke keten van maximaal 3 contracten binnen 24 maanden gaat dan gelden. De arbeidsovereenkomsten die de werknemer als BBL-leerling heeft gehad tellen niet mee in deze keten.
De bedragen van het wettelijk minimumloon bbl gelden voor een volledige werkweek. Meestal is dat 36, 38 of 40 uur per week. Dit hangt af van de sector waarin je werkt.
Een BBL-contract is een arbeidsovereenkomst.
De werkgever kan de overeenkomst alleen tussentijds eindigen in dezelfde situaties als bij een gewone arbeidsovereenkomst. Extra mogelijkheid voor het opzeggen is als de leerovereenkomst tussentijds eindigt. Dit moet dan wel duidelijk in het BBL-contract worden opgenomen.
Voor de rechtspositie geldt dat de wettelijke ketenregeling van toepassing is zoals bij de inlener: op dit moment (april 2022) maximaal drie tijdelijke contracten in drie jaar.
Vast contract na 3 opvolgende tijdelijke contracten
Een werknemer krijgt automatisch een vast contract als: Hij meer dan 3 tijdelijke contracten heeft gehad bij dezelfde werkgever, of; Hij meer dan 3 tijdelijke contracten heeft gehad voor hetzelfde soort werk bij opvolgende werkgevers.
Met ingang van 1 januari 2020 gaat de ketenbepaling terug van 2 naar 3 jaar. Hiervoor komt geen overgangsrecht. Dit houdt in dat op een arbeidsovereenkomst die eindigt op of na 1 januari 2020, een ketenbepaling van drie jaar van toepassing is, ook als de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor 1 januari 2020.
Tijdelijk contract verlengen. Bij verlenging van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, gelden wettelijke regels. Uw werkgever mag een tijdelijk contract maximaal 2 keer verlengen binnen 3 jaar. In totaal kunt uw werkgever dus 3 tijdelijke contracten met u afspreken.
De wettelijke regels vanaf 1 januari 2020 zijn: U mag een tijdelijk contract maximaal 2 keer verlengen binnen 3 jaar. In totaal kunt u dus 3 tijdelijke contracten afspreken. Dit geldt voor de tijdelijke contracten die op of na 1 januari 2020 eindigen.
Door het eerste contract 7 maanden te laten duren, kunt u de eerste maand gebruiken om het functioneren van uw werknemer te beoordelen. Functioneert de werknemer niet, dan kunt u de arbeidsovereenkomst per direct en zonder ontslagvergunning beëindigen.
Sinds 1 januari 2020 mag je drie arbeidsovereenkomsten geven voor bepaalde tijd in een periode van drie jaar. Het vierde contract in de reeks, of bij overschrijding van de maximale periode van drie jaar, wordt dan een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
De wettelijke keten van maximaal 3 contracten binnen 24 maanden gaat dan gelden. De arbeidsovereenkomsten die de werknemer als BBL-leerling heeft gehad tellen niet mee in deze keten. U kunt een leerling na die zijn opleiding heeft afgerond dus nog maximaal 2 jaar met een tijdelijke arbeidsovereenkomst in dienst houden.
Met de BBL-deelnemer wordt zowel een (praktijk)leerovereenkomst (waarbij ook de onderwijsinstelling partij is) als een arbeidsovereenkomst gesloten. Het 'normale' arbeidsrecht is dan ook op hen van toepassing. Zo bouwt een BBL-deelnemer ook vakantiedagen op en heeft hij/zij recht op minimumloon en vakantietoeslag.
Voor een deeltijd- of bbl-opleiding (mbo) kunt u geen studentenreisproduct krijgen. Voor een duale opleiding (hbo of universiteit) wel.
Tijdens de bbl-opleiding bouw je vakantiedagen op. Dat zijn dagen waarop je niet werkt, maar waar je wel voor betaalt krijgt. Daarnaast ontvang je vakantiegeld. Dat is 8% van het jaarsalaris.
In deze overeenkomst kan een proeftijd van maximaal een maand worden opgenomen. Na dit contract voor zeven maanden, kan nog een tweede en een derde contract worden aangeboden voor telkens acht maanden. Na afloop van dit derde contract kan de werknemer een vast contract wordt aangeboden.
Een jaarcontract is een tijdelijke arbeidsovereenkomst met een bepaalde looptijd (in dit geval dus een jaar) en een vaste einddatum. Na het verstrijken van de looptijd eindigt de overeenkomst automatisch 'van rechtswege', zonder dat het UWV of de kantonrechter eraan te pas komt.
Voor het einde van een tijdelijk contract geldt geen opzegtermijn. Zodra u weet dat uw contract niet wordt verlengd, kunt u direct op zoek naar werk. Voor de periode dat u geen werk heeft kunt u misschien een WW-uitkering krijgen.
Nee, met een vast contract kun je niet zomaar ontslagen worden. Er moet altijd sprake zijn van een geldige ontslagreden. Deze reden moet altijd worden getoetst door het UWV of de kantonrechter. Je werkgever probeert meestal eerst om het ontslag onderling te regelen met een vaststellingsovereenkomst.
U kunt met uw werkgever een proeftijd afspreken. Afhankelijk van uw arbeidsovereenkomst mag deze proeftijd maximaal 1 maand of 2 maanden duren.
De werkgever en de werknemer kunnen maximum vier opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd sluiten, voor zover de duur van elk van deze overeenkomsten niet minder dan drie maanden bedraagt en de totale duur van deze overeenkomsten twee jaar niet overschrijdt.
Let erop dat je bij de onderhandelingen over een vast contract goed met je werkgever bespreekt wat de momenten in het jaar zijn waarop je – na het tekenen van je vaste contract – om de tafel gaat om over de salarisvoorwaarden te onderhandelen.
Stel, je wilt het arbeidscontract van een medewerker niet verlengen. Dat kan, mits alle regels in acht worden genomen vanuit de WWZ (maximaal 3 contracten in 3 jaar). De redenen kunnen divers zijn: past niet in het team, geen werk meer, mismatch bij de aanname (zonde, is vaak echt te voorkomen), etc.