De baarmoederhals wordt week, er ontstaat soms al wat ontsluiting waardoor je je slijmprop kunt verliezen,die in de baarmoederhals zit. Ben je zwanger van je tweede of derde kindje, dan kan dit gerommel zomaar voor 3 cm ontsluiting zorgen.
Hierbij kan al een klein beetje ontsluiting ontstaan en de baarmoedermond kan wat verstrijken. Verstrijken betekent dat de baarmoedermond zachter en weker wordt. De slijmprop kan door deze veranderingen (voor een deel) loslaten. Zeker bij een tweede of volgend kindje gebeurt dit vaak.
Sommige vrouwen verliezen de slijmprop wel twee weken voordat ze gaan bevallen, anderen verliezen hem tijdens de bevalling en nog weer anderen zien nooit iets van de slijmprop terug doordat deze er in kleine stukjes uitkomt.
Als je je slijmprop verloren bent mag je gewoon alles blijven doen. Je baby wordt nog steeds tegen infecties beschermd door de vliezen. In bad, zwemmen, vrijen, allemaal geen probleem.
Je kunt al weken van tevoren 2-3 cm ontsluiting hebben zonder dat je echt weeën hebt, vaak heb je wel last gehad van voorweeën. Als de bevalling dan echt begint heb je al een voorsprong en hoef je die eerste 4 cm, die bij het eerste kindje soms zo lang duren, niet meer te gaan.
De slijmprop kan gepaard gaan met een klein beetje bloedverlies. Dit zit vaak vermengd in de slijmprop en kan rood of bruin zijn. Verlies je naast de slijmprop helderrood bloed? Dan is het goed om contact op te nemen met jouw verloskundige.
Dit is natuurlijk een schatting, maar soms is het helemaal niet nodig om gestructureerd te gaan voelen naar je ontsluiting. Aan de sterkte van je weeën en aan de verandering in je houding kunnen we al veel aflezen. En ook zelf zou je dit kunnen opmerken.
Meestal begint de bevalling met weeën. Soms doen die weeën meteen al pijn en volgen ze elkaar al snel op. Maar meestal zijn ze in het begin nog kort, onregelmatig en niet zo pijnlijk. Vaak kun je gewoon doorgaan met waarmee je bezig bent.
De slijmprop is te herkennen als een slierterige prop slijm van een paar centimeter, soms met wat bloed. Je kunt de slijmprop verliezen voordat de weeën beginnen, maar ook als je al weeën hebt. Overigens kan het na het verliezen van de slijmprop ook nog meer dan een week duren voordat de bevalling begint.
Er zijn drie belangrijke voortekenen van het begin van de naderende bevalling: Het begin van de weeën. Verlies van slijmprop. Vliezen breken.
Kindje wordt rustiger
De bewegingen van je kindje worden minder. Doordat het hoofdje is ingedaald heeft hij minder ruimte. Toch moet je opletten dat je over de hele dag gezien je baby wel voelt bewegen, maar heel zachtjes, de kracht van de bewegingen neemt dan ook af.
Als je baarmoedermond er klaar voor is, dit noemen we rijp zijn, en je hebt al minimaal 1 cm ontsluiting dan kunnen we strippen. Dit houdt in dat we met 1 vinger in de baarmoedermond de vliezen aan de binnenkant van de baarmoedermond een beetje los woelen.
Ongeveer 1 op de 6 vrouwen bevalt op het strippen. Bij de vrouwen die niet bevallen gebeurt er soms helemaal niks en soms ontstaan er wel meer harde buiken of voorweeën. Dit leidt soms wel tot wat meer ontsluiting waardoor een 2e strippoging soms wel effect heeft of het later mogelijk is om de vliezen te breken.
Het is vrij normaal dat je bij een tweede, door de voorweeën, al een week of wat rondloopt met bijvoorbeeld 2-3 centimeter ontsluiting. De baarmoedermond is dan ook al verweekt en verstreken, dus als je bevalling echt gaat beginnen heb je het eerste stuk eigenlijk al gehad.
De ontsluiting gaat gemiddeld 1 cm per uur vanaf de 4cm. De eerste centimeters duren vaak langer dan laatste centimeters. Als de weeën sterker zijn en vaker komen, gaat de bevalling sneller. Het persen duurt bij een eerste kind gemiddeld ongeveer 1 uur.
De actieve ontsluitingsfase kan gemiddeld 10 uur duren, maar dat kan natuurlijk ook langer of korter zijn. Veel vrouwen raken in het einde van deze fase vermoeid, en kiezen soms dan ook voor pijnbestrijding. Hou nog even vol, nog een paar centimeters voordat je mag persen!
Van beweging is het misschien wel het meest bekend dat het weeën opwekt aan het einde van de zwangerschap. Maar is het ook echt waar? Het kan natuurlijk ook altijd om toeval gaan. Maar je kunt altijd proberen een rondje te gaan lopen of fietsen om zo de bevalling op te wekken, de zwaartekracht zou de rest doen!
Je kunt in 1 keer een grotere hoeveelheid wit/geel/groen (draderig) slijm verliezen, maar het kan ook zijn dat je meermaals beetjes verliest. In de slijmprop zit vaak wat bloed, meestal oud bruin, maar soms ook een beetje helderrood. Dit hoort erbij en is niet verontrustend.
Je voelt ze als een pijnlijke kramp door je hele bekkengebied. De een voelt ze meer in de buik, de ander in de rug. Sommige vrouwen voelen ze (ook) in hun benen. De weeën worden krachtiger en pijnlijker naarmate de ontsluiting vordert.
Meestal begint het met een korte drang tijdens het hoogtepunt van de wee. Dit wordt veroorzaakt door het steeds dieper komen van het hoofdje van de baby. Het hoofdje wordt dan tijdens een wee op je anus gedrukt en dit geeft het gevoel dat je moet poepen.
De adrenaline concentratie zal namelijk stijgen bij, onder andere; pijn, stress, angst en onrust. Dus ook wanneer de omgeving als niet rustig en/of veilig genoeg ervaren wordt. Dat is dan ook de reden dat de meeste bevallingen 's avonds of 's nachts starten.
Om ontsluiting te krijgen heb je krampen/weeën nodig. Dat heeft voornamelijk met hormonen te maken in plaats van met bewegen. Het is wel zo dat als je eenmaal krampen/weeën hebt, het supergoed is om te blijven bewegen omdat het ervoor kan zorgen dat de ontsluiting daardoor sneller verloopt.
In geval van een thuisbevalling bellen we bij 5-6 centimeter ontsluiting de kraamverzorgster die ons komt ondersteunen bij de bevalling. Ga je poliklinisch bevallen dan gaan we bij 5-6 centimeter ontsluiting richting het ziekenhuis. De eerste vijf centimeter zijn voor de meeste vrouwen goed te doen.
Een ruggenprik kan gegeven worden vanaf 2 of 3 centimeter ontsluiting en werkt door tot aan de persfase.
Strippen. Een andere mogelijkheid om de bevalling zonder inleiding op gang te brengen is 'strippen'. De verloskundige of gynaecoloog maakt dan met de vingers tijdens het toucher de baarmoedermond los van de vliezen. Dit kan pijnlijk zijn.