Kleine hoeveelheden worden aangeduid in afgestreken thee- en eetlepels. De standaardinhoud van een eet(soep)lepel is 15 cc en van een theelepel 5 cc. Een theelepeltje = 3 cc, een koffielepel = 8 cc en een
Maatlepel. 1 theelepel (tl) is 5 ml. 1 eetlepel (el) is 15 ml.
De gemiddelde inhoud van een eetlepel is vaak tussen de 10 en 12 milliliter, terwijl er in recepten vaak wordt uitgegaan van 15 milliliter. Bij theelepels moet je uitgaan van een inhoud van 5 milliliter.
1 theelepel = 1 tl = 5 ml.
In recepten wordt met 1 eetlepel 15 gram of milliliter aangehouden. Maar de meeste eetlepels kunnen maar 10 tot 12 gram of milliliter aan inhoud dragen. De meeste eetlepels zijn dus te klein. Bij een theelepel gaat het om 5 gram of milliliter.
5 gram komt eerder overeen met 5 ml (voor vloeistoffen, word dat meestal aangehouden).
De kubieke centimeter of cm³, ook wel afgekort cc (van het Engelse cubic centimetre), is een inhoudsmaat. Eén kubieke centimeter is gelijk aan één milliliter (ml). Eén kubieke meter (m³) is gelijk aan een miljoen kubieke centimeter.
Een theelepel is meestal 5 ml , wat gelijk is aan 5 cc.
Een theelepeltje = 3 cc, een koffielepel = 8 cc en een dessertlepel = 8 cc.
Eigenlijk is 5 ml een theelepel, geen eetlepel . Er zitten drie theelepels in een eetlepel. Een eetlepel is dus 15 ml. Dat is dus drie keer 5 ml.
Een eetlepel is groter : één eetlepel is gelijk aan drie theelepels (1 eetlepel = 3 theelepels).
Officieel antwoord
10 ml is gelijk aan twee theelepels (2 tl). Een eetlepel is drie keer groter dan een theelepel en drie theelepels zijn gelijk aan één eetlepel (1 el of 1 el). Eén eetlepel is ook gelijk aan 15 ml.
Maatlepel. 1 theelepel (tl) is 5 ml. 1 eetlepel (el) is 15 ml.
Lepels, die u normaal gesproken gebruikt als roerstaafjes of eetgerei, worden gebruikt om de benodigde hoeveelheid sterke drank om te rekenen: een lepel van een klein lepeltje heeft een inhoud van 0,5 cl of 5 ml. U kunt dus precies afmeten hoeveel 2 cl is met een theelepel die u vier keer vult .
Dus 1 cl = 10 ml en 100 cl = 10 dl.
1 milliliter (ml) = 1 kubieke centimeter (cc) 1 inch (in) = 2,54 centimeter (cm)
cc staat eigenlijk voor kubieke centimeter (het volume van een kubus van 1 cm bij 1 cm bij 1 cm), en het metrische systeem is zo elegant bedacht dat een liter 1000 kubieke centimeter is, zodat 1000 liter 1 kubieke meter is. Dit alles komt neer op het feit dat 1cc=1ml, dus 5cc= 5ml .
Er is wat verwarring over metrische woorden zoals milliliter (ml) en kubieke centimeter (cc). Dit zijn gewoon verschillende namen voor dezelfde hoeveelheid volume. Met andere woorden, één milliliter (1 ml) is gelijk aan één kubieke centimeter (1 cc) .
Antwoord. De afkorting "cc" staat voor cubic centimeter of 1 cm3.De afkorting "ml" staat voor milliliter, een duizendste deel van een liter dus. Aangezien een liter overeenkomt met 1 dm3, komt een milliliter overeen met 1 cm3, want er kunnen 1000 kubieke centimeter in één kubieke decimeter.
Antwoord. "cc" betekent "cubic centimeter" dus 150 cc = 150 cm3 = 0,150 dm3 = 0,150 liter = 15 cl.
In dit geval geldt onze oorspronkelijke conversie (1 theelepel = 5 gram). Dit komt omdat 1 theelepel gelijk is aan een volume van 5 ml. En aangezien we weten dat 1 ml water gelijk is aan 1 g water, weten we dat 5 ml water ook gelijk is aan 5 g water , omdat 1 tl x 1 g/ml = 5 ml x 1 g/ml = 5 g.
Als het om puur water gaat, is 1 ml gelijk aan 1 gram, omdat de dichtheid van water 1 g/ml is. Verschillende vloeistoffen hebben verschillende dichtheden en u moet het volume vermenigvuldigen met de dichtheid om de massa van de vloeistof in gram te meten.
Stel het display van jouw weegschaal geeft na 10 afgestreken bakkerslepeltjes gist 53 gram aan. Dan weet je dat 1 afgestreken bakkerslepeltje 5,3 gram weegt. En dat je voortaan voor het afwegen van 5 gram gist 1 afgestreken bakkerslepeltje kunt gebruiken.